Met zijn 41 jaar is hij inmiddels de oudste schaatser in het peloton.  De succesvolste marathonschaatser op kunstijs geniet er nog elke dag van. “Vroeger keek ik op tegen mannen als Piet Kleine en Yep Kramer, nu ben ik zelf de oudste”, lacht Jan Maarten Heideman.

De jeugdige onbevangenheid is er af, de onbedwingbare lust naar snelheid is gebleven. Ouder worden heeft hem als schaatser meer bewust gemaakt. "Vroeger dacht ik alleen aan hard schaatsen en winnen. Als verzorger Cor Oppelaar na de wedstrijd in Finland tijdens het eten opmerkte dat ‘iedereen gelukkig weer heelhuids naar huis kon’ was ik verbaasd. Nu ben ik me er veel bewuster van dat er ook wat fout kan gaan.”

Heideman is binnen het marathonpeloton de man van de noviteiten. “Ik was altijd bezig met snelheid. Een haaienvinnenpak, de wisselschaats (om snel van een bot ijzer te kunnen wisselen op natuurijs, red.) en de warmteschaats. Maar veiligheid gaat natuurlijk boven alles.”

Lange tijd schaatste hij met ijzers die niet de gebruikelijke dikte hadden van 1,1 millimeter. Hij testte zelfs messen met een dikte van slechts 0,55 millimeter. “Hoe dunner, hoe sneller. Er is een jaar geweest dat de standaard in het peloton 0,7 of 0,8 millimeter was. Wat mij betreft mag de KNSB per direct een minimale dikte verplichten. Want hoe dunner de messen zijn, hoe gevaarlijker het wordt”, zegt Heideman, die daarbij vooral denkt aan snijongevallen.

Voorbeeldfunctie

Sinds hij afgelopen zomer overstapte naar de ploeg van Team Haven Amsterdam, draagt hij tijdens wedstrijden een helm. “Ik heb er totaal geen hinder van. Eigenlijk heb ik niet door dat ik hem op heb”, stelt Heideman, die vindt dat de marathonsport ook een voorbeeldfunctie heeft voor het grote publiek. “Als wij het goede voorbeeld geven, dan wordt het bij de recreanten ook makkelijker gebruikt. Op die manier kun je voorkomen dat mensen met hoofdletsel moeten worden afgevoerd.”

Voor schaatsers die in februari afreizen naar de Weissensee ziet Heideman de helm als grote meerwaarde. “Het gaat vast niet lang meer duren voordat een helm verplicht wordt bij dit soort tochten.” Vooral op natuurijs komt het regelmatig voor dat schaatsers op het hoofd vallen. “Vaak zie je dat mensen vallen als ze zacht schaatsen. Dan komt de klap het hardste aan. Of iemand valt en glijdt daarbij een ander onderuit.”

Heideman weet waar hij over praat. Zelf liep hij ook eens een hersenschudding op. “Het was superslecht ijs en verder kan me er weinig van herinneren. Hoe het gebeurde? Ik ben voorover gevallen, tenminste dat zeiden ze achteraf tegen me.”

Bescherming

De Oldebroeker, die in de schaats- en fietswinkel van Leisureworld Dronten werkt, vindt het dan ook mooi om te merken dat er meer vraag is naar hoofdbescherming. “Op maandagavond tijdens het publieksuur zie ik steeds meer schaatsers met een helm. En dat zullen er straks op de Weissensee nog meer zijn.”

Ook snijvaste scheenbeschermers zijn een must voor de recreatieve schaatser, zowel op kunst- als natuurijs. Daarnaast raadt Heideman aan om snijvaste enkelbeschermers en handschoenen te dragen. “Het gebeurt vaak dat iemand voor je in een barst trapt en dat schiet die schaats in één keer naar achteren, zo je scheenbeen in. Bij een val gaan altijd je handen eerst naar het ijs. Een ander staat zo met zijn schaats op je vinger”, legt Heideman uit.

“Recreanten lopen wat veiligheid betreft soms voorop. Als sporters denken we vaak eerst aan het resultaat en de snelheid. Die paar gram extra van een helm en de hogere luchtweerstand is een nadeel, dat weegt vaak zwaarder dan het risico. Dat geldt voor recreatieve schaatsers veel minder. Zij kunnen ook eerder snijvaste kleding dragen. Met de ‘steady state’ waarin ze schaatsen, zullen ze minder zweten dan wedstrijdschaatsers. Bovendien is kunnen werken voor hen het belangrijkste.”  

Naast een eventuele helm en het dragen van snijvaste materialen kunnen ook de ijzers bijdragen aan veiliger sporten. “Zorg dat de achterkant van je ijzer kwartjesrond is, meer voor degene die achter je schaatst dan voor jezelf. Op natuurijs is het handig als de voorkant wat ronder is geslepen, dan glijd je makkelijker over hobbels en scheuren.”

Extra veiligheid Elfstedentocht

Juist voor een Elfstedentocht hecht Heideman waarde aan een stukje extra veiligheid. Bij de marathonwedstrijden op kunstijs is er altijd een medisch team op korte afstand aanwezig, dat is bij de populairste natuurijswedstrijd wel anders. “Eigenlijk is het een klein wonder dat er zo weinig ongelukken zijn geweest”, vindt Heideman, die de laatste actieve marathonschaatser is die er in 1997 bij was.

“Je start in het donker en we hadden de wind vol in de rug. Iedereen wil zo snel mogelijk naar voren, dus er werd knetterhard gereden. Maar je kunt van alles tegenkomen: takken, barsten en stenen. En als iemand valt ga je niet wachten om te kijken of alles goed is.” Als schaatsers in de toekomst meer snijvaste kleding gaan dragen, vindt hij dat een prettig idee. “Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen. Als er iemand valt, is de kans op zwaar letsel kleiner.”

Een nieuwe Elfstedentocht zal er anders aan toegaan dan vroegere edities, verwacht Heideman. Schaatsen zonder een hand voor ogen te kunnen zien is niet meer nodig. Tegenwoordig zijn er goede lampen te koop. Heideman raadt aan om zo snel mogelijk voor een lamp te zorgen, ook voor recreanten die de toertocht van de Tocht der Tochten willen schaatsen. “Wij starten in het donker, zij finishen in het donker. Heel veel mensen schaatsen nooit in het donker, daar wordt vaak niet bij stil gestaan”.

“Kies voor een lamp die veel licht geeft, met veel lumen, en schaf hem zo snel mogelijk aan. Stel het gaat vriezen en er wordt ineens over de tocht gepraat, dan ben je te laat. Bovendien kun je dan mooi testen hoe de lamp moet zitten bij het schaatsen. Een helm is ideaal, want dan kan je ‘m met tape aan de zijkant plakken.”