Voormalig sprintkampioene, Christine Aaftink (57), was best huiverig voor haar leven na het schaatsen. "Ik was bang dat ik flink zou aankomen. Ik had van mezelf stevige benen. Als bewegingswetenschapper wist ik als geen ander dat ik minstens twee tot drie keer in de week in beweging moest blijven."
Aaftink vond een nieuwe sportieve uitdaging in basketbal, een sport die ze al op de middelbare school leuk vond. Hoewel ze snel was en veel kracht had, moest ze wennen aan de technische aspecten van de sport. "Bij basketbal moet je omhoog springen, terwijl ik gewend was om tijdens de zomertrainingen springbewegingen naar voren te maken." Ondanks deze uitdagingen genoot ze van de teamsport en de nieuwe dynamiek die het met zich meebracht.
Naast basketbal bleef Aaftink actief door wekelijks hard te lopen met een vriendengroep. "Elke maandagavond gingen we een uurtje lopen en daarna koffiedrinken." Het sociale component hielp haar gemotiveerd te blijven. "Het was de afspraak die ervoor zorgde dat ik in beweging bleef. Zonder die groep had ik het waarschijnlijk niet gedaan."