Bij menig marathonschaatser begint het te kriebelen als het begint te vriezen. Tegelijkertijd zijn er ook de zenuwen voor het klunen. Ter voorbereiding wordt geoefend in de achtertuin of op de gang in het hotel. Want er is één ding dat zeker is: rennen op schaatsen vraagt een andere techniek dan glijden over het ijs.
Toen er de laatste keer natuurijs in de sloten lag, ging Timo Verkaaik op verkenning uit. “Ik ben echt gaan oefenen”, herinnert hij zich. "Ik rende een keer of vijf achter elkaar de kluunplek op. De truc is om de juiste snelheid te hebben en de juiste positie in het peloton. Het is namelijk handig om goed van voor te zitten.”
Bravoure
Dat is ook precies wat ex-marathonschaatsre Rob Hadders adviseert. De winnaar van de laatste Hollands-Venetiëtocht weet wel waar het om draait bij klunen: durf. Degene met de grootste bravoure maakt ook de meeste kans op een goede kluunpositie, denkt hij.
Een marathonpeloton op weg naar een kluungedeelte is vergelijkbaar met een wielerpeloton dat afstevent op een smalle kasseienstrook of Limburgse heuvel. Hadders: “Iedereen wil voorin zitten en dat gaat heel hard.”
Zo stond hij weleens doodsangsten uit, geeft Hadders toe. “Het is een harmonica-effect. Hard remmen en gas geven.” En dat gaat voor de voorsten sneller dan de achtersten. “Als je achteraan zit, kun je zo de slag missen. Daarom is het zo belangrijk.”
File
Verkaaik beaamt dat. Hij vergelijkt het met een file. “Iedereen gaat ineens vol in de remmen. Na de kluunplek was het hele peloton uitgerekt tot een lint van 200 à 300 meter. Als je als laatste van de matten komt en dan achteraan die sliert rijders zit, heb je nog een heel stuk in te halen.”
Wat kluuntechniek betreft is het volgens Hadders noodzakelijk om goed rechtop te staan. Wanneer iemand met klapschaatsen aan de voeten te veel voorover leunt, klapt de schaats open en beweegt het lichaamszwaartepunt te veel naar voren. “En degene die te veel achterover leunt op de gladde matten, glijdt weg naar achteren.”
Verkaaik waarschuwt voor kluunplaatsen onder bruggetjes door. “Bij het terugkijken van oude beelden zag ik ook twee mensen hun hoofd stoten. De een was lang, de ander juist klein. Die dacht waarschijnlijk dat het wel kon.”
Meer tips lezen? Je vindt ze op schaatsen.nl/tips.