Angel Daleman is nog geen achttien jaar en won al verschillende wereldtitels bij de junioren, maar mag zich sinds deze dertiende maart ook wereldkampioene bij de senioren noemen. Ze is de op een na jongste ooit. Het zeventienjarige talent had de taak om op de teamsprint de laatste ronde te rijden, nadat Jutta Leerdam en Suzanne Schulting hun werk hadden voltooid.
Terwijl de adrenaline nog door haar lichaam giert, vertelt ze over haar gouden plak. “Het is heel bijzonder dat ik de jongste Nederlandse wereldkampioene ooit ben. Na onze race dacht ik al dat niemand onze tijd zou verbeteren. Ik was heel blij, maar stond ook even versteld van wat we bereikt hadden.”
“In onze rit tikten we bijna de perfectie aan”, vervolgt Daleman. “Jutta brak de wind, waardoor we in een slipstream achter haar aan konden. Dat maakte het voor ons een stuk makkelijker. Ook de wissel van Suus op mij, met slinger, was top. Ik kreeg zoveel snelheid mee. Het was een grote verantwoordelijkheid dat laatste rondje te rijden, maar ook heel vet. “
Aan de enorme blijdschap van Daleman kon Beau Snellink eerder op de avond niet tippen, al glimlachte hij ook van oor tot oor. Op de vijf kilometer had hij een prachtige rit tegen Sander Eitrem. Helaas bleek de Noor net een maatje te groot: 6.10,05 om 6.11,72. “Ik mag hartstikke blij zijn met deze zilveren plak”, oordeelt Snellink zelf. “Vorig jaar was geen fijn jaar. Dit seizoen liet ik wel elk wedstrijd een hoog niveau zien. Dat ik hem zo mag aftoppen, is geweldig.”
Misschien had er zelfs iets meer ingezeten als Snellink op een van de kruisingen niet hoefde in te houden om Eitrem voorrang te verlenen. “Ik heb daar iets laten liggen. Was dat niet gebeurd, had ik mijn race vlak kunnen houden en energie kunnen sparen voor het einde. De versnelling die ik daarna moest plaatsen om weer op gang te komen, heeft me iets te veel energie gekost. Dat moest ik aan het einde bekopen. Eitrem heeft het slim gedaan door mij zo onder druk te zetten.”
Hoewel de meeste fans niet op zijn hand waren, genoot Snellink van de ambiance. “Het stadion was net als in Thialf: het ging door het dak. Eitrem en ik hebben met dit gevecht een cadeautje aan het publiek gegeven. Ik moet nog een stapje zetten om de winst te pakken en te domineren. Maar dit is een mooie kroon op mijn seizoen. Het motiveert me volgend jaar nog een tandje harder te gaan.”
De derde medaillewinnaar in dit rijtje is misschien wel de meest verrassende: Merel Conijn. Voorafgaand aan het toernooi durfde ze zichzelf kanshebster op de vijf kilometer te noemen, maar donderdagavond pakte ze op de drie al een plak. “Deze race ging veel beter dan in de trainingen. Ik ben hier heel blij mee.”
Waar normaal gesproken het slotstuk de kracht is van Conijn, werd ze nu op het einde afgetroefd door Martina Sablikova, die uiteindelijk zilver pakte achter Joy Beune. “Ik was heel gespannen terwijl ik die laatste twee ritten toe moest kijken. Zou mijn tijd genoeg zijn voor een medaille?”, vroeg de WK-debutante zich af. Het antwoord was ja, al was het verschil met nummer vier Ragne Wiklund slechts een honderdste.
Het eremetaal was niet alleen een opsteker voor de Nederlandse, ook voor War Child. Het goede doel prijkt op initiatief van Merel Conijn zelf op het pak. De 23-jarige schaatsster vindt het belangrijk zich in te zetten voor kinderen in nood. Daarom benaderde ze na het Daikin NK Afstanden War Child met de vraag of ze geld kon ophalen voor de stichting. Met de vijf kilometer als beste afstand wil ze het symbolische bedrag van 5.000 euro ophalen. Die missie lijkt al geslaagd.
Een nobel gebaar van de rijdster die graag verder kijkt dan alleen haar sport. Maar de komende twee dagen gaan nog even de oogkleppen op. “Ik heb nu al zin in de vijf kilometer. Hopelijk valt zaterdag alles op z’n plek.”
Helaas waren er op de openingsdag van het WK Afstanden ook een paar teleurstellingen te slikken voor TeamNL. Zo werd Marijke Groenewoud bevangen door de zenuwen en eindigde ze de drie kilometer slechts als negende. De mannen van de teamsprint leken op goud af te koersen, maar moesten in de laatste halve ronde te veel toegeven op China. Voor hen restte het zilver.
De grootste klap was voor Chris Huizinga. De stayer heeft al heel snel gereden dit seizoen, alleen waren al die races in Thialf. Op de buitenlandse ijsbanen kan hij niet meedoen om de bovenste plek. In Hamar werd hij slechts achtste. “Balen, dit is niet wat ik wilde. Ik begon mijn rit bewust niet te hard. Ik zette goede rondetijden neer en wilde vier ronden voor het einde versnellen. Alleen lukte het niet om harder te gaan. Ik heb zoveel energie gestoken in die versnelling, dat ik aan het einde op een hoop ging. Vandaag wilde ik voor het podium knokken en eventueel voor goud. Ik ben in vorm, maar ontzettend zuur dat het er niet uitkomt.”