“Dit is een heel warme ploeg waar iedereen ontzettend hard werkt. Om me daaraan te mogen optrekken is een droom die uitkomt”, trapt Van den Bos af, die afgelopen zomer overkwam van het KNSB Talent Team Noordwest. Wat houdt zijn droom dan precies in? “Hetgeen waar je van houdt, wat je echt heel leuk vindt om te doen, op het allerhoogste niveau te kunnen beoefenen. Als klein jongetje heb ik daarvan gedroomd. En zo heb ik nog wel meer dromen… Het zal geen verrassing zijn dat ik olympisch kampioen wil worden. Dit is een stap in de goede richting.”
Op zijn tweede werd Van den Bos al door zijn schaatsgekke ouders op het ijs gezet. “Vanaf moment één heb ik willen winnen. Tuurlijk vind ik schaatsen leuk, dat is het belangrijkst, maar ik heb er altijd alles aan gedaan om de beste te zijn. Na een verloren wedstrijd gooide ik ook boos mijn bril weg. Op mijn tiende ben ik begonnen met een voedingsschema. Als ik daar nu op terugkijk, verklaar ik mezelf echt voor gek.” Zijn ploeggenoot kijkt vol verbazing toe: “Voordat ik bij dit team kwam, at ik nog elke dag een broodje hagelslag. Maar het geeft wel aan hoe gedreven en professioneel hij is. Dat zijn goede eigenschappen voor een topsporter.”
Tijdens de trainingen benutten de mannen elkaar optimaal. “Sebas is heel snel, daar kan ik lekker achteraan rijden”, vertelt Van den Bos enthousiast, maar hij voegt er gelijk aan toe: “Vooral in het begin had ik moeite om aan te sluiten bij de trein. Wanneer er dan versneld werd, moest ik gelijk achter de andere mannen zitten en op tijd afzetten. Lukte dat niet, was ik weg. Een goede reality check.”
Van den Bos heeft zijn weg gevonden in de ploeg, vertelt Diniz. “Mats komt voor zichzelf op, hij is niet bang. Soms pakt hij de koppositie in de training.” Wat overigens niet betekent dat het talent te veel branie heeft. “Je moet jezelf niet groter maken dan je bent. Zou hij dat wel doen, kan dat heel fout ontvangen worden.” Van den Bos vult aan: “Als ik met een grote bek binnen zou komen in een wereld waarin ik nog helemaal niks voorstel - ja, als junior behoorde ik tot de top van het land, maar op seniorenniveau telt dat niet meer – dan zou dat niet slim zijn.”
Diniz: “Ik zie dat Mats hartstikke hongerig is en dat zet ons op scherp. Zelf kom ik ook pas net bij de ploeg kijken. We hebben gasten als Dai Dai (N’tab) en Marten Liiv, die twee keer naar de Spelen is geweest. Zij hebben veel meer ervaring.” Diniz zelf timmerde ook aardig aan de weg en leerde afgelopen seizoen een hoop bij tijdens zijn eerste World Cup-tournee. “In het begin wist ik niet zo goed wat ik moest verwachten. Ik stond met de snelste mannen op het ijs, had jetlags en kreeg te maken met ander eten en nieuwe culturen. Je houvast is ineens weg. Nu heb ik dat allemaal een keertje gehad. Dit jaar ben ik erop gebrand mezelf te verbeteren.”
Diniz is een explosieve sprinter die zich volledig focust op de 500 meter, het nummer waarop hij tijdens het World Cup Kwalificatietoernooi van vorig jaar de tweede neerzette en al zijn successen heeft behaald. “Toevallig rijd ik deze zaterdag een trainingswedstrijd over 1000 meter als uitdaging voor mezelf. De eerste race van het jaar. Iedereen was heel verbaasd dat ik dat wilde doen. Nu lach ik nog, maar ik ben benieuwd hoe het me zal vergaan. Ik train er niet voor en het zal zwaar worden.”
Van den Bos legde zich vorig jaar ook toe op het kortste nummer, daar werd hij toe verplicht door een buikspierblessure. Hij traint momenteel voor de combinatie 500 en 1000 meter, met af een toe een uitstapje naar de 1500 meter. “Omdat ik overgestapt ben naar een nieuwe ploeg, vind ik het nog lastig om doelen te zetten. Het zou kunnen dat het eerste jaar relatief tegenvalt. Of het valt compleet de andere kant op en ik mag in een keer World Cups rijden en aan het WK meedoen”, waarmee hij zou kunnen doelen op de geweldige ontwikkeling die zijn generatiegenoten Tim Prins en Jenning de Boo vorig jaar doormaakten.
Van den Bos heeft een persoonlijk record van 35,55 op de 500 meter en kruipt langzaam naar de magische grens. Diniz vertelt hoe bijzonder het is om voor het eerst een 34’er te rijden. “Het is heel vet om bij de 34-club te zitten. Twee jaar geleden hikte ik tegen de grens aan en voelde ik dat hij eraan zat te komen. Tijdens het NK Sprint, op 28 december 2022, zette ik 34,84 op de klokken. Fantastisch. Dat zijn de momenten waar je voor leeft, zeker in een vol Thialf. Mats zal dat zeker ook een keer doen.”