“Het is mijn thuisbaan hè”, lacht Huizinga zodra hij met de gouden medaille om zijn nek de media te woord staat. “Misschien is dat in mijn voordeel. Ik rij hier nu standaard onder de 6.10 lijkt het wel. Dat is heel stabiel en dat wil ik doorzetten naar de buitenlandse banen.”
Zijn winnende tijd van 6.08,38 was goed voor zijn tweede tijd ooit gereden, nadat hij bij het World Cup kwalificatietoernooi al 6.06 wist te noteren. Daarmee zijn intussen de drie snelste tijden uit de carrière van de Groninger in Thialf. Van zijn tien snelste 5000 meters heeft hij er maar liefst zeven op het Heerenveense ijs neergezet. Wat hem in Heerenveen lukt, wil op andere ijsbanen nog niet zo vlotten. In de wereldbekers eindigde ze dit seizoen als negende, vierde en elfde.
Waarom Huizinga zo goed rijdt in Heerenveen? “Hier weet ik precies wat er kan. Ik rij hier zoveel trainingsrondjes dat je kunt versnellen wanneer je wilt. In het buitenland heb je vaak een lange reis achter de boeg en heb je vaak een andere kwaliteit ijs.” Huizinga zoekt het dan ook eerder in zijn gretigheid. “In de World Cups reed ik dit seizoen vaak te gehaast in het begin, terwijl mijn kracht in het einde van de rit ligt. Daar pak ik secondes."
Bij jezelf blijven is het devies. Je niet gek laten maken door een tegenstander als Sander Eitrem, zelfs als de jonge Noor met een ronde 27,6 start. Huizinga weet hoe het voelt, want in het verleden liet hij zich nog wel eens op de kast jagen. “Ramde ik ook 28’ers in het begin en moest ik het daarna bekopen. Ik wilde heel graag meedoen in de internationale top en de strijd aangaan met de grote mannen. Dan zie je dat ik in het begin te gehaast rij. Een 28’er komt dan makkelijk, maar die winst lever je op het eind weer in. Dat waren harde en vervelende lessen maar een harde klap is soms wel de beste klap om te krijgen.”
“Het is een kwestie van ervaring, maar ook durf”, legt de 27-jarige stayer uit. Ondanks dat hij al wat jaartjes meegaat, heeft hij pas sinds kort de weg naar de wereldtop gevonden. “We hebben ontdekt waar mijn kracht ligt. Nu chill ik hem in het begin en kan ik daarna afbouwen. Dat is de manier waarop ik wil rijden en hier in Thialf doe ik dat constant.”
Het belooft wat voor het WK Afstanden in maart. Dat toernooi wordt echter niet gehouden in Heerenveen, maar in Hamar. De enige 5000 meter die Huizinga daar heeft gereden is tijdens het WK Allround van 2022. Vijftiende was destijds zijn uitslag. Daar zal de Essent-rijder het nu niet meer voor doen. Huizing blikt vast vooruit. “Dan komt ook de spanning er bij kijken. Ik moet het hoofd koel houden en gewoon een goede rit rijden.”
Achter Huizinga reed zijn teamgenoot Beau Snellink in een zeer stabiele rit naar het zilver. De 23-jarige rijder moest in de laatste rondes moest hij de lage 29’ers loslaten. “Toch ben ik blij dat ik tweede word. Het is toch mijn eerste afstandsmedaille ooit. Ik had ook wel verwacht dat het onder de 6.10 zou moeten om kampioen te worden, dus toen ik over de streep kwam wist ik dat het waarschijnlijk niet genoeg was. Chris heeft goed gereden en dan weet ik dat ik op het WK er een stapje bij moet doen.”
In de marge vochten Jorrit Bergsma, Marcel Bosker en Tjerk de Boer om het laatste ticket naar Hamar. Bergsma was uiteindelijk de man die aan het langste eind trok. “Mooi om me er weer tussen te rijden”, liet de ervaren man van Team Zaanlander noteren. “Het was niet perfect, maar gelukkig wel genoeg. Na mijn goede 3000 meter in de trainingswedstrijd van vorige week lag dit alleen niet in die lijn. Dat is zonde.” De onderlinge strijd met Bosker kon hij gelukkig nog wel in zijn voordeel beslechten. “Ik voelde dat de snelheid eruit ging en dat hij erop aasde. Hij probeerde te komen maar gelukkig kon ik nog versnellen.”