‘HET WAS ALSOF IK EEN GEHEIM DEELDE MET HET IJS’
“Met zo min mogelijk energie, zo hard mogelijk gaan. Dat is een ultiem voorbeeld van wat ik het mooist vind aan schaatsen. Als ik terugkijk op mijn schaatscarrière, is er één moment waarbij dit helemaal klopte. Nee, niet mijn olympisch bronzen medaille op de 5000 meter in 2014, zoals velen zouden verwachten; het werelduurrecord was zo’n moment.

Schaatsen heeft altijd iets magisch voor me gehad. De snelheid, de focus, en hoe het lijkt alsof je moeiteloos over het ijs zweeft. Dat gevoel heb je echter maar zelden. Het vereist een perfecte balans tussen lichaam en geest.

Het begon allemaal met een opmerking van mijn coach van destijds, Jillert Anema. Erik Jan Kooiman, mijn toenmalige teamgenoot, droomde al langer van het werelduurrecord. Jillert vroeg of ik me daar ook niet aan wilde wagen. In eerste instantie was ik niet direct enthousiast; ik had mijn zinnen gezet op het Nederlands record op de vijf kilometer. Het uurrecord voelde als iets wat erbij zou kunnen komen, niet als een doel op zich. Maar toen Jillert zei dat we het in onze training konden opnemen, veranderde mijn houding. Als dat kan, dan wil ik het wel proberen, dacht ik.

Zo begon ik te trainen voor het uurrecord, zonder de gebruikelijke druk en verwachtingen die bij zo’n uitdaging horen. Tijdens een wereldbeker in Calgary besloot ik mijn training iets anders aan te pakken. In plaats van mijn gebruikelijke trainingen waarin ik alleen maar kilometers reed, ging ik daar simpelweg rondjes rijden. Zonder echt op de tijd te letten, alleen maar gefocust op het gevoel van het glijden over het ijs. En het voelde goed. Zelfs zo goed dat ik na vijfentwintig ronden moest worden gestopt, omdat ik anders waarschijnlijk nog veel langer was doorgegaan.

Dit gevoel van in de ultieme flow zitten is voor mij waar het schaatsen om draait. Het is niet zozeer de prestatie op zich, maar dat ene moment waarop alles klopt; je niets anders kunt doen dan in het nu zijn. Dat het niet langer gaat om winnen of verliezen, maar om de puurheid van de beweging, om de perfecte timing van elke afzet.

Toen de dag van het aanvallen van het uurrecord op 9 december 2015 in Inzell was aangebroken, waren de omstandigheden minder ideaal dan tijdens de training. De hal was koud en ik voelde de druk toenemen. In het begin van mijn race tegen de klok ging het moeizaam. Ik riep zelfs dat het niet zou lukken. Maar Jillert schreeuwde terug dat ik mijn mond moest houden en gewoon moest doorgaan. Die eenvoudige woorden brachten me terug naar die flow.

Het was een bijzondere ervaring, vooral omdat er bijna niemand van mijn naasten mee was om mij aan te moedigen of het na die tijd te kunnen vieren als het zou lukken. Ik deed het er immers “gewoon even” bij. Toch besefte ik - vlak nadat ik het uur succesvol volbracht had - dat dit misschien wel bijzonderder was dan ik had ingeschat. Erik Jan, die na mij aan de beurt was, had wel zijn geliefden meegenomen. Voor hem was het echt iets groots. Ik weet nog dat zijn ouders mij ook aan het aan moedigen waren. Dit maakte het moment misschien juist zo puur. Dat ik niemand had uitgenodigd om te komen kijken; zo ontdaan van alle franje die vaak met grote prestaties gepaard gaat.

Wat dit uurrecord voor mij extra speciaal maakte, was dat het voelde als een terugkeer naar de essentie van het schaatsen. Het was niet de strijd tegen anderen, maar tegen mezelf. Het ging om de pure vreugde van het schaatsen, iets wat in de druk van competitie vaak verloren gaat. In de aanloop hiernaartoe trainde ik voor mezelf, zonder dat iemand precies wist wat ik aan het doen was. Het was alsof ik een geheim deelde met het ijs, een geheim dat me terugbracht naar de reden waarom ik ooit begonnen was met schaatsen.

Het was ook een moment waarop ik me realiseerde dat, ondanks alle techniek en kracht die je opbouwt door de jaren heen, het uiteindelijk aankomt op timing en gevoel. Je kunt je motor nog zo goed hebben getraind, maar als de timing niet klopt, zul je nooit dat perfecte moment bereiken.

Achteraf gezien had ik misschien meer moeten genieten van dit moment. Wellicht hoort dit bij mijn karakter; die constante drang om door te gaan, om altijd naar het volgende doel te streven. Dit is uiteindelijk wat schaatsen altijd voor mij is geweest: een zoektocht naar die zeldzame momenten van moeiteloosheid, van pure flow. Momenten die je niet kunt forceren, maar die soms gewoon gebeuren, als je bereid bent om er volledig in op te gaan.”

Moment van Carien Kleibeuker