De 67-jarige Aaldert Pol uit Vriezenveen beleefde op 27 april jl. een bijzondere dag. Uit naam van Hare Majesteit de Koningin werd hij benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Vanaf 1979 is hij als vrijwilliger werkzaam als penningmeester bij CSV (Centrale Schaatstraining Vriezenveen).

Daarnaast geeft hij sinds 1982, inmiddels dus al 30 jaar, schaatstraining aan jeugd en senioren. Aaldert Pol is een échte schaatsliefhebber, een trouwe kracht waar men binnen de vereniging op kan bouwen.

Hoe bent u vrijwilligerswerk gaan doen?
“Eigenlijk is het begonnen doordat ikzelf weer actief ging schaatsen. Vanaf mijn jonge jeugd heb ik altijd zeer intensief gevoetbald en tijdens militaire dienst heb ik heel actief geschaatst. Daarna kwam het opbouwen van een maatschappelijke carrière. Toen ik nog weer later met mijn kinderen wilde stoeien, kwam ik een beetje in ademnood en werd het tijd om weer iets aan sport te gaan doen.”

“Ik kwam in een leuk schaatsgroepje, waarvan ik de oudste was en dan mag je automatisch van alles regelen. Zo deed ik al een beetje het financiële gedeelte. Daarnaast heb ik me vrijwillig aangemeld om de jeugd één keer per week conditietraining te geven, omdat zij nog met de senioren meetrainde. Toen ik met actieve wedstrijdsport stopte, ben ik de cursus schaatstrainer gaan doen en fulltime trainer bij CSV geworden.”

Wat zijn uw taken als penningmeester?
“Deze maand gaan de nieuwe contributiefacturen de deur weer uit. Daarnaast hou ik samen met de secretaris de ledenadministratie bij. Als straks de trainingskaarten weer aangevraagd moeten worden, verzorg ik dat ook allemaal. Eerst krijgt iedereen een mail met de vraag of er nog wijzigingen zijn. Deze worden aangepast en dan vraag ik de nieuwe kaarten aan. Ook het financiële gedeelte daarvan heb ik onder mijn beheer, inclusief de licenties die automatisch daaraan gekoppeld zijn.”

Hoeveel trainingsuren geeft u per week?
“In de beginperiode dat ik schaatstrainer was, gaf ik één keer per week ’s avonds anderhalf uur training. Nu is dat wel drie tot vier keer per week, gemiddeld twee uur. ’s Winters wordt het nog intensiever vanwege de coaching tijdens wedstrijden op zaterdag en zondag.”

Wat vindt uw vrouw hiervan?
“Zonder haar steun is het voor mij niet mogelijk om het allemaal te doen. Ik heb al tegen haar gezegd: ‘De helft is van het lintje is van jou’.”

Is zij ook schaatsliefhebber
“Jazeker, maar passief. Nu gaat zij af en toe mee naar de wedstrijden. Toen onze eigen zoons Erik en Marco nog schaatsten, ging zij regelmatig mee. Erik is op een gegeven moment afgehaakt en heeft zich meer op z’n studie gestort. Marco heeft nog met Erben Wennemars en Jan Bos geschaatst. Tijdens zijn juniorentijd is hij één keer nationaal kampioen kortebaan geweest en bij de senioren één keer afstandskampioen 100m. Als ouders ga je dan natuurlijk mee.”

U organiseert ook de trainingskampen.
“Wanneer je training geeft, zit daar automatisch per jaar een aantal trainingskampen aan vast. Ons grootste trainingskamp is altijd Erfurt, aan het begin van het schaatsseizoen. Sinds de baan daar open is, gaan we daar naar toe. Als je ’s ochtends op tijd weggaat, kun je ’s middags al op het ijs staan.”

“Onze groep bestaat uit 24-32 personen. Jeugd en senioren. Dus dat houdt elkaar mooi in evenwicht. Samen met mijn zoon ben ik begeleider, maar we hoeven niet zoveel te regelen. Als je van tevoren alles goed plant, hoef je zelf op de trainingsdagen maar weinig te doen. Af en toe de lijnen aangeven en verder wordt het binnen de groep geregeld.”

‘Vrijwilliger zijn’ zit in een mens?
“Ik ga in elk geval nooit met tegenzin naar een training. Hoe intensief het soms ook is. De ene keer heb ik meer zin dan de andere keer, maar zodra ik op de ijsbaan ben, zit ik er weer vol in. Het is gewoon leuk om met jonge mensen om te gaan en het houdt mezelf ook jong.”

“Ik heb een goede klik met jongeren, maar ik neem ook wel afstand wanneer ze onderling wat bezig zijn. Dan laat ik ze hun gang gaan en bemoei ik me er niet mee. Alleen als soms dingen uit de hand dreigen te lopen, moet ik af en toe even corrigeren.”

Waarom zou u anderen aanraden vrijwilligerswerk te doen?
“Als mensen het wel eens hebben overwogen, moeten ze het gewoon eens een jaar gaan proberen. Als het helemaal niks voor je is, kun je weer terug. Je bouwt sociale contacten op en het is erg bevredigend werk om te doen. Je doet iets voor je vereniging en haar leden. Al met al heel leuk werk.”

U steekt veel tijd in vrijwilligerswerk en krijgt er nu een lintje voor terug.
“Ja, dat was wel een enorme verrassing. Ik wist echt helemaal van niks. In het gemeentehuis begon me wel te dagen dat het om een huldiging ging, maar ik had niet direct aan een lintje gedacht. Totdat ik aan Koninginnedag dacht. Als dan één keer het licht gaat branden, wordt het steeds helderder. Ik vind het geweldig, ongelooflijk zelfs, dat ik zoiets krijg uitgereikt.”

Vindt u deze manier van waardering belangrijk voor vrijwilligers?
“Jazeker. Wanneer je naar al die lintjes die in heel Nederland zijn uitgereikt kijkt, zijn er in verhouding niet eens zoveel mensen vanuit de sport die zoiets krijgen. Dat maakt het voor mij wel heel speciaal.”

Hoelang denkt u nog vrijwilligerswerk te blijven doen?
“Ik zou willen dat ik twintig jaar jonger was, maar dat is niet zo. Vandaar dat ik het van jaar tot jaar bekijk. Ik vind het nog altijd prachtig om met de groep op pad te gaan. Ook nu de fietstrainingen weer zijn begonnen. Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik het doen.

Tot slot toch ook nog even over uw rood/witte muts.
“Die muts had ik al toen ik zelf nog aan wedstrijdschaatsen deed. Dat is een beetje historisch gegroeid. Iedereen die training van mij heeft, zoekt het rode pluimpje van de muts en zo weet men mij te traceren. Op een gegeven moment had ik een andere muts op en kon niemand mij meer vinden. Toen ze mij uiteindelijk toch zagen, zeiden ze: ‘Verrek, je hebt een andere muts op. Aaldert, wil je dat niet meer doen. We kunnen je anders niet vinden’. Sindsdien hoort die muts bij mij.”

Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de ‘Vrijwilliger van de Week’, en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!