Wat ze het allermooist vindt aan het trainen van kunstschaatsers? “Je kunt trainer zijn en gewoon technische instructies geven. Of je kunt als coach samen met je sporter een traject bewandelen. Dat laatste vind ik het allermooist” zegt Nicole thuis in Prinsenbeek. “Dat je samen doelen stelt. Jij wilt naar de WK voor junioren? Oké. Hoe gaan we dat doen? Wat hebben we daarvoor nodig? Welk schema gaan we maken? Dat ze naar je toe komen als ze ergens vastlopen. Ik heb die combinatie, van technisch trainer en begeleidend coach, altijd heel erg leuk gevonden.”
Na zestien jaar trainer-coach te zijn geweest bij kunstrijvereniging De Drechtsteden Dordrecht zet Nicole Goossens een punt achter die loopbaan. Ze heeft in de loop der jaren honderden meisjes (en enkele jongens) begeleid. Aan dat werk beleeft ze nog altijd veel plezier. Maar het waren wel tropenjaren, waarin ze steeds vaker op reis was en 24/7 klaarstond voor haar schaatsers. En nu is het tijd voor het thuisfront. “Ik stop ermee nu ik nog van het schaatsen houd, want dat verdienen mijn rijders ook. Die verdienen het niet dat er een chagrijnig iemand naar de ijsbaan komt.”
Zoals eigenlijk alle trainer/coaches in het kunstschaatsen is ook Nicole Goossens in dit vak gerold na eerst zelf op niveau te hebben geschaatst. “Ik was een goede subtopper. In de trainingen was iedereen bang voor me, maar in de wedstrijden kon ik minder goed met de druk omgaan. Mentale coaching kregen we niet, daar heb ik later als trainer wel altijd voor gezorgd. Goede mentale begeleiding is onmisbaar.”
Nicole Goossens komt uit Zuid-Limburg, ze raakte op de ijsbaan van Valkenburg in de ban van kunstschaatsen. Toen ze die sport serieus ging bedrijven, werd Geleen haar thuisbaan. Erkend als talent leerde ze in de loop der jaren alle ijsbanen in het Zuiden kennen, inclusief de accommodaties over de grens. Haar eerste schreden als trainer zette ze tijdens een tussenjaar na de havo in Amerika, Noord-Dakota.
“Ik verbleef in een klein dorp, waar ze toevallig wel een ijsbaan hadden. Ze wisten daar dat ik aan kunstschaatsen deed en al na twee dagen kwam de vraag of ik training wilde geven. Dat leek me wel wat. Het was een club met 150 tot 200 leden en ik werd daar in het diepe gegooid. Ik deed gewoon alles wat er van me gevraagd werd: alle niveaus, klein, groot, volwassenen, wedstrijdrijders. Het maakte niet uit. Ik heb er ontzettend veel geleerd.”
Terug in Nederland ging ze in Breda toerisme studeren aan de NHTV. Tijdens die opleiding klopte haar oude coach aan met de vraag of ze zijn assistente wilde worden in Aken. In Duitsland haalde ze ook haar trainersdiploma’s. Na vijf jaar ‘gewoon’ werk te hebben gedaan, eerst bij ABNAMRO, later in de werving en selectie, rolde Nicole toch weer het trainersvak in. Via Breda kwam ze in 2007 bij DDD terecht, een bloeiende vereniging met een sterk fundament. DDD is door de KNSB ook erkend als een van de twee VTO’s: verenigingen voor talentontwikkeling. Veel grote namen uit het Nederlandse kunstrijden hebben in Dordrecht getraind, of doen dat nog steeds. Enkele namen: Niki Wories, Lindsay van Zundert, Julia van Dijk en Dani Loonstra.
“Het mooie aan DDD vind ik dat we voor iedereen een plekje hebben. Ik denk dat we de meest allround kunstrijvereniging van Nederland zijn”, zegt Nicole. “We bieden lessen voor jong en oud, voor alle niveaus, niet alleen solorijden maar ook ijsdansen. We bieden voor elk wat wils en iedereen hoort er echt bij.” Samen met Marieke Kruithof is Nicole al vele jaren hoofdcoach van DDD. Zij begeleiden niet alleen de toppers, maar pakken ook trainingen aan de jongste jeugd mee, of lessen voor volwassenen die net begonnen zijn. Ze gaat mee naar grote wedstrijden in het buitenland, zoals het European Youth Olympic Festival, maar reist ook met jonge kinderen naar hun eerste toernooi in de buurt. “Die afwisseling vind ik mooi. Het houdt je ook met beide benen op de grond.”
Nicole is trots op het programma voor de topsporters in Dordrecht, dat veel verder gaat dan alleen de trainingen op het ijs. Voor de talenten staat een complete staf professionals klaar, met alles erop en eraan, inclusief diëtist, fyiotherapeut, sportarts en dus de mental coach die Nicole zelf als actief schaatsster heeft gemist. “We hebben dat bij DDD best heel goed geregeld.”
Als je kijkt naar de trainers die DDD in huis heeft, dan zijn velen ex-pupillen van Nicole. “In dit vak zie je sporters groeien als mens. Het mooie is dat veel van mijn rijders nog altijd bij de sport, bij onze club betrokken zijn.” De trainersstaf is dan ook op sterkte, met naast Marieke als hoofdcoach Romy de Sterke, Winnie Dekker, Nicola Todeschini, Maksym Nikitin en Aleksandra Nazarova. “Een uitstekend team. De rijders zijn bij hen in goede handen en dat maakte het voor mij ook makkelijker om dit besluit te nemen. De club gaat mij na aan het hart.”
Nicole neemt afscheid in een periode dat het kunstschaatsen in de lift zit. De sport is populair, bijna elke vereniging ziet haar ledenaantal groeien. Ook DDD gaat mee in die golf. “We zitten nu op ruim 200 leden, hebben recent zelfs een ledenstop gehad, dat had ik niet eerder meegemaakt.” Opvallend is dat niet alleen jonge kinderen (vooral meisjes), maar ook veel volwassen vrouwen met de sport beginnen.
“Dat Nederland met Lindsay van Zundert weer een kunstschaatsster op de Olympische Spelen had, was zeker goed voor de populariteit van onze sport”, denkt Nicole. “Wat je ook zag in coronatijd was dat mensen toen heel bewuste keuzes maakten: wat wil ik nou écht nog een keer leren? Velen kozen voor kunstschaatsen. Het geeft ook een heerlijk gevoel om over het ijs te gaan. En het mooie aan kunstschaatsen is dat je jezelf altijd weer kunt verbeteren, of je nu wereldkampioen bent of beginner. Het kan altijd beter. Wat is er leuker dan progressie maken?”
Achter Lindsay van Zundert groeit een generatie talentvolle kunstrijders op, onder wie de DDD-rijdsters Dani Loonstra en Julia van Dijk. Zij werken dagelijks keihard om Nederland bij de volgende Spelen, die van 2026 in Italië, te mogen vertegenwoordigen. Nicole: “Het Nederlands kunstschaatsen staat er absoluut beter voor dan tien, vijftien jaar geleden. Ik spreek de wens uit dat de KNSB goed zorgdraagt voor deze nieuwe generatie, in de hoop dat we als Nederland bij de grote toernooien voortaan structureel een rol kunnen spelen, en daar horen ook de Olympische Spelen bij.”
Ze vindt het goed dat er steeds meer aandacht komt voor het paarrijden én ijsdansen. Solorijden is immers niet voor elk talent weggelegd. “Solorijden is echt heel zwaar, zowel fysiek als mentaal. IJsdansen is echt een mooie aanvulling voor een grote groep rijders met passie voor het schaatsen, die misschien solo niet goed genoeg hun ei kwijt kunnen. Paarrijden is sowieso voor jongens heel aantrekkelijk. Dat is een heel stoere sport, waar veel kracht bij komt kijken. Wij hebben ook echt meer jongens nodig! Helaas kiezen die nu meestal voor voetbal. En als ze gaan schaatsen wordt het langebaan of shorttrack. Maar waarom zouden ze niet voor kunstschaatsen kiezen?”
Thuis, op dertig kilometer afstand van de Dordtse ijsbaan, praat Nicole Goossens nog vol passie over haar sport. Toch gaf ze op 10 april reeds haar laatste les in de Optisport Sportboulevard, waar ze zaterdag 22 juni officieel afscheid neemt. Zoals gezegd, het werd tijd om te kiezen voor haar gezin met een man en twee dochters van 16 en 19 jaar oud. Bij die laatste training kregen al haar pupillen een klein presentje met daarop de spreuk ‘Some memories are made to last in your heart forever’: sommige herinneringen blijven voor altijd in je hart.
Nicole zal het niet missen dat ze 24/7 ‘aan’ moest staan voor haar rijdsters. De vriendschappen die op de ijsbaan zijn ontstaan, hoopt ze in stand te houden. Haar besluit is definitief, dat zeker. “Maar als ze bij DDD nou echt een keer heel erg omhoog zitten voor een training of zo, dan mogen ze me altijd bellen, daarvoor houd ik nog te veel van de sport, de club en onze schaatsers.”