‘DAAR STA JE DAN, OP HET OLYMPISCH ERESCHAVOT IN EEN VEEL TE GROTE BROEK’
“Schaatsen heeft me vele memorabele momenten gegeven, maar als ik terugkijk op mijn carrière, is er een ervaring die me altijd bij zal blijven. Het was niet mijn beste race, noch mijn grootste prestatie, maar het leidde tot een moment vol chaos en onverwachte hilariteit.
Om dit verhaal goed te begrijpen, moet ik teruggaan naar de Winterspelen van Sochi 2014. Een jaar vol uitdagingen, waarin ik me door blessures heen moest vechten. Kort voor de Spelen brak ik mijn linker enkel, iets dat ik bewust niet aan de grote klok wilde hangen. Ik was net overgestapt van TVM naar Corendon, en die blessure zorgde ervoor dat ik lang moest revalideren. Het was een constante strijd om mijn mobiliteit terug te krijgen, om weer soepel door de bochten te kunnen schaatsen. Het was fysiek zwaar, maar mentaal misschien nog wel zwaarder.
Desondanks stond ik daar, in Sochi, klaar om deel te nemen aan de vijf kilometer en later die week aan de ploegenachtervolging. Het was de dag waar ik al die tijd naartoe had gewerkt. Een dag waarop ik wist dat er iets groots kon gebeuren. Maar de uren voorafgaand aan de race gingen tergend langzaam voorbij. Ik probeerde te slapen, mijn schaatsen te slijpen en zoveel mogelijk rust te pakken, maar de zenuwen en adrenaline lieten me niet los. De uren duurden eindeloos. Pas toen ik eindelijk naar de baan mocht om mijn warming-up te doen, kon ik wat ontspanning vinden.
De race zelf was een bizarre ervaring. Ik reed tegen de Belg Bart Swings, een sterke tegenstander. Al snel na de start besefte ik dat ik misschien te hard van stapel liep. Ik opende met een rondje van 17.9 seconden en wist meteen: dit gaat te snel. Ik moest gas terugnemen, anders zou ik mezelf opblazen. Bart kwam hard onder me door, maar ik hield vol. Het was een zware race, en terwijl de pijn in mijn benen toenam, voelde ik dat ik net iets meer over had dan hem.
Op dat moment hoorde ik het publiek juichen. Mijn familie en vrienden, die speciaal naar Sochi waren afgereisd om me aan te moedigen, gaven me die laatste boost. Hun stemmen drongen door het rumoer van de tribunes heen, en dat gaf me kracht. Het gaf me het gevoel dat ik niet alleen op het ijs stond, dat er een hele groep mensen achter me stond. Uiteindelijk haalde ik alles uit mezelf en eindigde ik met een zilveren medaille achter Sven Kramer. Jorrit Bergsma behaalde het olympisch brons. Het was een prestatie waar ik enorm trots op ben, zeker gezien de moeilijke weg ernaartoe.
Maar de race zelf was niet het enige opmerkelijke aan die dag. We zouden gehuldigd worden op het podium, er was een strikte dresscode voor de ceremonie. Sven had zijn kleding allemaal netjes laten maken, maar ik had het iets minder goed geregeld. Ik dacht dat ik na de race nog wel tijd zou hebben om naar mijn kamer te gaan om mijn spullen te halen. Maar dat bleek niet zo te zijn. Ik moest me snel omkleden voor de huldiging en had mijn officiële snow-broek niet bij me… Shit wat nu? De paniek sloeg toe.
Gelukkig had onze fysiotherapeut Zoran Radmilovic wel een extra broek bij zich. Probleem opgelost, zou je denken. Maar Zoran is bijna twee meter lang, en ik ben dat duidelijk niet. Zijn broek was gigantisch, een tent van een kledingstuk. Terwijl de rest van het team er strak en professioneel uitzag, stond ik daar in een broek die veel te groot was. We probeerden het nog een beetje op te lossen met veiligheidsspelden, maar het mocht niet baten. De broek bleef om mijn benen klapperen. Het was eigenlijk niet te doen.
Toen ik eenmaal op het podium stond, voelde ik me behoorlijk ongemakkelijk. Terwijl het nationale volkslied speelde en de camera’s op ons gericht waren, was ik vooral bezig om mijn broek op zijn plek te houden. Het was lastig om te genieten van het moment, terwijl je constant bang bent dat je broek afzakt. Toch kon ik, met terugwerkende kracht, de humor van de situatie inzien. Daar stond ik dan, op het podium van de Olympische Spelen, met een zilveren medaille om mijn nek en een broek die vele maten te groot was. Het was het soort moment dat je later lachend vertelt, maar op dat moment vooral frustrerend was.
Ik kan me niet meer herinneren of Sven en de rest van het team er grappen over hebben gemaakt. Vast wel. Het was niet te missen, die gigantische broek die me haast opslokte. Het was niet het perfecte plaatje dat ik in gedachten had, maar het was wel precies zoals het moest zijn. Dat is ook wat sport zo mooi maakt. Het gaat niet altijd zoals gepland, maar het zijn juist die onverwachte momenten die je voor altijd bijblijven.
Wat deze ervaring nog extra bijzonder maakte, was het feit dat wij met z’n drieën het begin waren van een ongekend succesvolle Spelen voor de Nederlandse equipe. Het gevoel van saamhorigheid, de winning flow waar we in zaten, was ongeëvenaard. We deelden de successen en de momenten van stress. Dat mijn kledingkeuze daarbij een beetje uit de toon viel, maakte het alleen maar memorabeler.”