‘HET WAS HET MEEST FANTASTISCHE DAT ER KON GEBEUREN’
“Het is appels met peren vergelijken, maar als ik écht moet kiezen dan zal het je niet verbazen dat ik op een coachmoment uitkom; als begeleider. De desbetreffende gebeurtenis was tijdens de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in 2019. De zomer ervoor, in augustus, was dit moment eigenlijk al voorbereid. We maakten met het team een fietstochtje vanuit mijn woonplaats Elburg. Eén van hen was Iris van der Stelt. Zij is de allerliefste persoon die je je kunt voorstellen in je team. Ze is een persoon die het minst op haar strepen staat, terwijl ze zoveel kwaliteiten heeft. Voordat zij uitsprak dat haar wens was om de 200 kilometer op de Weissensee te winnen, had ze mij al een keer gebeld om te polsen wat ik hiervan vond. Ik heb tegen haar gezegd dat ik zwaar teleurgesteld zou zijn als zij dit niet zou uitspreken. Zij had al zoveel overwinningen behaald. Deze klassieker kon niet ontbreken op haar lijstje. Achteraf gezien denk ik dat dit voor haar het laatste zetje was dat ze nodig had.

Na dat rondje op de fiets in augustus zaten we met z’n vijven bij elkaar. Het was voor het eerst dat Iris naar haar teamgenoten hardop uitsprak dat ze de 200 kilometer wilde winnen. De andere drie meiden (Merel Bosma, Lisa van der Geest en Dieuwertje van Kalken) reageerden heel begripvol. Dieuwertje had zelf de ambitie nog niet, want die was er net bij. Lisa had in 2017 al gewonnen. Merel wilde zelf ook wel, maar die snapte dat Iris al vaak zo dichtbij was geweest. Voor Iris was het nog net een stapje dichterbij dan Merel. ‘Dat gaan we dan gewoon proberen voor elkaar te krijgen’, zeiden ze. Nou ja… laat ‘proberen’ maar weg. We wilden het dusdanig organiseren dat het zou gebeuren.

Naderhand zijn we met elkaar om tafel gegaan en hebben we gekeken hoe we dit het best konden aanpakken. We stelden een uitgebreid plan op en naarmate de Weissensee dichterbij kwam, zijn we er steeds meer naartoe gaan werken. Dan nog blijft het spannend of het zo loopt zoals je bedacht hebt. Niemand moest geblesseerd raken; er zijn honderd dingen die goed moesten gaan.

Gelukkig was in de aanloop naar de 200 kilometer alles volgens plan verlopen. De wedstrijddag was aangebroken. Iris kwam na 140 kilometer eigenlijk te vroeg in de kopgroep, per ongeluk, omdat ze eenvoudig meereed met wat anderen. Dat was niet gepland. Uiteindelijk pakte het goed uit dat deze groep wegbleef en Iris solo wegreed.

In de laatste kilometer kreeg ze Manon Kamminga nog achter zich aan. Het mooie was dat wij tijdens het voorafgaande ONK een les hadden geleerd die nu perfect van pas kwam. Normaal gesproken sta je als coach ergens achter de finish, zodat je je rijders kunt opvangen. Op dat Open Nederlands Kampioenschap trok Merel de sprint aan voor een ander team, wat natuurlijk niet de bedoeling was. Omdat ik toen achter de finish stond, kon ik daar op dat moment niets meer aan doen. We besloten daarom dat ik tijdens de Alternatieve Elfstedentocht vijfhonderd meter voor de finish zou staan. Dan kon ik nog een laatste aanwijzing geven. Dit bleek een gouden zet…

Het was precies het moment dat Iris alleen vooropreed. Manon reed nog een meter of vijf achter Iris. Ik kon haar nog één keer aangeven: let op Iris, Manon komt er nog aan! Achteraf vertelde ze me dat dit heel goed is geweest. Anders zou ze verrast zijn en nu kon ze er mooi op anticiperen.

Jannes Mulder klonk door de speakers en ik hoorde hem schreeuwen dat ze het gered had. Met een halve meter verschil kwam Iris als eerste over de streep. Het was geweldig! Het liefst vlieg je je pupil op zo’n moment meteen in de armen. Daar stond ik dan moederziel alleen vijfhonderd meter van de eindstreep op de Weissensee. Je wilt op dat moment op één plek zijn en dat is natuurlijk niet vijfhonderd meter verderop.

Ik zag Rick Nijkamp, de directeur van MKBasics.nl, onze sponsor, en gaf hem een dikke knuffel. Vervolgens sprong ik op mijn mountainbike - die ik altijd bij me had – en wist niet hoe snel ik naar de finish moest komen. Twee minuten later vloog ik Iris in de armen. Janken, lachen, feesten en alles door elkaar. Het was gekkenhuis. Die meiden schaatsen hun gehele carrière voor één doel: op het winnaarsbord van de Weissensee komen. Het is weinigen gegeven. Als dit na tien jaar marathons rijden lukt, is dat voor iedereen die daarbij betrokken is het meest fantastische dat er kan gebeuren. En dat het volledig volgens plan was verlopen, zoals we een half jaar eerder uitgetekend hadden, maakt het extra bijzonder. De cirkel was rond.”