Hoewel het simpel lijkt, komt er veel techniek en training bij kijken om een goede start te beheersen, hetgeen Dione Voskamp (28) van schaatsteam Novus juist zo leuk vindt aan dit onderdeel. “Wat ik zo mooi vind aan de start is dat je vanuit stilstand zo snel mogelijk weg moet. Het is heel persoonlijk hoe mensen starten. Ieder heeft zijn of haar eigen stijl. Ik ben er goed in, dus dat maakt het ook leuk om te doen.”

Volgens Voskamp ligt de uitdaging van de start in het snel en onbewust reageren. “Als je er te veel over nadenkt, lukt het niet meer,” zegt Voskamp, die niet altijd een snelle starter was. “Vroeger was ik snel voor een junior, maar op professioneel niveau moest ik nog verbeteren.” Door krachttraining en technische aanpassingen verbeterde ze haar starttijden.

De juiste houding is volgens haar de sleutel. “Sommige mensen starten vanuit een iets hogere positie en zakken daarna naar beneden, anderen starten met hun hand aan het ijs, de zogeheten driepuntstart. Voor mij is het cruciaal om klein te blijven tijdens de eerste stappen. Ik probeer mijn knieën naar mijn schouders te brengen en mijn benen zijwaarts in te zetten.” Ze vertelt dat het belangrijk is om niet te rennen, maar echt te schaatsen.

Dione Voskamp op de 500 meter in een lage houding
Dione Voskamp: "Voor mij is het cruciaal om klein te blijven tijdens de eerste stappen." | Foto: Soenar Chamid

Daarnaast is de timing allesbepalend. “Wachtend op het startschot denk ik alleen maar: ik moet reageren. Soms ben ik traag, terwijl mijn tegenstander al drie stappen verder is,” lacht Voskamp. De eerste vijf meter blijven voor haar het moeilijkst. “Daar kan ik nog verbeteren. Na drie of vier passen kom ik er vaak in en haal ik mijn tegenstandster in.”

Bij het inzakken speelt de bekkenpositie een grote rol. “Het is belangrijk om je bekken gekanteld te houden. Anders trap je te veel naar achteren en verlies je snelheid”, aldus de meervoudig winnares van de Zilveren Bal, waar ze ook dit jaar weer aan mee zal doen. Volgens Voskamp is de perfecte start te leren, hoewel explosiviteit een natuurlijke gave is. “Talentvolle mensen pikken het vaak sneller op, maar iedereen kan de juiste techniek leren.”

Inspiratie haalt de sprintster uit schaatssters als Jenny Wolf. “Zij is ondertussen gestopt, maar ik vond haar als schaatsster supercool. Zij was gigantisch en startte met zoveel vertrouwen. Ik vergelijk me niet met haar, want zij is veel groter en rijdt technisch anders. Ik vind het gaaf om te zien hoe zij zo lekker doorramde. Ik kijk naar haar timing. Daar kan je veel uithalen en dit visualiseren.”

De twee sprintkanonnen uit Nederland over Amerikaans schaatsfenomeen Jordan Stolz

Dione Voskamp vindt het inspirerend hoe elke schaatser zijn eigen manier heeft om goed weg te komen uit de startblokken. Over de start van Jordan Stolz zegt ze dat hij zijn benen goed onder zijn lichaam houdt en meteen krachtig afzet. Ze bewondert zijn vermogen om gelijk goed te duwen.

Stefan Westenbroek vindt het fascinerend hoe Stolz juist niet te diep inzakt, maar vanuit een hogere, ontspannen houding direct krachtig wegsprint. Westenbroek merkt op dat dit hem een efficiënte en sterke starter maakt. “Deze eigenzinnige stijl van Stolz, waarbij hij zijn kracht en explosiviteit optimaal benut, vind ik inspirerend om te zien.”

Beide schaatsers zijn het erover eens dat je door te leren van anderen je eigen start kunt verbeteren. Toch waarschuwen ze ervoor niet te proberen iemand anders te kopiëren. Het gaat erom elementen van anderen te gebruiken die goed bij je eigen stijl passen.

Voor Stefan Westenbroek (22), sprinter bij team Reggeborgh, begint het succes van een schaatswedstrijd bij de start. Hij benadrukt de precisie en spanning die ermee gepaard gaan. “Als er maar één klein dingetje misgaat, dan heeft dat direct invloed op de rest van de race,” vertelt hij. Dit maakt de start volgens hem fascinerend: “Als het goed gaat, is het prachtig, maar voor mensen die er moeite mee hebben, kan het een frustrerende fase zijn.”

Ik moet leren om iets rustiger en gecontroleerder te zijn, zodat ik als een springveer kan wegschieten.
Stefan Westenbroek

Westenbroek benadrukt dat het begint bij een stabiele houding aannemen. “De achterste voet moet stevig op het ijs staan en de voorste voet naar buiten gedraaid.” Daarnaast vindt hij het belangrijk om niet te snel in te zakken voordat het startschot klinkt. Ik moet leren om iets rustiger en gecontroleerder te zijn, zodat ik als een springveer kan wegschieten. Vooral wanneer mijn tegenstander een driepuntstart doet en dus meer tijd nodig heeft, is het langzaam inzakken extra van belang.”

Naast de technische aspecten speelt de mentale voorbereiding een grote rol bij een goede start. “Adrenaline kan ervoor zorgen dat je te snel wilt starten. Het is belangrijk om geduldig te blijven en niet te gokken op het juiste moment. Als je te snel wilt, ga je de mist in.” Wanneer het startschot klinkt, is het van belang om gefocust te blijven. “Geloof in jezelf en raak niet afgeleid door je tegenstanders.”

Voor Westenbroek zijn de eerste meters bepalend. “Sommigen blijven langer rennen, terwijl anderen snel beginnen te schaatsen. Zelf probeer ik na dertig tot veertig meter over te schakelen naar een vloeiende schaatsslag.”

Stefan Westenbroek sprintend op het ijs
Stefan Westenbroek: "Ik probeer na dertig tot veertig meter over te schakelen naar een vloeiende schaatsslag.” | Foto: Soenar Chamid

De balans tussen snelheid en controle is essentieel in de startfase. Het is volgens Westenbroek belangrijk om diep te zitten, maar tegelijkertijd ontspannen te blijven in je bovenlichaam. “Als je al te gespannen bent in je houding, zul je moeite hebben om soepel weg te komen. Het feit dat Jordan Stolz juist een hogere houding aanneemt, is volgens Westenbroek het bewijs dat iedere schaatser zijn ‘eigen manier’ heeft.

Hoewel Westenbroek zijn eigen stijl behoudt, kijkt hij naar andere sprintgiganten om zichzelf te blijven uitdagen. Naast de al eerdergenoemde Jordan Stolz, klinken er namen als de Japanse wereldkampioen sprint van 2020, Tatsuya Shinhama, en de Chinese olympisch kampioen op de 500 meter, Gao Tingyu. “Als je ziet hoe vloeiend zij starten, lijkt het bijna alsof ze moeiteloos wegkomen. Dat is iets waar ik veel van leer.”

Zijn gouden tip? “Je knieën moeten echt richting je borst gedrukt worden, dat is voor mij de regel.” Daarbij geeft Westenbroek aan dat je vooral je eigen start moet perfectioneren en vertrouwen moet hebben in je eigen techniek.