In die eerste wedstrijd van het seizoen kwam Visser in het peloton in de verdrukking en viel hij ongelukkig over een ijzer van een andere rijder. Bij de val liep hij een diepe snee onder zijn kniepees op. “Ik dacht eerst dat het wel meeviel. Ik moest nog flink aanzetten om te finishen. Pas daarna kwam ik erachter dat de wond hevig bloedde”, verduidelijkt hij. De wond werd gehecht en Visser kreeg het advies om rust te nemen, omdat de kniepees mogelijk geraakt was. Toch besloot de 24-jarige tegen het advies van de sportarts in ‘gewoon’ weer aan de start te staan bij de volgende marathons.
“Ik hoorde dat ik niet iets extra’s kapot kon maken. Nou, dat hoef je mij geen twee keer te vertellen. De wedstrijden die volgden heb ik met hangen en wurgen gereden.” Waarom dan door blijven schaatsen? “Ik wil mijn team niet in de steek laten”, zegt Visser. “Het is mijn gevoel en keuze. Ik weet dat ik belangrijk voor de ploeg ben.” Gezien zijn behaalde resultaten van vorig jaar is het evident dat Team Essent zijn afmaker graag mee laat rijden, ook omdat de ploeg geen reserverijder heeft aangemeld voor dit seizoen. De fysiotherapeut ziet voor zichzelf een flexibele rol. “Normaal ga ik voor de sprint. Maar als ik niet zelf kan winnen, kan ik misschien iemand anders helpen", zegt hij. “Dus zorg ik dat ik erbij ben.”
En zo geschiedde; Visser verscheen steeds trouw aan de start, maar het werd een zware strijd. “Ik werd aan alle kanten voorbijgereden. Op een gegeven moment begon mijn linkerbeen wat te steppen en kon ik daar steeds minder goed op leunen. Vergeleken met het begin van vorig jaar vallen de resultaten tegen”, geeft de marathonrijder eerlijk toe. Hij erkent dat de start van dit seizoen niet te vergelijken is met de vorige, toen hij in topvorm verkeerde.
Het besluit om te blijven rijden, leidde twee weken geleden tot overbelasting van de knie bij het World Cup Kwalificatietoernooi (WCKT) - waar hij twee dagen achter elkaar een wedstrijd reed. “Tja, dat bleek te veel”, vertelt Visser met een zucht. Het gevolg was een ontsteking. De komende weken zijn cruciaal om terug op zijn hoge niveau te komen. Door minder te schaatsen en meer te fietsen hoopt Visser zijn herstel in de hand te werken. “Het gaat snel beter, maar ik heb nog tijd nodig. Te veel belasting zorgt voor achteruitgang. Daarom sta ik veel minder op het ijs: twee keer per week schaats ik twintig minuten en dan de wedstrijd. Ik hoop over een week of twee weer voluit te kunnen schaatsen.”
Hoewel even helemaal niet schaatsen het wondermiddel kan zijn, is dat geen optie voor de kopman van Team Essent. “Natuurlijk zou dat de oplossing zijn in een ideale wereld”, geeft hij toe. “Maar als je mij op de bank laat zitten, dan gaat het mentaal ook zwaar worden. Ik heb het nodig om schaatsuren te maken. En verder ben ik heel fit: ik heb de hele zomer hard gewerkt en behoud nu mijn wedstrijdritme. Het scheelt dat er komende week met Jorrit (Bergsma) een concurrent ontbreekt, hij is naar de World Cups (langebaan, red.). Normaal zou ik dat nooit zeggen, want ik geloof erin dat ik altijd kan winnen, maar het komt nu wel goed uit” besluit Visser.
Visser heeft bij aanvang van het seizoen niet onder stoelen of banken gestoken dat hij wil ontdekken wat hij kan op de mass start. Dit langebaandoel staat in het teken van zijn droom: deelname aan de Olympische Spelen in Milaan. Het zorgde voor een spanningsveld. Als Visser de World Cups in de mass start zou rijden, zou hij niet bij alle marathons op kunstijs aanwezig kunnen zijn. Team Essent, dat al geen vervanging voor hem had, moest dan zijn beste man missen en was daar niet blij mee. Bondscoach voor de mass start, Rintje Ritsma, had juist meerdere opties voor de twee mannen die hij mee zou nemen. Met Harm erbij beschikte hij naast Jorrit Bergsma en Bart Hoolwerf over minimaal een man extra om uit te kiezen.
De knieblessure van Visser gooide roet in het eten van zijn plan om met de eerste twee World Cups mee te gaan. Hij meldde zich bij Ritsma af na zijn terugval op het WCKT. De fanatiekeling kijkt met gemengde gevoelens terug op deze keuze. “Het was enerzijds makkelijk, omdat ik wist dat Japan (de locatie van de eerste World Cup, red.) niet realistisch was. Maar het was ook moeilijk, want ik heb grote ambities. Nu heb ik zelf niet meer in hand of ik in aanmerking kom om op de mass start ingezet te worden.”
Zijn afmelding heeft gevolgen voor zijn route naar Milaan. De mass start werkt namelijk via een klassement. De prestaties van de Nederlanders zullen in de gaten gehouden worden. Voor plaatsing voor de Olympische Spelen is het belangrijk dat er twee Nederlandse mannen aan het eind van het seizoen in de A-poule blijven. Dit kan gerealiseerd worden door in elke mass start punten te verdienen en in zo in die groep te blijven. Daarbij zullen de behaalde uitslagen belangrijk zijn voor de bondscoach of en hoe er geschoven wordt met mensen. Als iemand bijvoorbeeld twee keer een top- drie klassering rijdt, heeft hij een voorsprong en kan Ritsma keuzes maken.
Wanneer vervolgens het olympisch jaar aanbreekt, is het nieuwe ronde, nieuwe kansen in de wereldbekers. Dat betekent dat de kansen voor Visser niet weg zijn, maar wel afhangen van de prestaties van de huidige twee mannen die Ritsma meeneemt.