‘IK DENK DAT MIJN MENTALE KRACHT ME DIE DAG HEEFT GERED’
“Mijn moment was ongetwijfeld het Olympisch Kwalificatietoernooi (OKT) van december 2013, een cruciale wedstrijd op weg naar de Olympische Spelen van Sochi. Het begon allemaal een week voor deze kwalificaties, toen ik een trainingswedstrijd zou rijden om mijn laatste puntjes op de i te zetten. Dit was een belangrijk moment om snelheid op te doen en energie los te maken voor de belangrijke wedstrijd, maar de dag voor die trainingswedstrijd werd ik ziek. Koorts, griepachtige symptomen; ik weet nog steeds niet precies wat het was. Wat ik wel weet, is dat de situatie allesbehalve gunstig was. In de dagen die volgden, steeg mijn koorts van 38 naar 39 graden. Ik werd steeds zieker. Normaal gesproken heb je hiervoor twee weken hersteltijd nodig.
Dit was een scenario dat iedere atleet vreesde: jarenlange training voor één moment en dan ziek worden op het cruciale punt. Ik herinner me nog goed hoe we in die tijd al erg voorzichtig waren met ziek worden, nog voor corona-tijden. Geen handen schudden, gescheiden eten – we namen alle voorzorgsmaatregelen. Maar ondanks mijn voorzichtigheid, was ik ziek.
Een moment dat me is bijgebleven was dat Sicco Janmaat, onze assistent-trainer, voor mijn deur stond met een enorme tas boodschappen. Hij wilde niet binnenkomen, bang om ook ziek te worden of anderen van het team aan te steken. Daar stond hij, buiten op de stoep, terwijl hij de tas met eten voor mijn deur neerzette. Het was een lief gebaar, maar eerlijk gezegd kon ik amper aan eten denken. Toch zorgde hij ervoor dat ik in ieder geval wat in huis had.
Gelukkig begon de koorts drie dagen voor de wedstrijd wat af te nemen, maar zelfs toen voelde ik me nog ellendig. Ik besloot de dag voor de wedstrijd weer even op het ijs te staan, maar voelde me als een natte tosti. Mijn lichaam was uitgeput en alles voelde zwaar. Toch lukte het me om kalm te blijven. Dit had alles te maken met mijn mindset. Ik wist dat paniek nergens toe zou leiden en dat het belangrijk was om mijn energie te sparen en zo snel mogelijk beter te worden. Dat werkte wonderwel goed.
Op de dag van de wedstrijd voelde ik me fysiek nog steeds niet top, maar mentaal was ik in balans. Ik wist dat ik op die dag moest presteren, en hoewel ik geen goed gevoel had met het ijs, heb ik mezelf twee keer volledig gegeven. Tot mijn verbazing plaatste ik me voor de Olympische Spelen. Het was een enorme mentale overwinning. Die plaatsing was niet alleen een beloning voor mijn fysieke prestaties, maar ook voor mijn mentale kracht. Dit moment gaf me zoveel vertrouwen. Ik wist dat als ik onder zulke omstandigheden kon presteren, ik klaar was voor de Spelen. Het was ook een ontlading, zoals iedere topsporter dat kent: als dingen eindelijk op hun plaats vallen, is dat zo’n geweldig gevoel.
Ik denk dat de kracht die ik toen voelde voortkwam uit mijn vermogen om volledig in het moment te blijven. Ik was niet bezig met de toekomst of met het resultaat, maar alleen met wat ik op dat moment kon doen. Dit is iets dat je als sprinter leert: je hebt weinig ruimte voor fouten, dus je focust op wat je kunt controleren. Ik denk dat mijn mentale kracht me die dag heeft gered.
Het blijft een bijzonder moment in mijn carrière. Die wedstrijd had geen dag eerder moeten komen, maar ook geen dag later. Het kwam allemaal precies goed samen. Achteraf gezien denk ik dat als ik niet ziek was geworden, ik misschien te veel had nagedacht, te veel had willen doen, en daardoor minder gefocust was geweest. Nu was ik gedwongen om alles simpel te houden: rusten, herstellen, en op het juiste moment presteren.
Natuurlijk hielp het ook dat ik in de jaren daarvoor al flink wat ervaring had opgebouwd. Ik had zeven jaar World Cups gereden en wist wat er nodig was om op het scherpst van de snede te presteren. Mijn mindset heeft me vaak geholpen om boven mezelf uit te stijgen. Wedstrijden zien als een kans om iets te winnen, in plaats van iets te verliezen – dat heeft me altijd sterker gemaakt.
Mijn familie, die er altijd voor me was, reisde mee naar iedere wedstrijd en was ook bij dit OKT aanwezig. Het was geweldig om dat succes met hen te kunnen vieren. Toen we na de wedstrijd thuiskwamen, werd er een fles champagne opengetrokken. Achteraf zei mijn coach Jac Orie: ‘Dit heb ik nog nooit gezien. Het is een sterk staaltje mentale kracht hoe je dit hebt geflikt.’ Dat was leuk om te horen. Als je zo lang met elkaar samenwerkt, leer je elkaar steeds beter kennen. Het maakte deze woorden extra speciaal.”