“Het gaat.” Twee woorden, ze passen eigenlijk heel goed bij de nieuwe doorbijter van de marathonploeg VGR/ Vreugdenhil die zich moeilijk laat afremmen door fysiek ongemak. Ook nu, terwijl ze thuis nog ligt bij te komen van een operatie aan een gebroken sleutelbeen én een hersenschudding, zegt ze in dat ene zinnetje dat ze het hoofdstuk pech liever achter zich laat. Alleen, de toon waarop het uit haar mond rolt, verraadt dat het allemaal nog niet zo prettig voelt.
De aaneenschakeling van gebeurtenissen in de laatste paar weken, tot aan een onschuldig lijkende val op de skeelerbaan in Almere, kan ze zich haarscherp herinneren. Het is zo’n onbezorgde zomer vol sport geweest. Samen met vriend Tom den Heijer is ze gaan cruisen op haar trekking bike met bepakking, dwars door de Franse en Italiaanse alpen. Colle delle Finestre, Galibier, de Lautaret, dat soort reuzen van bergen zijn er bedwongen. Inspanning met ontspanning, en tegelijkertijd een serieuze basis leggen voor weer een marathonseizoen: het is favoriete menu in de rustige maanden voor het fanatieke stel.
Aansluitend is er een stop gemaakt in het Duitse Geisingen, waar ze de wielen van hun skeelers een week lang hebben laten rollen. Als Femke aangeeft dat ze op de indoorpiste ‘echt veel uren hebben gedraaid’, kun je er vanop aan dat het een bijna volledige werkweek is geworden. “Het liep zo goed dat ik zelfs nog zin had om, nadat we terug waren in Nederland, mee te doen aan de skeelermarathon in Heerhugowaard. Was leuk.”
Dat is de training van maandag 19 augustus ook, de dag na de race. “Ik skeelerde lekker. En op een gegeven moment ben ik wakker geworden in het ziekenhuis.” De film in haar hoofd is een tijdje onderbroken, wat er is voorgevallen is niet meer terug te halen. Wat zeker is: een ongeluk dat in een klein hoekje huisde. Van ploeggenoten heeft ze inmiddels een beetje begrepen wat er is gebeurd. “Ik heb waarschijnlijk degene die voor me reed aangetikt, waarna ik voorover ben gevlogen. Head first op het asfalt. Met mijn sleutelbeen (rechts, red.) ook. Mijn armen hebben niets van de klap kunnen opvangen. Van horen zeggen weet ik dat ik anderhalve minuut echt buiten bewustzijn ben geweest. Toen Tom in het ziekenhuis arriveerde, kwam ik pas beter bij mijn positieven”, zo vat ze het eerste deel van het verhaal samen.
Het is nu ruim een week later, wanneer ze op gereserveerde toon haar toestand onder woorden brengt. “Het gaat.” De reden laat zich raden. De hersenschudding veroorzaakt zeurende pijn, maar het gebroken sleutelbeen – dat oorspronkelijk op natuurlijke wijze had moeten helen – is woensdag operatief onder handen genomen. “Ik ging naar het ziekenhuis voor een controlefoto, en een paar uur later lag ik op de tafel omdat het bot niet goed aan elkaar groeide. Stel: je legt twee wijsvingers op elkaar met een beetje overlap, en dan nog enkele millimeters ruimte ertussen. Dan heb je een idee hoe mijn sleutelbeen heeft gestaan….”
De zaak zit nu aan elkaar door middel van een plaatje. “Waarschijnlijk heb ik van deze blessure minder lang last dan van mijn hoofd. De pijn was in eerste instantie aardig verdwenen, maar sinds afgelopen zondag is het erger geworden. Dankzij de pijnstilling voel ik momenteel weinig. Eerlijk gezegd verwacht ik dat mijn hoofd me de grote beperkingen zal gaan opleggen.” Mossinkoff praat uit ervaring. Een dik jaar geleden is ze van haar mountainbike getuimeld, met een hersenschudding tot gevolg. Er zijn genoeg voorbeelden van sporters die zich te snel terug melden aan het front. “Het is zaak om vooral niet te snel te beginnen”, klinkt redelijk overtuigend. “En ook rustig op te bouwen. Niet te veel te doen.” Ze lacht zacht. “Dat kan lastig zijn, ja.” Want bij haar gaat het al snel...
Zou ze denken aan zaterdag 19 oktober, de dag van de eerste marathon? Femke laat zich niet verleiden tot een gedurfde voorspelling. “Dat ligt aan het herstel.”