De resultaten van Nagano? Beter maar vergeten; 22e in de B-divisie op de vijf kilometer, 5e en voorlaatste op de team pursuit in de B-groep en als 9e gefinisht in de mass start. Ooit pakte Peter Michael er brons met twee landgenoten op de ploegenachtervolging (november 2016), en drie winters nadien zelfs zilver op de 5000 meter. Goede herinneringen, zegt hij, terugdenkend aan de voor hem buitengewone resultaten. Die stimuleren hem nog steeds het beste naar boven te halen, deze winter bij voorkeur tijdens het WK Afstanden in Hamar. “Dan wil ik op m’n best zijn, al zou ik hier ook graag hard rijden”, zegt Michael, kort na aankomst in de hoofdstad van China.
Het wordt echter allemaal overschaduwd door zijn verlangen nog een keer op de Olympische Spelen te staan. In Milaan 2026, mogelijk ook z’n laatste avontuur als langebaanman, wil Michael bijna utopisch goed presteren. Een medaille zou het summum zijn. Het liefst mikt-ie op de lange afstanden, die hebben een grotere voorkeur dan de loterij-achtige mass start. Hoe onbereikbaar dat doel ook lijkt, dromen mag iedereen. “Ik weet het: de jaren tellen en zijn meer en meer mijn tegenstander, maar ik geloof dat het kan. In Peyongchang zat ik er twee keer naast: ik werd vierde op de vijf kilometer én de team pursuit. Dat waren moeilijke dagen. Toen kwamen de Spelen van Beijing. Ik was niet slecht gedurende het seizoen, m’n vorm zat in de lift. Totdat ik kort voor het toernooi corona kreeg. Verre van ideaal. Het zorgde ervoor dat ik die ene prijs nog steeds mis…”
Want eremetaal van een WK Afstanden ligt al ergens in een of ander laadje. Het jaar voor de Spelen verraste Michael door brons weg te kapen op de vijf kilometer, achter Sven Kramer en Jorrit Bergsma, maar voor de neus van Douwe de Vries, Ted-Jan Bloemen en Sverre Lunde Pedersen. Toeval? Er volgde een tweede hoogtepunt, toen de Nieuw-Zeelandse musketiers Reyon Kay, Shane Dobbin en Michael naar zilver reden op de team pursuit. “Er is dus nog wat werk te verrichten”, kondigt hij aan.
Afbeulen gaat wel hand in hand met genieten. “Ik beleef zoveel plezier aan dit bestaan. De pijn en het afzien zijn dingen die me goed doen. Dat moet ook wel, want anders kun je dit niet volhouden. Kijk maar naar anderen, zoals Jorrit Bergsma. Ik prijs me daarnaast gelukkig dat ik niet veel lichamelijke ellende ben tegengekomen. Het lijf functioneert nog prima, en de geest is jong, hahaha.”
Gaat de drijfveer van de uitdaging ook niet een beetje gepaard met een historische mijlpaal die hij kan realiseren: de eerste olympische langebaanmedaille voor een Nieuw-Zeelander? “Zeker, zeker. Schaatsen is heel klein in Nieuw-Zeeland. Het zou daarom leuk zijn door het winnen van een plak jonge kinderen die nog nooit aan schaatsen hebben gedacht, op een spoor te zetten, de kans te geven het ook te proberen. Succes kan tot navolging leiden. Ik vind het geweldig te kunnen helpen om nieuwe deuren te openen. Momenteel reist er een relatief nieuwe jongen met ons team mee, Mark McCormack. In Inzell traint een andere knaap, Chase Morpeth, en ik hoor dat er enkele shorttrackers zijn die een switch naar de langebaan overwegen. Het probleem blijft de lange tijd die rijders van huis moeten zijn, omdat ze nu eenmaal in Europa of Noord-Amerika moeten trainen. En wanneer ze dan terugkeren in Nieuw-Zeeland na de winter belanden ze opnieuw in de winter van het zuidelijk halfrond. Dat is mentaal een aardige opgave.”
Aanwas of opvolging, het is vooralsnog toekomstmuziek. Michael beseft dat zijn run to glory nog heel wat zweetdruppels in het voortraject zal eisen. Waar de rijders van TeamNL alle faciliteiten in overvloed hebben (coachings- en begeleidingsstaf, materiaal, ijstijd) is het behelpen voor een globetrotter met passie. Twee keer per week traint Michael met zijn ploegmaten van het marathonteam A6.nl-KMC, verder moet hij het zelf uitzoeken, zo nu en dan geassisteerd door Dobbin (intussen coach geworden). “Als ik de kans krijg, laat ik videobeelden schieten van mezelf, die ik in de avonduren bestudeer. Mijn techniek heeft constant aandacht nodig, wil ik me nog verbeteren. Helaas is Shane er hier in Azië niet bij: we zitten als bond krap bij kas, hè. Josh Whyte zal me waarschijnlijk coachen op het ijs, met Mark die de rondetijden bijhoudt op de team pursuit. Het heeft ook weer iets speciaals, zulke taken onderling te regelen. Op deze manier hebben we allemaal heel close contact met de coach, hahaha!”