Voor de Nederlandse fans in het Vikingskipet was het een rustig opwarmdagje. Als de toeschouwers zaterdag voor de tweede dag in de schaatshal zitten, is de kans groot dat zij tweemaal het Wilhelmus zullen horen door de soevereiniteit van de Nederlanders.
Het grootste spektakel kwam vrijdag van Hein Otterspeer. Door zijn Nederlandse titel Sprint was hij de favoriet voor het EK. Al moest hij in zijn tweede bocht vrezen voor een vroege uitschakeling. “Ik ging iets te vroeg de laatste binnenbocht in. Dan mis je in het begin druk, want je hebt geen valhoek. Vervolgens krijg je ineens wel druk, te veel, en dan breek je bijna weg. Ik nam het zekere voor het onzekere.” Ternauwernood kon Otterspeer de bocht houden, maar daarbij kwam hij in de baan van zijn tegenstander, de Pool Piotr Michalski.
De schaatser van Reggeborgh vreesde even dat zijn tijd van 35,12 uit de uitslag geschrapt zou worden, omdat hij Michalski hinderde. “Ik balanceerde een beetje op het randje. Aan mijn tegenstander vroeg ik of hij geen last van mij had. Hij vertelde dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Dan weet ik dat ik door kan.” In dit deelnemersveld is Otterspeer de beste man op de 1000 meter en dat bevestigde hij door de tweede afstand te winnen (1.08,32).
Met een voorsprong van 0,14 seconden op Merijn Scheperkamp zal hij zaterdag het ijs betreden, al is een foutje snel gemaakt in Hamar. “Het ijs is niet vergevingsgezind. De toplaag is wat harder, waardoor je erdoorheen breekt. Daardoor is het onstabiel voor de zwaardere personen. Maar de vorm is goed, daar kan ik in ieder geval op teren. We hebben vijftig procent gehad, op naar morgen.”
De nummer twee van zowel de 500 als de 1000 meter kon terugkijken op een goede eerste dag. “Het was prima, al had ik op de eerste afstand een groter gat willen hebben op Hein.” Merijn Scheperkamp won acht honderdsten op het kortste onderdeel, maar verloor vier tienden op de 1000 meter. Hoewel Otterspeer de beste papieren heeft op die laatste afstand, acht Scheperkamp zich niet kansloos. “Op de 1000 meter heb ik het idee dat ik Hein ook kan hebben. Dan moet ik wel een goede rit rijden en hij een iets mindere.”
Als op zaterdag de sprintmannen gehuldigd worden, hebben ze een complete vierkamp in twintig uur gereden. “We worden op de proef gesteld, maar daar worden we ook voor betaald. Dit is mijn beroep, dit is wat ik het allerliefste doe. Mentaal is het zwaarder. Je blijft in je zelfmedelijden hangen. De truc is dan om de knop om te zetten,” vertelt Scheperkamp, die op zaterdag zijn achterstand goed zal willen maken om zijn debuut op een EK te bekronen met goud. Ook Kai Verbij zal naar boven willen kijken. Door een redelijke 500 meter en een mindere 1000 meter kijkt hij als vierde in de ranglijst tegen een achterstand aan van 0,36 seconden op Hein Otterspeer en 0,08 op nummer drie, de Est Marten Liiv.
