Naam: Annamarie Thomas
Geboorteplaats: Emmeloord
Geboortedatum: 15-09-1971
Hoogtepunten: Wereldkampioen 1000 en 1500 meter en wereldrecord op de 1500 meter
Stopte met schaatsen in: 2006
Burgerlijke staat: Woont samen met haar vriend in Eindhoven

Jouw plezier op het ijs straalt ervan af. Wist je meteen na je carrière dat je dit wilde gaan doen?
"Nee, ik had helemaal niet als doel om trainster te worden. Ik werd een aantal jaar geleden gevraagd door Herman Kruis, oprichter van Deltalent, of ik de schaatstalenten in de omgeving van Breda wilde opleiden. Hij vond dat er te weinig talenten op het Johan Cruyff College zaten en wilde daar iets aan doen. Herman heeft mij overgehaald om de trainingen te verzorgen. In eerste instantie had ik daar helemaal geen zin in, maar hij zei: 'Je mag ook clinics geven'. Dat vond ik heel leuk, aangezien ik dat ook voor de KPN Junior Schaatsclub en Aegon heb gedaan samen met Barbara de Loor."

Waarom zag je het aanvankelijk helemaal niet zitten?
"Ik had niet zoveel zin om elke dag weer op het ijs te staan. Dat moet ik helemaal niet willen, dacht ik. Toch heb ik het wel gedaan en dan krijg je al heel snel een klik met de kids. Ik heb zelf geen kinderen, maar ik zie dit als mijn veertig kinderen. Ik zal het te allen tijde voor ze opnemen."

Foto: Martin de Jong

Werk je puur als trainster van de Baanselectie Breda?
"Ik ben 27 uur in de week voor de gemeente Breda in dienst als talentcoach schaatsen. Het project heet Deltalent en hier werken we aan de talentenontwikkeling in zes verschillende sporten: hockey, atletiek, damesvoetbal, handbal, rugby en schaatsen. Naast het opleiden van talenten geven we clinics en lessen in aandachtswijken. Dat hoort er maatschappelijk gezien ook bij. Het is een supermooi project en voor mij is het mooi dat ik op die manier nog steeds met sport bezig ben. In de winter ben ik logischerwijs drukker dan in de zomer."

Deltalent en de Baanselectie Breda zijn dus twee verschillende dingen?
"Ja, de talenten beginnen bij Deltalent en als ze ouder worden, kunnen ze doorstromen naar de Baanselectie. Als je te oud bent voor de Baanselectie kun je terug komen bij Deltalent of anders regel ik een ploeg waar ze door kunnen gaan. Ik laat ze nooit vallen, nooit."

Je doet dit werk inmiddels zes jaar. Wat heb je in de jaren daarvoor gedaan?
"Vlak nadat ik in 2006 gestopt was met schaatsen, besloot ik mee te doen aan het televisieprogramma Sterren Dansen Op Het IJs. Ik vond dat ik dit gewoon moest doen en ik ben van mening dat dan je altijd de eerste keer mee moet doen. Bovendien was het voor mij de kans om eindelijk weer wat te winnen, haha. Helaas won ik niet, maar Hein Vergeer het programma, desalniettemin was het een succesvolle show en een geweldige ervaring. Het programma werd elke week door twee miljoen mensen bekeken. Na het programma werd ik met mijn ijsdanspartner op allerlei stadsijsbanen gevraagd om shows te geven en schaatsten we een week in de kerstshow van Holiday on Ice mee."

En wat kwam er daarna op je pad?
"Speciaal voor kinderen ben ik schaatskampen op gaan zetten. De ouders die langs de kant stonden, waren ook enthousiast en zodoende ben ik Women on Ice gaan doen. Hierbij heb ik vier keer een damesschaatsdag georganiseerd op Flevonice. Omdat ik daarna geen sponsor meer had, ben ik ermee gestopt."

Dus Women on Ice is nu voorbij?
"Drie jaar geleden kwam de organisatie van de Weissensee bij me en vroeg of ik daar een Women on Ice wilde opzetten. Dat heb ik toen gedaan en dat werd heel groot opgepakt. In principe kan ik er zo weer mee beginnen, want ik heb alles nog liggen. Stel dat iemand dit leest en denkt: ik wil graag iets met damesschaatsen doen, dan rol ik hem zo uit."

Klopt het dat je ook ambassadeur bent voor verschillende goede doelen?
"Ja, één daarvan is Stichting Bechterew. Bechterew is een reumatische aandoening en dat heb ik zelf. Verder ben ik ambassadeur van de Nationale Sportweek en van Plan Nederland met het scholierenproject Schaatsen en Zwemmen voor water. Ik wil kinderen en mensen meegeven hoe leuk sporten kan zijn."

Is die reumatische aandoening de reden dat je in 2006 bent gestopt?
"Nee, ik denk dat ik er op mijn twintigste al last van had, maar toen was het nooit ontdekt. Pas toen ik bij Jac Orie in de ploeg kwam, ben ik naar een reumatoloog geweest bij de Vrije Universiteit in Amsterdam en die constateerde het meteen. De laatste jaren gaat het heel goed, maar dat komt omdat ik goed op mijn dieet let. Zo eet ik onder andere geen melkproducten meer."

Mis je het topsportleven weleens?
"Absoluut niet. Je leeft echt als een monnik voor je sport, terwijl ik ook van andere dingen hield. Ik vind het heerlijk dat ik nu de vrijheid heb en niet op een bepaalde tijd naar huis hoef. Met alles wat je deed, 's ochtends of 's avonds, moest je op de klok letten, verschrikkelijk. Nee, dat zou ik nu niet meer kunnen. De sportdiscipline van toen is helemaal weg."

Foto: Martin de Jong

Heb je nog contact met je collega's van toen?
"Op Facebook of Instagram af en toe. En sommigen staan ook als trainer op het ijs. Iedereen heeft een ander leven en zijn eigen bezigheden. Toch zien we elkaar meestal wel bij een grote wedstrijd in Thialf. De KNSB geeft ons als Gouden Speld-dragers kaartjes om naar een wedstrijd te komen. Dat is supergoed geregeld! Ja, en dat is dan één grote reünie en iedereen zoekt elkaar dan weer op. Het WK Sprint vorig jaar was bijvoorbeeld heel gaaf!"

Wat zijn de hoogtepunten uit je eigen carrière?
"Vroeger zou ik mijn twee wereldtitels hebben gezegd, maar nu ik afgelopen jaar heb gezien hoe moeilijk het is om een wereldrecord te rijden, vind ik het wereldrecord misschien wel het meest bijzonder. Ik ben nog steeds de laatste Nederlandse vrouw die dat is gelukt. Natuurlijk staat de tijd tegenwoordig veel scherper, maar in mijn tijd stond die tijd ook heel scherp. Dat kun je niet vergelijken. Mijn wereldtitels op de 1000 en 1500 meter zijn uiteraard ook heel speciaal. Het waren mijn eerste WK Afstanden (1996) en ik had toen voor het eerst het besef van: we kunnen de Oostblokkers verslaan. Ik versloeg ze toen nog op de vaste schaats en op het moment dat die strijd nog op zijn hevigst was."

Jij reed vroeger zo'n beetje alle wedstrijden. Zie jij een verschil met tegenwoordig?
"Vroeger waren schaatsers veel herkenbaarder. In onze tijd zag je altijd dezelfde koppen aan de start, tegenwoordig doen de toppers niet overal meer aan mee. Als de toppers niet rijden, gaan er anderen en dan ben je op een gegeven moment als kijker het beeld kwijt. Natuurlijk snap ik wel dat de oudere rijders die kwetsbaar zijn voor blessures een wedstrijd overslaan, maar ik vind dat de jonkies alles moeten rijden wat ze mogen rijden."

Wat zijn voor jou je dieptepunten geweest?
"Vooral de rugpijn die ik in mijn carrière heb gehad. Achteraf bleek dat dus de Bechterew te zijn. Ik heb een keer tijdens een trainingskamp in Inzell een hele week gehad dat ik niks kon. Ik had zoveel pijn dat ik alleen nog maar kon wandelen. Dat vond ik heel heftig. Verder vond ik de Olympische Spelen in Nagano in 1998 een grote teleurstelling. Twee jaar eerder was ik nog wereldkampioen, maar ik kon nog moeilijk aarden met de klapschaats. Marianne Timmer, mijn grootste concurrent, was er wel aan gewend en won twee olympische titels. Dat vond ik toen moeilijk, maar zij was op dat moment wel gewoon veruit de beste. Haar 1500 meter was geweldig."

Je deed drie keer mee aan de Olympische Spelen, maar pakte geen medaille. Zit dat je nog dwars?
"Het waren gewoon drie slechte Spelen. De eerste in Lillehammer was nog wel goed, maar Salt Lake City (2002) was heel slecht. We zaten met onze SpaarSelect-ploeg in een ander huis in een ander dorp. Met die rijders uit de ploeg heb ik trouwens nog wel het meeste contact: Erben Wennemars, Gianni Romme, Marianne Timmer, Jakko Jan Leeuwangh en Mark Tuitert."

Wat is het grappigste dat je hebt meegemaakt in je carrière?
"Met Peter Mueller was het één groot feest. Peter had een boot in Amerika en in het olympische seizoen gingen we op kosten van SpaarSelect in de zomer daarnaartoe om op de boot te varen en te zwemmen. Dat waren vier dagen van ontspanning. Vlak daarvoor en vlak daarna hadden we dan weer een zwaar trainingskamp. Dat probeer ik de talenten nu ook mee te geven. Keihard trainen, maar ook keihard ontspannen. Je moet kunnen genieten van de sport."

Wat is het mooiste wat je hebt overgehouden aan topsport?
"De hele ervaring, het omgaan met winst en verlies en het doorzettingsvermogen wat je daarbij opbouwt. Die keiharde strijd, dat leer je nergens anders. Als ik jong was, had ik het zo weer over gedaan."

1. Hoe is het met Beorn Nijenhuis? 'Onderzoek naar de zwabbervoet intrigeert me'
2. Hoe is het met Gretha Smit? 'Heb het prachtig gehad als topsporter'
3. Hoe is het met Jochem Uytdehaage? 'Het is een voorrecht om te mogen sporten'