Bij afwezigheid van diverse grote namen, vanwege ziekte, schorsing of trainingskamp, zagen de blauw-wit-oranje mannen van Martin van de Pol de kans schoon om de wedstrijd naar hun hand te zetten. “We hadden een plan gemaakt om met Luc en mij vanaf de start volle bak te gaan”, gaf Haasjes na de huldiging aan. “Wie weet krijg je een gat.”
“Dat was met dit ijs een tikje overmoedig", luidde zijn conclusie. "Het zette de koers wel gelijk op zijn kop, maar zorgde er ook bijna voor dat mijn wedstrijd er vroeg op zat. Op het nippertje kon ik het nog net omdraaien en kon ik op mijn allerlaatste krachten er nog bij komen. Gelukkig had ik daarna nog 80 rondjes om te herstellen.”
Overmoedig of niet, feit was dat het in de eerste helft van de wedstrijd geen moment stilviel. Okay-Interfarms liet al na tien ronden twee ploeggenoten afzakken om met Jeroen Janissen, de onfortuinlijke nummer twee van vorige week, een ronde voorsprong te nemen. Het kostte ze de kop, wat tot flinke discussie leidde binnen de ploeg. Het peloton spatte uiteen, met diverse groepen verspreid over de baan. Een kopgroep van negen man werd korte tijd zelfs tot ‘peloton’ benoemd.
Het waren Janissen en Jorrit Bergsma die op kop lagen toen na de inleidende beschietingen de rookwolken waren opgetrokken. Met Harm Visser en Lars Woelders en vervolgens nog zes schaatsers waren er uiteindelijk tien man met een ronde voorsprong. Haasjes had met Ronald Kruijer gelijk een ploeggenoot mee. Na vijftig rondjes status quo kwam daar Ronald Haasjes nog bij. In een laatste poging met Hylke de Boer, Bart Vreugdenhil en belofterijder Daan Berkhout zetten ze de koers nog even op zijn kop.
Voor Christian maakte dat eigenlijk niet heel veel meer uit. “Twintig ronden voor het einde zat ik al bij Harm in het wiel. Als sprinter weet je gewoon waar je moet zitten en ik wist dat ik daar pas weg zou gaan in de laatste honderd meter.” Met dank aan het kopwerk van Essent-rijder Homme Jan de Groot werd Maikel Stam als laatste vluchter ingerekend en kon de sprint beginnen. “Ik zat in een zetel, kon de laatste bocht hoog aansnijden en er voorbij knallen op de laatste meters. Ik weet dat ik op het laatste stuk ijzersterk ben.”
Voor Haasjes is het zijn eerste overwinning op kunstijs in de topdivisie. Als 21-jarig broekie won hij vorig jaar met de Alternatieve Elfstedentocht gelijk een van de grootste wedstrijden in het peloton, op de niet-natuurlijke ijsbanen stond hij nog op nul. “Eindelijk heb ik hem! Ik was er wel aan toe. In de vierdaagse scheelde het al niet veel en vorig jaar kwam ik ook al een keer dichtbij tegen Harm. Dan weet je dat het erin zit, maar je moet het nog wel doen. De top van de sprinters is breed en er zijn veel massasprints. Daarom ben ik heel blij dat het gelukt is.”
De overwinning brengt hem ook bevestiging als het gaat om zijn andere grote liefde in de sport. Tot laat in september had hij namelijk zijn focus nog op de wieltjes gericht. Met zijn deelname aan het WK Inlineskaten in Italië hoopte hij naast de sportieve uitdaging op de skeelers ook te kunnen bewijzen dat het combineren van beide disciplines heel goed mogelijk is.
“Daar is wel eens wat kritiek op van mensen buitenaf. Daarom ben ik blij dat ik van de ploeg de ruimte heb gekregen en ik heb er ook heel veel van geleerd. Ik neem er veel van mee richting het natuurijs. Daar heb ik het skeeleren gewoon voor nodig.” En dan maar weer hopen op eenzelfde uitslag in de Alternatieve...
De uitslag van de mannen vind je hier