Daniëlle Lissenberg draait al heel wat jaartjes mee in het peloton. Sterker, de Groningse begint zaterdag in Amsterdam al haar negentiende seizoen. Maar nooit eerder, stelt Lissenberg, maakte ze zo’n massale wisseling van de wacht mee.

"In mijn eerste seizoen heb ik zelf nog wel gereden met dames als Klasina Seinstra en Boukje Bron, namen uit de Elfstedentocht van 1997. Die stopten daarna ook met nog wat anderen. Maar dat was niet zo extreem als dit. Bij het afscheid in Amsterdam keek ik eens om me heen en vroeg me echt af: wat blijft er over?’’

Lissenberg kijkt vooral met argusogen naar de nieuwe equipe van Clafis. Met Irene Schouten, Carien Kleibeuker en de Amerikaanse Heather Richardson is dat natuurlijk een ploeg die overloopt van kwaliteit. "Dat is wel een puntje", zegt Lissenberg met een lach. "De vraag is natuurlijk wel hoe veel ze rijden. Hangt af van het begin van het langebaanseizoen. Doen ze het goed, dan missen ze veel marathons door de World Cup."

Voor de rest, constateert Lissenberg, is er veel mogelijk. "Het ligt weer open, da's best mooi natuurlijk. Betekent toch dat er voor iedereen weer kansen liggen." De laatste seizoenen was dat anders, met veel zeges van de grootvorstinnen Huisman en Van der Wal. "Toch hebben we ook in die periode een seizoen gehad waarin we tien verschillende winnaars telden. Dat geeft al aan dat het damespeloton in de breedte sterker is geworden. De wedstrijden zijn de laatste jaren ook prima. Beter soms dan de mannen en dat kwam vijftien jaar geleden echt niet voor."

Talentvolle lichting

Met haar eigen ploeg van Koga heeft Lissenberg twee ijzers in het vuur. "We hebben met Carla Ketellapper een goede sprinter, maar aan de kant moeten we het ook wel hebben van ontsnappingen." Als Lissenberg om zich heen kijkt, zijn er wel rijdsters die ze in de gaten houdt. "Als het op snelheid aankomt natuurlijk Irene Schouten, maar voor het echte marathonschaatsen zijn Iris van der Stelt en Lisa van de Geest meiden die zich vorig seizoen al hebben laten zien. Ik denk ook best dat er nu een talentvolle lichting meiden van begin twintig is, die nu de kans krijgt."

Dat is ook de mening van Elma de Vries, die weliswaar niet zo lang meedraait als Lissenberg, maar toch ook al dik tien jaar ervaring heeft. "Er zijn toch al wat meiden die ook vorig jaar al goed presteerden. Die krijgen nu de kans zich echt verder te ontwikkelen."

Bovendien verwacht De Vries dat de wisselingen ook hun impact hebben op de wedstrijden. "Ik zal niet zeggen dat ze minder snel worden, maar in ieder geval meer open. Als het de laatste jaren aankwam op een sprint, dan waren het Mariska, Irene en Foske die meestal de dienst uitmaakten. En de wedstrijden werden ook regelmatig heel erg gecontroleerd. Dat zal nu minder worden, denk ik. Dat geeft hopelijk ook weer de meiden die doorstromen vanuit de regiotop meer de kans aan te haken bij het niveau. Dat zou een goede ontwikkeling zijn."

Verhoudingen

De Vries noemt uiteraard ook Van der Stelt - haar ploeggenote bij MK Basics - en Van der Geest als dames die een prominente rol kunnen vervullen. "Maar ook Sharon Hendriks en Aggie Walsma. Die hebben vorig jaar ook al leuke uitslagen gereden."

Hoe de verhoudingen precies liggen, is op dit moment moeilijk in te schatten, vindt De Vries. "Dan moeten we toch de eerste wedstrijden gereden hebben, zodat je een beetje kunt zien hoe alles zich ontwikkelt."

En misschien liggen er ook nog meer kansen voor De Vries zelf, die door de jaren heen al een aardige erelijst opbouwde. "Haha, misschien wel ja. Als ik kijk naar het inline-skaten, daar voelde ik me in vergelijking tot de laatste twee jaar echt heel goed. Kan ik dat vertalen naar het ijs, dan heb ik zeker kansen. Ach, en misschien kent de nieuwe lichting van over vijf jaar mij niets eens meer."