Het Friese langebaankwartet bij Albert Heijn Zaanlander bestond afgelopen winter uit Jillert Anema, Arjan Samplonius, Daan Breeuwsma en Henk Hospes. “Mijn rol bij het team was beperkt”, vertelt Hospes. “Ik was met name gevraagd de thuisblijvers die de World Cups niet haalden te begeleiden op de langebaan. Daarnaast hielp ik de geblesseerden weer terug op niveau te laten komen.” Hij had er bewust voor gekozen om na vier jaar als hoofdcoach bij Gewest Fryslân een kleiner takenpakket op zich te nemen.

Desondanks bracht het de inmiddels 67-jarige Fries niet wat hij gehoopt had. “Ik heb met tevredenheid gewerkt, alleen wil ik meer mijn eigen ding kunnen doen, meer voldoening uit mijn werk halen. Soms had ik het idee dat ik wel bij een training was geweest, maar niets had toegevoegd. Dat is jammer. Ik wil er graag toe doen.”

Hospes heeft daarom besloten het team te verlaten. “Ze hadden me er graag bij willen houden en begrijpen mijn keuze. Ik heb diep respect voor wat Jillert en Arjan neerzetten bij de ploeg. Als je ziet hoe Marijke Groenewoud gegroeid is en wat Irene Schouten heeft gedaan, en Marijke nu kan overnemen. De andere meiden die aan de deur kloppen. En hoe Jillert in de marathon de meesterzetten kan uitvoeren om wedstrijden te winnen, hoewel hij niet meer alle wedstrijden pakt. Hij blijft een meester in het bedenken van de tactiek. Die man draait al zo lang mee op dit niveau, hij weet waar hij over praat.”

Een bijzondere taak afgelopen winter was de begeleiding van Melissa Wijfje, die hij in het gewest ook al onder zijn hoede had. De schaatsster worstelde lange tijd met het compartimentssyndroom en pakte in februari haar eerste internationale medaille in jaren. “Dat Melissa in Québec weer een derde plek haalde in de World Cup, deed mij ontzettend goed. Ook het herstel van Ids Bouma gaf mij voldoening. Alleen wil ik meer kunnen bijdragen. Meer invloed uitoefenen. Op deze manier deed ik mezelf tekort.”

Hospes sluit niet uit dat hij terugkeert op het ijs. “Ik moet er dan net tegenaan lopen. Een bestuursfunctie zou niet bij mij passen, ik zou iets in het veld willen. Jillert vroeg of ik weer een eigen ploeg wilde hebben, maar dat ambieer ik niet meer. Na mijn tijd bij Development Team Fryslân heb ik gezegd dat het tijd is voor mijn vrouw en mijn kleinkinderen. Ik heb nog genoeg hobby’s, probeer zoveel mogelijk dingen te doen waar ik plezier aan beleef. Vakanties, nieuwe doelstellingen bedenken en elke dag proberen beter te worden. Ik train nu voor de Slachtemarathon in Friesland. Ik vermaak me wel.”