Vorige week maandag verzamelden de shorttrackers zich bij Thialf voor een trainingskamp. Aan de hand van de paklijst werd gespeculeerd over de locatie. De kampeerspullen verraadden een deel van het verhaal, verder bleef het gissen naar de eindbestemming. De traditie van Jeroen Otter om de olympische winter te beginnen met een verrassingskamp is daarmee overgenomen door de huidige bondscoach Niels Kerstholt.
Voor Itzhak de Laat was het de derde maal dat hij zijn spullen mocht pakken voor zo’n kamp. In 2017 wandelde hij op het Franse eiland Corsica, vier jaar later mochten de shorttrackers per step en mountainbike heel Nederland door via het Pieterpad. “Wij waren mentaal voorbereid op hele dagen afzien en ’s nachts uit bed gehaald te worden”, vertelt De Laat.
Dat bleek nergens voor nodig. “Ditmaal was het vooral gericht op de groepsdynamiek”, legt Kerstholt uit over de insteek van het kamp. “Met elkaar praten over waar de winst te behalen valt als team en wat de sporters nodig hebben om komend jaar te kunnen shinen. Echt even de tijd nemen om met elkaar in gesprek te gaan. Niet alleen over de trainingen, maar over alles. Verder kijken dan wat we fysiek, technisch en tactisch nodig hebben.”
Was er volgens Kerstholt behoefte aan dat zo’n intermezzo? “Dat denk ik wel. Wij zijn voornamelijk een groep die gas geeft en wil knallen. In het verleden hebben we weleens gepraat over onze missie en de communicatie die daarbij komt kijken, maar dat voelde meer als een verplicht nummer. Terwijl wij juist zien dat we ook op dit terrein winst kunnen boeken. No stone unturned, oftewel geen kansen onbenut laten. We willen immers zo min mogelijk energie verliezen door discussies tijdens het seizoen. Maar het was meer dan een praatkamp, we hebben ook leuke activiteiten gedaan voor de teambuilding.”
Xandra Velzeboer legt uit hoe die activiteiten, georganiseerd en geleid door militairen van Defensie, bijdroegen aan de onderlinge band. “Bij de opdrachten kregen we weinig uitleg, waardoor de kans groot was dat we ze niet goed zouden uitvoeren. Er werd gekeken hoe we vervolgens op die situaties reageerden. Na afloop kwamen we in de evaluaties al snel op onderwerpen die ook van toepassing zijn op onze trainingen. De opdrachten gaven daarmee aanleiding tot diepere gesprekken.”
“We zijn in die vijf dagen echt tot de essentie gekomen”, concludeert De Laat. “We spraken over hoe we de groep willen hebben en wat we daarvoor van elkaar nodig hebben. Dat was heel waardevol.” Volgens de dertigjarige shorttracker speelde daarin de manier van communiceren een sleutelrol. “In plaats van te benoemen wat niet goed is en daarover te zeiken, hebben we met z’n allen gekeken naar wat we nodig hebben van elkaar. Wat kan de staf ons bieden zodat wij de beste prestatie neerzetten en wat geeft het individu aan het team? Het was constructieve feedback.”
Essentieel was de input van alle shorttrackers. “Ik heb het idee dat we voor het eerst tot gezamenlijke punten kwamen, in plaats van dat een aantal hun mening deelde. Vertrouwen in elkaar om je mening te mogen geven was cruciaal. Dat klinkt als een basisprincipe, maar in de praktijk blijkt dat vaak lastig. Dat lukte ons vorige week goed”, vindt De Laat. “Iedereen was open en eerlijk, hoewel dat niet altijd makkelijk is.”
Velzeboer vertelt dat zulke gesprekken minder snel tot stand komen in Thialf of op andere kampen. “In onze dagelijkse setting schieten we al snel in de trainingsstand. Dan focus je op jezelf, je trainingen en je herstel. Nu voelde je dat er ruimte voor was. Iedereen kon er open en met veel energie ingaan.” Kerstholt herkent zich daarin. “In het wedstrijdseizoen benoem je niet alles, omdat je daar geen energie in wil steken. Op korte termijn win je daar wat mee, maar op de lange termijn kost het juist energie. Ik denk dat het heel mooi is dit soort dingen bij zo’n kamp op te pakken.”
De Laat voegt toe: “Door de goede begeleiding van de militairen kwamen we bij de onderliggende problemen. Voor hen is teamwork cruciaal, hun leven kan er letterlijk van afhangen. Daardoor zijn ze meester in het blootleggen van wat een groep nodig heeft. Zij gaven ons de juiste opdrachten en stelden de vragen die nodig waren om zelf tot inzichten te komen.”
Persoonlijk nam De Laat een stukje doelgerichtheid mee en kreeg hij meer zicht op zijn valkuilen in het team. “Ik keer soms in mezelf. Dan heb ik al moeite genoeg mezelf op de rit te houden en sluit ik me af van het team. Dat is niet altijd goed. Ik wil daarin een betere balans vinden.” Ook Kerstholt leerde veel over de groepsdynamiek en zijn eigen rol in het geheel. “Bijvoorbeeld over de knopen die ik moet doorhakken. Daar kan ik niet alles over delen. Het team zit dan in het ongewisse. Mij is gevraagd om in zo’n geval wel de duidelijkheid te verschaffen die ik kan, zoals hoelang de onzekerheid duurt.”
Beide shorttrackers vinden het belangrijk dat deze lijn wordt doorgetrokken op weg naar de Spelen. Velzeboer: “De gesprekken moeten we komende winter blijven voeren en de openheid moeten we doorzetten. We weten nu hoe belangrijk het is. Het maakt ons als team nog sterker.” De Laat vult aan: “Door alle gesprekken die we gevoerd hebben, kunnen we in de toekomst conflicten sneller oplossen. Ik heb echt zin om met z’n allen naar Italië toe te werken. Het was een inspirerend kamp.”