In 't Veld neemt met Grieks kampioenschap weer een horde

Hoewel in de jurykamer enigszins lacherig werd gedaan over de tegenstand, of het gebrek daaraan, was er vanuit het kamp van In ’t Veld grote dank aan de organisatie. Zij hadden namelijk pas twee weken daarvoor het verzoek ontvangen om ruimte te maken voor deze nationale titelstrijd. “Op kerstavond hebben mijn manager, het teammanagement, mijn vader en de mensen van de Griekse bond nog een extra vergadering belegd”, illustreerde de hoofdpersoon na zijn wedstrijd.

De schaatsgriek zelf had er gelukkig weinig omkijken naar. Ploegmanager Lieuwe Krol van Team Novus belde rond naar de ijsbanen in Nederland om nog een plekje op de kalender te veroveren in 2024. In combinatie met een nieuw kampioenschap in februari 2025 kunnen de Grieken daarmee laten zien dat het ze menens is om aansluiting bij de internationale bond te bewerkstelligen.

In ’t Veld vertelt: “In het begin leek het makkelijk, maar er zitten veel haken en ogen aan. De ISU wil (naast een ontwikkelplan en een organisatiestructuur, red.) twee kampioenschappen met meerdere rijders zien voordat de aanvraag wordt goedgekeurd. Op die manier kun je aantonen dat de sport zich kan ontwikkelen. Het is een complex proces, maar het komt nu in een stroomversnelling.”

Hulp bij de communicatie tussen de Nederlanders en Grieken komt van een familievriend, opgepikt bij een rondleiding op de Akropolis in Athene maar stomtoevallig ook betrokken bij de deelname van de Rotterdamse Griek Loukas Patsoulas aan het WK Allround in Oslo (uitslag: gediskwalificeerd wegens gebrek aan beheersing van de schaatssport). Gezamenlijk wordt gewerkt om de Griekse schaatssport van de grond te krijgen.

Vanwege de strakke planning konden de twee overige 'deelnemers' zondagavond in Haarlem niet van de partij zijn. De bewuste Aiolos Mandas en Christos Sarantis konden de reis zo snel niet maken, maar de twee inlineskaters zijn in februari wel van de partij. Ze sluiten in de dagen voor het tweede kampioenschap zelfs aan bij Team Novus voor een korte trainingsstage. “Zij kunnen goed skeeleren en zijn ook heel enthousiast om te gaan schaatsen”, aldus In ’t Veld. “Ik kende ze nog niet, maar een van hen was mij gaan volgen op Instagram en had me uitgenodigd om naar Griekenland te komen. Ik wist niet eens dat hij zou schaatsen, totdat ik zaterdag de startlijst zag.”

Ondanks de korte voorbereidingstijd, nam In ’t Veld zijn eerste Griekse kampioenschap wel degelijk serieus. Zoveel kansen om in wedstrijdverband te schaatsen krijgt hij namelijk niet. Daarom had hij zich ten doel gesteld de baanrecords op de 500 en 1000 meter aan te vallen. Waar hij die eerste, op naam van de dit weekend doorgebroken sprinter Mats van den Bos, net miste, was het op de 1000 meter wel raak.

Bij zijn recordpogingen kon de 23-jarige specialist op de middenafstanden rekenen op de support van zijn ouders, Team Novus en goede vriend Justus Klaster, wiens vader ook In ’t Velds manager is en geestelijk vader van het Griekse avontuur. “In het Nederlandse schaatsen liep ik vast. Na drie jaar van blessures zei hij heel eerlijk dat hij dacht dat ik het niet zou halen. Niet zozeer vanwege een gebrek aan kwaliteit, maar omdat ik de faciliteiten niet kon krijgen. Als ik voor Griekenland kan rijden bij Team Novus heb ik die faciliteiten wel en kan ik me via de World Cups blijven ontwikkelen.”

Als beide Griekse kampioenschappen achter de rug zijn en het lidmaatschap van de ISU wordt goedgekeurd, opent voor In ’t Veld de deur naar de wereldbekers. De tijden die daarvoor nodig zijn, zouden geen probleem voor hem moeten zijn. “Onofficieel heb ik die al gereden, maar officieel kan ik die pas rijden als de bond bij de ISU is aangesloten”, stelt In ’t Veld. “Volgens de reglementen ben ik nu landloos. Als ik in februari in bijvoorbeeld Inzell een internationale wedstrijd rijd, kan ik aan de wereldbeker in Polen al meedoen.”

Een plek op het WK Afstanden in Hamar lijkt vanwege de plaatsingsprocedures en het belang om alle wereldbekers te rijden te hoog gegrepen. In ‘t Veld kijkt vooruit naar volgend jaar, als hij in Milaan wil strijden voor een hoge klassering. “Tot nu toe eindigen Grieken op de Winterspelen hooguit op een dertigste plaats. Het zou mooi zijn als ik dat beter kan doen na drie, vier jaar blessureleed en nauwelijks wedstrijden.”

Op het ijs en ernaast, In ’t Veld blijft werken voor zijn olympische droom. Zelfs de taalbarrière wordt langzaamaan geslecht, zodat hij in Milaan de pers in het Grieks te woord kan staan.