Zaterdagavond om kwart voor zeven reed Steyn de finale van de afvalkoers in Heerde, een kleine twaalf uur later staat hij alweer op een andere baan. Deze keer betreft het geen skeelerpiste. Steyn is met zijn broertje Nils, vader Peter en oom Cor afgereisd naar Wolsum, een piepklein Fries dorpje tussen Bolsward en Sneek. Daar ligt Speedway Blauwhuis, waar zes keer per jaar stockcarraces worden gehouden.

Het is een van de ruigste vormen van autosport waarmee coureurs in zelfgebouwde auto’s racen op een afgesloten circuit. De Stockcar F2 – de speciaal gebouwde auto waar Steyn en Nils mee rijden – is voorzien van een grote vleugel om neerwaartse druk te creëren en heeft aan de voor- en achterkant grote bumpers. Want onderling contact is tijdens de races niet verboden, legt Steyn uit: “In zestien rondjes is het de bedoeling om zo ver mogelijk naar voren te rijden. Daarbij is het toegestaan om je tegenstander aan de kant te beuken.”

Elke racedag bestaat uit drie kwalificatieraces en een finale. In de voorrondes is het de bedoeling punten te sprokkelen en plaatsing af te dwingen voor de finale. Bovendien zijn de verzamelde punten gekoppeld aan de startplek tijdens de races. Het unieke aspect van de stockcarraces is dat de snelste coureurs altijd helemaal achteraan starten. Door races te winnen en punten te verzamelen krijgen coureurs een steeds hogere status.

Steyn Wagenaar, autocross Blauwhuis, 20 april 2025

Op zaterdag inlineskater, op zondag is Steyn de coureur...

Steyn start tijdens de wedstrijden in Blauwhuis met een blauwe vleugel op het dak, hij hoort in de A-grade en start daarmee net voor de allerbeste rijders. Dat heeft hij te danken aan de punten die hij verzamelde tijdens de veertien racedagen die hij vorig jaar reed. Steyn is gevorderd in de wereld van het stockcarracen. En dat is geen toeval. “Mijn vader begon te racen toen ik geboren werd, sindsdien ben ik altijd meegegaan”, vertelt de skeeleraar van Development Team Fryslân.

Zijn vader stopte toen Steyn zelf achter het stuur mocht kruipen, op dat moment was hij bij IDS in De Westereen ook al aan het skeeleren. “In 2019 mocht ik op mijn twaalfde zelf beginnen met racen”, vertelt Steyn. Hij deed dat in de Stockcar F2 juniorklasse voor coureurs tussen de twaalf en zestien jaar, de klasse waar Nils nu in actief is. Op dat niveau maakt het niet uit wie als eerste de finish bereikt, maar draait het om punten verdienen met snelle rondetijden. Zo kan de jeugd ervaring opdoen, zonder elkaar de vernieling in te rijden.

Stockcarracen is geen sport zonder gevaren. De mannen gaan in brandwerende kleding de baan op, dragen een goede helm met een speciaal systeem om hoofd en nek te beschermen en zijn stevig ingesnoerd in de gordels. Kijk een paar uur langs de baan naar de races en je weet: die bescherming is geen overbodige luxe. De liefde voor de sport – met de paplepel ingegoten – is belangrijker dan het potentiële gevaar. En de crashes die Steyn al meemaakte? “In Venray ben ik een paar keer hard de betonnen muur in gevlogen, dat deed best zeer.”

Nils Wagenaar, autocross Blauwhuis, 20 april 2025

"Elke keer als ik mijn rondjes rijd, geeft dat zo'n kick!"

In Blauwhuis ontwijkt Nils handig alle crashes. Na een onwennige start in de eerste race, klokt hij de zevende tijd in de tweede race en eindigt hij in de finale zelfs op de zesde plek. In een veld van ruim dertig auto’s is dat lang niet verkeerd. “Elke keer als ik aan een race begin, geeft het een kick. Het is zó mooi om te doen”, vertelt Nils. “Ik vind mezelf best goed in het ontwijken van anderen, bijvoorbeeld als ze net voor me crashen. Dan kan ik er snel omheen rijden en mijn lijn aanpassen zodat ik weer verder kan. De reactiesnelheid en het vermogen om me snel aan te passen neem ik mee naar het skeeleren."

Steyn Wagenaar, Autocross Blauwhuis, 20 april 2025
Driften door de bochten, het is een kunst die Steyn inmiddels beheerst | Foto: Meindert Acda/RaRaRacing
Nils Wagenaar, Autocross Blauwhuis, 20 april 2025
Nils is bedreven in het rijden van korte lijnen op zoek naar snelle rondetijden | Foto: Mark Ruigrok
Steyn en Nils Wagenaar, Raceway Venray, 2024
Naast de races op klei en gravel rijden Steyn en Nils ook op asfaltbanen, zoals in Venray. | Foto: eigen foto

Waar in het skeeleren contact vermeden moet worden, is dat bij de senioren waar Steyn rijdt moeilijker. Het is uitdelen én incasseren. “Vorig jaar lag ik tijdens een race tweede. Ik moest de koploper inhalen om uit de klauwen van de snellere rijders achter mij te blijven. Ik wilde hem een tik geven op de achterbumper, maar zat mis en reed vol op een grote trekkerband (die dienen aan de binnenkant van de baan als afscheiding, red.). Dat was in het begin even wennen, maar dat had ik vrij snel door.”

Tijdens de wedstrijden in Blauwhuis eindigt hij tweemaal in de top-tien, maar in de finale, waar de beste coureurs over de gehele dag het tegen elkaar opnemen, ligt hij er vroegtijdig uit. Respect afdwingen kan hij alleen door heel goed te worden in het racen en anderen te laten zien dat hij zijn mannetje staat. “Sommigen zullen heus over mij denken: wat voor idioot is dat? Maar zo werkt het nu eenmaal in deze sport.”

Steyn Wagenaar, baanwedstrijd Heerde, 19 april 2025
Steyn in actie tijdens de landelijke baanwedstrijd | Foto: Neeke Smit
Nils Wagenaar, baanwedstrijd Heerde, 19 april 2025
Nils scheurt door de bocht in Heerde | Foto: Neeke Smit

De hobby van de Wagenaars stopt niet als de racedag voorbij is. Als er schade is ontstaan, moet dat thuis verholpen worden. Bij de races op asfalt hebben de jongens bovendien een andere auto die daar speciaal voor is gemaakt. Peter is hoofdmonteur, maar Steyn en Nils steken zelf ook de handen uit de mouwen als het moet. “Het is druk”, stelt Steyn, die bezig is met het afronden van zijn middelbare school en na de zomer wil beginnen met een studie werktuigbouwkunde. “Mijn vader en oom sleutelen veel. Als ik tijd heb, dan train ik ‘s ochtend zodat ik ‘s avonds kan helpen. Zaterdag is mijn rustdag, dan ben ik vaak bezig met de crossauto als we geen wedstrijden skeeleren.” Nils voegt toe: “Skeeleren heeft de prioriteit. Daarmee kunnen we iets meer bereiken dan met het racen, maar het is goed te combineren.”

Na twee dagen racen in Blauwhuis en Kollum werden de wagens weer in de schuur geparkeerd, donderdag reisden de jongens af naar Groß-Gerau voor de Europacup. Het is een van de weinige momenten dat de auto's thuis in Kootstertille stilstaan en het gereedschap ongebruikt is. Het biedt vader Peter de gelegenheid even op adem te komen: "Terwijl de jongens zich in het zweet rijden, kan ik even relaxen", zegt hij. Met een lach: "Eindelijk!"

Poster
Hoe ziet zo'n stockcarrace eruit? Voor de oplettende kijker schuift Nils regelmatig met zijn blauw-groene wagen en startnummer 284 door het beeld...