“Het is niet te geloven”, zei Beau Wagemaker net na haar zege in Leeuwarden. Voor het eerst in haar carrière is ze de beste op kunstijs. En wie een blik had geworpen op haar resultaten van dit jaar – geen eenmaal bij de eerste tien – zag deze zege niet aankomen. Een knieblessure in augustus was de oorzaak van deze reeks.
Maar de winnares van de Aart Koopmans Memorial eerder dit kalenderjaar voelde een stijgende lijn. De klachten in haar knie verdwenen naar de achtergrond, alleen het vertrouwen en het lef om in het rood te gaan ontbraken nog. Dat laatste stukje kwam vrijdagavond, toen haar coaches aangaven dat ze zich moest bemoeien met de kopgroepen. Niet tegen dovemans oren gezegd, want Wagemaker was telkens in de voorste gelederen te vinden. Met zes andere vrouwen pakte ze een rondje voorsprong.
In de wetenschap dat ze het zou moeten afleggen tegen rijdsters als Elsemieke van Maaren en Jet Fransen in de sprint, vertrok ze vijf rondes voor het einde. Tenminste, dat was haar bedoeling. Bij het passeren van het rondenbord zag ze een negen staan. “Ik schrok even. Maar gelukkig viel de rest stil.” Waar Wagemaker bang was dat ze binnengehengeld werd door de andere rijdsters, zag ze een paar rondes voor het einde haar medevluchtsters in de rug. De jury besloot het zestal te laten finishen, waardoor de bescheiden Wagemaker twee ererondes kreeg. Ietwat onwennig schaatste ze rustig door. “Als ik de benen stil had gehouden, hadden die twee rondjes heel lang geduurd. De laatste honderd meter stond ik rechtop en heb ik kunnen genieten.”
In augustus moest Wagemaker enkele skeelerwedstrijden uit haar programma schrappen wegens een geïrriteerde meniscus, die het resultaat was van een verkeerde houding op de fiets. “Er kwam te veel druk op mijn knie aan de binnenkant. Het vele trainen, de drukte met mijn werk en mijn nieuwe huis werden even te veel, waardoor mijn knie niet goed herstelde.”
Intensieve fietstrainingen moesten verruild worden voor rustige fietsritjes met een hartslag van 100. “Ik wilde door de pijn heen bijten, maar het was beter dat niet te doen. Op een gegeven moment had ik door dat ik gelijk moest stoppen als ik pijn zou voelen.” Wagemaker was present bij de openingswedstrijd in Amsterdam, maar bestempelde de race als ‘dramatisch’ en reed hem niet uit. Daarna deed ze mee en had ze een bescheiden rol.
Nadat de klachten aan haar knie verdwenen waren, moest de 28-jarige schaatsster opnieuw leren in het rood te gaan. “Dat had ik een tijdje niet gedaan en was lastig weer op te pakken.” Hoe doe je dat? “Tegen jezelf zeggen dat je geen pijn hebt en tijdens trainingen de grens opzoeken. Volle bak op de fiets gaan, zodat je na zo’n sprintje echt uit moet rusten omdat je kapot bent.” De knop werd mentaal omgezet worden, ook in de wedstrijden. “Als je erin blijft hangen dat je niet goed genoeg bent, word je ook niet beter. Mocht ik vandaag helemaal kapot zijn gegaan, had ik daar ook een mooie les in gehad.”
Omdat ploegleider Anton Ketellapper zaterdagavond ontbrak, werd het feestje bij A6.nl gevierd met zijn assistente Maya Hoolwerf-de Jong. “Deze overwinning haalt mijn schaatshart op. Door haar blessure heeft Beau in het begin van het seizoen lastige wedstrijden gehad. Ze heeft best wat trainingen gemist, waardoor we stapje voor stapje moesten opbouwen. Eerst ging ze voor het uitrijden van de koersen, daarna meedoen vanaf de helft van de koers en deze wedstrijd zeiden we voor het eerst dat ze vooruit moest kijken: Je hebt niks en misschien kun je wel iets heel moois winnen. Als ze je laten rijden, bestaat er een kans dat je een rondje pakt. Vertrouwen hebben in eigen kunnen. Dat het zich zo snel uit zou betalen, had ik niet aan zien komen. Het is super dat ze haar eerste op kunstijs pakt.”
“Ik probeer Beau te helpen door veel met haar te praten”, legt Hoolwerf-de Jong haar rol uit. “In de wedstrijden kun je niet meer dan twee of drie woorden zeggen en een teken geven met je handen, maar vooral om de koersen heen communiceren wij veel.” Met succes, want het advies van vrijdag gaf haar het benodigde zetje. “Dat is het mooie aan marathonschaatsen: je hoeft niet altijd de beste te zijn om te winnen. Tactiek, vertrouwen en teamwerk zijn heel belangrijk. Deze zege heeft ze helemaal aan zichzelf te danken.”
De 25-jarige fysiotherapeute miste haar sport en staat daarom sinds deze winter met een marathonjas naast het ijs. “Na mijn tijd als rijdster ben ik er drie jaar helemaal uit geweest. Als fysio ging ik nog met A6 mee naar de Weissensee, maar daar heb ik me niet bemoeid met de wedstrijden. Vorig jaar zei ik tegen Henkjan dat het me leuk zou lijken iets in de coaching te doen, niet wetende of ik het zou kunnen. Sinds dit jaar ben ik assistent-ploegleidster. Mijn grootste kracht is dat ik zelf in het peloton heb gereden en precies weet hoe het werkt. Mij hoef je niets uit te leggen.”
Mooi(j)man!
Melissa Mooijman gaf de beloftekoers bij de vrouwen kleur. Dertien rondes voor het einde sprong ze als eenling weg. Twee keer kreeg ze bezoek van een concurrente, maar ook die konden niet het verschil maken. Even leek Mooijman – terwijl het nummer ‘Mooi man’ van Mannenkoor Karrespoor uit de speakers schalde – af te stevenen op haar allereerste zege. “Met twee rondjes te gaan dacht ik dat ik het zou halen, maar toen kwam het peloton hard dichterbij. Het was een barre aanval, waar ik van heb genoten”, vertelt de 19-jarige smaakmaakster.
Anna Marit Sybrandi wilde het gat niet dichtrijden en spoorde het peloton aan gas te geven. “Ik werd heel onrustig, want ik wilde vandaag winnen op mijn thuisbaan. Dat OCRE ging rijden was voor ons de redding.” Met haar ploeggenote en leidster van het klassement Mayke Vriesinga maakte ze er voor de tweede keer deze winter een spannende sprint van. In Den Haag was de overwinning voor Vriesinga, de eerste marathonzege was in de Elfstedenhal voor Sybrandi.