‘WONDER BOVEN WONDER, REED IK MIJN SNELSTE 500 METER OOIT’
“Ik ben ooit Nederlands kampioen Allround geworden, waar ik bijna te laat kwam voor de start. Soms vallen dingen samen… Ik woonde, net als vele andere schaatsers, in het hotel in Wolvega van Annie en Piet Kromkamp. Dit voelde voor mij als een thuis. Ik heb daar bijna vijf jaar gewoond. ’s Ochtends zat ik altijd met Annie en Piet te ontbijten. Op wedstrijddagen maakte ik met mijn coaches David Bombeke en Aart van der Wulp een briefje met een tijdschema, zodat ik gedurende de dag bijna op de minuut nauwkeurig wist wat ik moest doen. Dit gaf me rust. 

Het was zaterdag 18 december 2004 en ik zat volledig in het nu, in mijn bubbel en volgde precies mijn programmaatje dat we hadden opgesteld. Anderhalf uur voor de start zou ik richting Thialf gaan, zodat ik relaxed mijn warming-up kon doen.

Tweeëneenhalf uur voordat de wedstrijd zou beginnen, dat dacht ik tenminste, zat ik rustig een boterham met jam te eten beneden in het restaurant aan de grote keukentafel. Even later kwam Annie naar mij toe en zei: ‘Je zit hier nu wel heel chill  te doen, maar hoe laat moet jij eigenlijk starten? Wij vertrekken zo al naar Thialf om naar de races te kijken.’ Ik liet haar weten dat ik nog voldoende tijd had, want ik zat in mijn schema van ‘broodje eten’ en toonde haar trots mijn programma. Waarop zij zei: ‘Dit is allemaal leuk en aardig, maar de 500 meter voor de vrouwen allround start over drie kwartier.’ Alle andere schaatsers waren blijkbaar al lang vertrokken, dus het was raar dat ik daar nog in alle rust zat.

Ik keek op mijn klok en schrok me een hoedje. Shit!!  In plaats van één uur en vijfenveertig minuten voor de start, zat ik er een uur naast. Ik raakte volledig in de stress. Mijn tas inpakken had ik pas na het eten van mijn boterham in de planning staan, dus ik ben vervolgens full speed  naar boven gerend en heb alles snel bij elkaar geraapt. Met enorme adrenaline in mijn lijf ben ik in mijn auto gesprongen en vol gas reed ik naar Thialf.

Op de ijsbaan aangekomen, heb ik alleen nog een rondje als warming-up kunnen doen. Eenmaal op het ijs kon ik voor mijn gevoel de hele wereld aan. Ik dacht: laat die wedstrijd maar komen, ik ben op tijd!  Er waren blijkbaar allemaal snelle tijden gereden, maar het deed me niks. Van de kortste afstand moest ik het toch niet hebben.  

Positief opgefokt reed ik wonder boven wonder mijn snelste 500 meter ooit: 40,41 seconden. Waarschijnlijk door de enorme adrenaline die ik in mijn lijf had. Volledig in het moment, was ik maar op één ding gefocust: met mijn pak en schaatsen aan, op tijd aan de start verschijnen. Door deze goede race zette ik een flinke basis neer voor het toernooi. Ik voelde me deze dagen heel fit, maar ik had nooit gedacht dat ik voor de allroundtitel kon gaan. Dit NK gold toen ook al als plaatsing voor het EK Allround. Dat weekend won Sven Kramer bij de heren en ik bij de vrouwen.

Een week later probeerde ik opnieuw bijna te laat te komen. Ik dacht het geheim van de smid gevonden te hebben voor de sprint, maar dit werkte voor geen meter. Je wilt het kopiëren, maar dan wordt het geforceerd. Soms vallen dingen samen en moet het zo zijn.”

Foto: Abbink Fotografie