Niet meer dagelijks naar Thialf moeten om het ijs te voelen of in de fitnessruimte te zwoegen, is alweer heel snel gewoon geworden. Maar amper ‘uitgecheckt’ als schaatser betekent niet dat er geen drang naar competitie meer is… Volgende maand zit er normaal gesproken een rugnummer op een shirt, wanneer de 61e Ronde van Lekkerkerk wordt verreden. “Lekker joh, koersjes fietsen. Heb ik vroeger in m’n juniorentijd ook veel gedaan. Het is een goede manier om af te trainen, en ja, om het wedstrijdelement erin te houden. Dat vind ik belangrijk. En Lekkerkerk is een thuiswedstrijd. In de Lekstreek ben ik opgegroeid. Ik heb de ronde nooit gewonnen, wel een keer als tweede en derde geëindigd. Leuk om daar te beginnen, dat maakt de cirkel rond”, zegt Hein Otterspeer (36), die sinds hij heeft bekendgemaakt te stoppen élke dag in de media een verhaal heeft mogen vertellen over zijn schaatsjaren. Hij kan het waarderen, die aandacht, zoals hij na goede prestaties – door hem ‘kunstjes’ genoemd – van het applaus van de fans kon genieten.

Dat deed Hein ook altijd, zodra zijn telefoon voorafgaand aan een toernooi of een belangrijke race ging en ‘pap’ zich meldde voor een praatje. ‘Hé, hoe is het jongen? Heb je d’r goede moed op?’, vroeg vader Henk Otterspeer dan. Of ‘Heb je er zin in?’ of ‘Hoe sta je ervoor?’ “Altijd belde hij, waar ik ook op de wereld zat. Wat ik nu, terugkijkend op de hele periode, heel tof heb gevonden was de aanwezigheid van mijn ouders op mijn eerste WK Sprint, in Calgary. Ze zijn niet zo van die wereldreizigers, mede door de nierziekte die mijn vader al heel lang heeft en hem behoorlijk aan huis bindt. Toch wisten ze dat toen, in 2012, te fixen met behulp van een oom.

"Dat zijn geweldige herinneringen. Voor mij was het sowieso fijn dat ik m’n successen heb kunnen delen met familie en vrienden op de tribune. Er zijn altijd en overal familieleden me achterna gereisd om me te zien schaatsen. Het is onvergetelijk dat ik op het WK Sprint van 2013 in Salt Lake met m’n broers m'n eerste podiumplaats op een WK heb kunnen vieren, aan de andere kant van de planeet. Kleine momenten, maar zoveel waard. Net als de vele reacties van de supporters die ik heb gekregen de afgelopen weken. Sommigen betreuren het dat ik ben gestopt, want ze kwamen speciaal voor mij. Dat is bijzonder om te lezen.”

Hein Otterspeer wint WC-klassement 1000 meter 22-23
Winst in het eindklassement van de wereldbeker op de 1000 meter, 2022-'23. Met gerenommeerde namen naast zich: Laurent Dubreuil (l) en Jordan Stolz (r). | Foto: Soenar Chamid
Felicitaties voor Pavel Kulizhnikov vanwege zijn wereldtitel sprint in 2015
Felicitaties voor Pavel Kulizhnikov (r) vanwege zijn wereldtitel sprint in 2015. | Foto: Soenar Chamid
Debuut bij de senioren: Hein Otterspeer op het NK Allround in 2007
Hein Otterspeer debuteerde bij de senioren op een NK Allround in Groningen, in 2007. | Foto: Soenar Chamid

Spontaan een punt erachter

Hoewel Hein Otterspeer op 14 maart nog een laatste 1000 meter schaatste in trainingswedstrijd op het ijs van Thialf, had hij een week eerder al besloten dat ‘het zo goed was geweest’. Bijna vanuit een opwelling, vlak voordat hij in slaap viel na de interclubwedstrijd van De Lekstreek en Stokvisdennen uit Dalfsen.

“Voor de leden van die clubs was het een mooie kans aan het einde van het seizoen goede tijden te rijden. Het was niet logisch dat ik als topschaatser daaraan meedeed, maar ik wilde wat dingetjes uitproberen na m’n volkomen mislukte race op het NK Afstanden (9e op de 1000 meter, red.). Ik had nog wat recht te zetten, en wilde zien of enkele kleine aanpassingen me zouden helpen, of er nog iets in het vat zat. Typerend voor mij, die vastberadenheid."

“Maar goed, er waren 106 of 107 deelnemers voor mij geweest die allemaal een 500 meter hadden gereden. Toen ik rond half tien ’s avonds aan de beurt was voor de 1000 meter had het ijs dus al het een en ander te verduren gehad. Toch haalde ik er een 1.08,9 uit, terwijl er veel clubgenoten van De Lekstreek stonden te kijken. Niemand wist dat ik zou stoppen, ik op dat moment evenmin hoor, haha. Dat kwam later op de avond. Ik lag in bed na te denken en toen schoot de gedachte zomaar door m’n hoofd. Misschien is dit het wel geweest. Ja, het is mooi zo. In de dagen erna heb ik dat met de ploeg besproken.”

IJzersterk op de World Cup In Polen (2021). | Foto: Soenar Chamid

Het zijn onvergelijkbare souvenirs, afgezet tegen de gedenkwaardige resultaten op de baan. Mooier? Niet per se, reageert Otterspeer. “Er is meer dan schaatsen in het leven, dat wel.” Wat hij bedoelt: relativeren is een eigenschap, die hij gelukkig beheerst. Wanneer hij een cijfermatig overzicht van vijftien winters topsport onder zijn neus krijgt geschoven, verschijnen de denkrimpels al snel in zijn voorhoofd. Hij heeft zes wereldbekerraces gewonnen, een zilveren medaille behaald op een WK Sprint (2015), is twee keer als nummer 2 gefinisht op een Europees kampioenschap en vier keer gehuldigd als winnaar van een NK Sprint, naast acht zilveren en bronzen plakken op een afstandskampioenschap: aan alles kleven heerlijke details uit zijn geheugen die een simpele uitslag promoveren tot compleet plaatje.

Hij mompelt iets bij het zien van de vermelding 122 optredens in de World Cup. “Dat zijn er echt veel geweest. Wereldbekers waren het leukst om te rijden, want daar hing niet zoveel vanaf als je ze afzet tegen de do-or-die wedstrijden in Nederland die killing waren.” Zijn laatst veroverde nationale sprinttitel (2023) brengt Hein terug bij zijn vader. "Ik was voor dat seizoen overgestapt van LottoNL-Jumbo naar Reggeborgh, en kwam net terug uit Calgary, waar ik de wereldbeker op de 1000 meter had gewonnen. Ik was in vorm, voelde dat ik het voor elkaar had op de 500 en 1000 meter, wetend dat het NK in aantocht was. “Pa belde. ‘Hoe sta je ervoor, wat denk je ervan?’, vroeg hij. Het moet gek lopen, wil ik dit kampioenschap niet winnen. Hij: ‘Zou je dat nou wel zeggen?’ Zulke taal sloeg ik zelden uit, maar die keer wel. Het gebeurde ook. Na een dag wist ik het al dat de titel binnen was. Dit toernooi kan ik, denk ik nu, als het beste van mijn carrière beschouwen.”

Zijn beste race schaatste hij in de aanloop naar de Winterspelen van 2022, in Thialf. De belangen waren enorm: het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) zou bepalen wie naar Beijing kon. Otterspeer trof regerend olympisch kampioen Kjeld Nuis op de 1000 meter, maar stuitte ook op een fysiek ongemak dat normaal schaatsen nagenoeg onmogelijk maakte. Hij pakt zijn telefoon, begint te scrollen en toont foto’s van een ingepakt bovenbeen. Een spierscheuring in de lies boorde alle hoop de grond in. ‘Moet je wel rijden, Hein?’, was de vraag van de ongeruste Otterspeer-senior. Honderd procent, antwoordde Hein. Hij versloeg Nuis en verzekerde zich van een startbewijs. Van de hel naar de hemel, en weer heel snel terug naar de hel. Of anders gezegd: de beste race ging naadloos over in de grootste deceptie van zijn loopbaan, de wedstrijd in Beijing die grotendeels werd verpest door een heel slechte start.

Hein Otterspeer nadat hij zich heeft geplaatst voor de Olympische Spelen van 2022
De tranen, nadat het zeker is dat Hein Otterspeer naar de Spelen mag. | Foto: Soenar Chamid
Hein Otterspeer op de 1000 meter in Beijing OS 2022
Een matige start betekende direct een kansloze strijd op de 1000 meter in Beijing. | Foto: Vincent Riemersma
Hein Otterspeer: de teleurstelling na de 1000 meter op de Spelen
Hein Otterspeer: de teleurstelling na de 1000 meter op de Spelen. | Foto: Vincent Riemersma
Hein Otterspeer in Beijing
Analyseren wat er is misgegaan, de fysio (l) luistert aandachtig. | Foto: Vincent Riemersma

“D’r is een kans van een op een miljoen dat ik ooit nog een keer zo’n rit als op het OKT zou schaatsen”, meent hij over de race waarin hij een recordrondje neerzette maar wat erger was: zijn spierscheuring had desastreuze vormen aangenomen. Nog meer foto’s volgen, nu van een bloeduitstorting van immense omvang aan de achterkant van een bovenbeen. “Zo moest ik toewerken naar de Spelen. Van een normale voorbereiding was natuurlijk geen sprake meer. Ik moest aangepast trainen. Starts maken waren niet mogelijk. Toen ik in Beijing arriveerde, stond ik al met 2-0 achter. Toch houd ik een gevoel van trots over aan mijn olympisch avontuur. Ik ben blij dat ik op eigen kracht de Spelen heb bereikt.

“Wat er op de achtergrond met die blessure en zo speelde, is nooit groot uitgelicht. Dat hoefde niet, dat wilde ik niet. Ik heb nooit iets aan de grote klok gehangen, ook geen nare verhalen. Wat had iedereen eraan te weten hoe ik me voelde? Hoe slecht het ging, of hoe goed het ging? Ik ben altijd mezelf gebleven, denk ik. Ergens tegenaan schoppen of slaan zat en zit niet in mijn aard. Ja, de media kunnen dat waarderen, maar ik heb me er nooit toe laten verleiden, al is sport ook emotie. Ik heb steeds de eer aan mezelf gehouden. Dat komt van huis-uit. Daar ben ik trots op.”