Zo eindigde het Olympische jaar 2010 met drie dwaze schaatsdagen in Thialf. Drie lange dagen sprinten en allrounden: in tv-samenvatting best interessant om naar te kijken, voor de toeschouwers ter plekke leek het wat veel van hetzelfde.

Gevestigde namen waren afwezig, hadden afscheid genomen of vielen door de mand. Wouter Olde Heuvel prolongeerde zijn allroundtitel en Nederlands beste allroundschaatsster Ireen Wüst deed mee aan het sprinttoernooi. Het Nederlands Kampioenschap allround werd dan ook het toernooi van veelbelovende nieuwkomers. De nieuwe hoofdrolspelers heten Marrit Leenstra, Koen Verweij, Jan Blokhuijsen en Renz Rotteveel. Ze zijn allen begin twintig, bijzonder talentvol en hoe opvallend: ze zijn echte allrounders.

Stefan Groothuis werd voor de vierde keer sprintkampioen. Zijn duizend meters waren van grote schoonheid. Zo ook de 500 meters van Jan Smeekens. De derde plaats van good old Jan Bos verdient respect. Dat er een skate off aan te pas moet komen om de vierde deelnemer aan het WK sprint te kunnen aanwijzen is een terechte beslissing. Dat Michel Mulder daaraan niet mag deelnemen, is onbegrijpelijk.

Annette Gerritsen maakte na een slepende blessure een mooie comeback. Margot Boer reed mooi naar de titel en Laurine van Riessen werd netjes derde. Samen met Wüst staat Nederland met een sterk viertal aan de start van het WK sprint dat eind januari in Thialf wordt verreden.

De oudjes hebben afscheid genomen, op Jan Bos na. Die gaat nog wel even door.

De biografie over Marianne Timmer is inmiddels geschreven. Het is een indrukwekkend verhaal dat vertelt over Het Gevoel van een vrouw die zich kwetsbaar opstelt en soms onnavolgbare beslissingen neemt om maar trouw te kunnen blijven aan zichzelf en haar missie. Groots en moedig bedreef ze jarenlang topsport. Groots en moedig is haar besluit om er nu een punt achter te zetten. Het laatste hoofdstuk is geschreven, maar nog niet afgedrukt. En zo krijgt het verhaal over de schaatscarrière van Marianne Timmer een open einde.