Amerikaans voormalig schaatskampioene, Heather Bergsma-Richardson, stapte in 2015 in het huwelijksbootje met schaatser Jorrit Bergsma en emigreerde naar Nederland. “Iets moest wijken voor onze relatie, en het was logischer voor mij om hierheen te komen dan voor hem om naar de Verenigde Staten te verhuizen,” vertelt Heather. Hoewel ze eerder ver van haar familie had gewoond, vond zij de overstap naar Nederland moeilijker dan verwacht, vooral door de taalbarrière. "Toen ik hier was en veel tijd met het team doorbracht, kreeg ik vaak niet mee waarover gesproken werd. Dat duurde lang om aan te wennen.”
Naast de liefde zag ze ook sportieve voordelen in Nederland. “Na jaren trainen in Salt Lake City voelde ik dat ik toe was aan iets nieuws. Nederland is dé plek waar schaatsers goud winnen, dus ik zag hier ook kansen om mezelf te verbeteren.” De mogelijkheid om zich volledig op het schaatsen te richten, zonder een baan ernaast, pakte prima uit. “Ik kon me helemaal focussen op mijn trainingen en het herstel, wat mijn schaatsen ten goede kwam.”
Naast de voordelen en enorme steun die ze van manlief Bergsma kreeg, was het emigreren een persoonlijke opoffering. “Het eerste jaar was moeilijk. Ik had alleen Jorrit hier en mijn vrienden zaten nog in Amerika.” De sprintkampioene moest wennen aan het leven in het rustige Aldeboarn. “In Salt Lake City had ik een baan en vrienden buiten het schaatsen, terwijl het hier moeilijker was om buiten het schaatsen sociale contacten op te bouwen.” Heather beschrijft zichzelf als verlegen en terughoudend, wat het moeilijker maakte om nieuwe vriendschappen te sluiten.
Moderne technologie, zoals FaceTime, bood Heather Bergsma-Richardson enige troost en zorgde ervoor dat ze dagelijks contact kon houden met haar familie. Helaas was het voor haar ouders lastig om naar Nederland te komen. “De tijdsverschillen en het werk maakten het moeilijk om zomaar even op bezoek te komen,” legt Heather uit.
Gelukkig vond Bergsma-Richardson steun bij een yogadocente, met wie ze een goede vriendschap ontwikkelde. “Ze kwam toevallig ook uit de Verenigde Staten, wat voor een band zorgde.” Ondanks de uitdagingen, raadt ze het anderen aan om een soortgelijke stap te overwegen, maar wel met een waarschuwing. “Het belangrijkste is dat je een ondersteunend netwerk hebt, want zonder dat wordt het echt zwaar.”
Voor voormalig schaatser en werelduurrecordhouder Erik Jan Kooiman was heimwee tijdens zijn topsportcarrière nooit een groot probleem. Terwijl sommige ploeggenoten, zoals Irene en Simon Schouten, na tien dagen begonnen af te tellen tot ze naar huis konden, had Erik Jan daar weinig last van. Kooiman: “Irene vroeg of ik niet aan het aftellen was, waarop ik zei: ‘Nee hoor, waarom?’”
Andere ploeggenoten, zoals Jorrit Bergsma en Heather Bergsma-Richardson hadden elkaar. “Zij sliepen op één kamer en trainden samen. Voor hen was dat een groot voordeel,” legt Erik Jan uit. Volgens Kooiman begreep coach Jillert Anema het fenomeen heimwee niet. “Hij zei: ‘Je hebt het hier toch goed? Eten, trainen, slapen, alles is geregeld, waar maak je je druk om?’”, zegt Kooiman lachend.
Voormalig schaatser en winnaar van het ONK op natuurijs in 2020, Jouke Hoogeveen, had niet zozeer last van heimwee, maar van ‘verwee’. “Dat is dat je juist graag weg wilt,” legt hij uit. Vooral de lange, grijze winters in Nederland trokken zwaar aan hem. “Ik zit hier nu in twaalf graden en regen, en met een beetje pech duurt dat tot mei.” Als schaatser moest hij maandenlang in het donker rondjes draaien op kunstijsbanen, vaak zonder veel publiek of kansen op winst. “Dan kon ik echt verlangen naar die weken in Oostenrijk of Zweden. Daar ligt een halve meter ijs en schijnt de zon. Elke avond werd ik gemasseerd en op natuurijs kon ik me focussen op winnen.”
Na zijn topsportcarrière is het verlangen naar deze buitenlandse wedstrijden en trainingskampen minder geworden. “Ik zit niet meer echt in het wereldje,” vertelt hij. Maar ik ben wel drie jaar achter elkaar naar het Zweedse Luleå geweest om mensen te begeleiden op natuurijs. Oud-schaatser Bram Smallenbroek organiseert dat en heeft mij hiervoor gevraagd. Dit zijn mooie avonturen om naar uit te kijken en maken de grijze dagen in Nederland iets draaglijker”, zegt Hoogeveen met een knipoog.
Hoewel voormalig schaatser Falko Zandstra tijdens zijn carrière doorgaans geen last had van heimwee, veranderde dat volledig na de geboorte van zijn zoon in 1997. “Toen ik mijn zoontje kreeg, wilde ik tijdens trainingskampen zo snel mogelijk terug naar huis,” vertelt de schaatsicoon. Ondanks dat hij aanwezig was bij de geboorte, merkte 'De Gespierde Spijker' dat hij zijn zoon enorm miste tijdens het daaropvolgende zomerkamp in het Franse Font Romeu. Na twee weken besloot hij vervroegd naar huis te gaan, tegen de wil van zijn trainer in.
Zandstra vertelt hoe hij zijn trainer, Sjoerd de Boer, informeerde dat hij niet langer kon blijven. “Ik zei: sorry, maar ik ga naar huis. Hij liet me weten dat het niet kon, maar ik ging toch.” Zandstra erkent dat de trainer niet optrad, iets wat bij een strengere coach zoals Ab Krook of Leen Pfrommer waarschijnlijk anders was verlopen. “Sjoerd was een goede trainer, maar soms te mild voor mij. Ik had een stevige aanpak nodig.”
Terugkijkend op zijn beslissing om het trainingskamp vroegtijdig te verlaten, heeft Zandstra gemengde gevoelens. “Je mist natuurlijk een belangrijke hoogtestage, en het was stommiteit. Hoewel ik blij was om thuis mijn zoontje weer te kunnen zien, was het geen strakke actie.”