Voormalig Nederlands kampioene op de lange afstanden, Marja Vis, was altijd open en benaderbaar richting haar publiek. Het zorgde ervoor dat ze een trouwe groep fans om zich heen verzamelde. "Ik genoot ervan om het menselijk aspect erin te houden en het publiek echt aandacht te geven.” Deze benadering leidde tot bijzondere momenten, waaronder het ontstaan van een onverwachte fanclub.
Eén van de meest opmerkelijke verhalen gaat over een groep fans die aanvankelijk een andere schaatser, de Noor Kjell Storelid, aanmoedigde. "Storelid had acht letters in zijn achternaam. Deze fans - die altijd in het roze naar Thialf kwamen - waren met z’n achten. Ieder stond voor een letter in zijn achternaam. Toen Storelid stopte met schaatsen, zochten de fans een nieuwe schaatser om te supporten.” Hun keuze viel op Marja Vis, simpelweg omdat haar naam ook uit acht letters bestond. De OOMVFC (de OnOfficiële Marja Vis FanClub) was geboren. Met ieder een 'taak' zoals voorzitter, penningmeester, ‘vrouw van’ etc.
"Als ik de baan opkwam, begonnen ze te zingen: ‘Heya heya heya Marja Vis.’ Ik moest elke keer zo lachen als ik dat roze blok in het publiek zag.” Na haar races ging ze vaak naar hen toe en kreeg Vis zelfs een roze jurk om aan te trekken. Naast de roze fanclub had zij nog meer aanhangers, zoals ‘de schaatsgekken uit Hattem’ en ‘Dik de beddenracer'.
Marja’s connectie met haar fans ging verder dan alleen het stadion. “De OOMVFC is ook een keer bij mij thuis op bezoek geweest om appeltaart te eten. Eén van hen kom ik nu nog wel eens tegen in mijn werk. Dan moeten we allebei erg lachen. En toevallig heb ik laatst afgesproken: mocht m'n dochtertje Jente ooit een wedstrijd in Thialf schaatsen, de OOMVFC weer van stal wordt gehaald.”
Zelfs jaren na haar carrière blijven de herinneringen aan haar bijzondere fanclubs levendig. Het spandoek ‘ik mis vis’ is nog regelmatig te zien in Thialf. Ruud – die overigens niet bij de OOMVFC hoort - heeft veel spandoeken en staat vaak op een tactische plek zodat hij mooi op tv komt.”
Zo herinnert Michel Mulder zich zijn Japanse fan, Nano Kudo. Tijdens het NK Inlineskaten van 2016 was zij speciaal vanuit het Japanse Kanagawa overgevlogen om zowel Michel als zijn tweelingbroer Ronald in actie te kunnen zien. Sinds de Spelen van Sochi, waar Michel olympisch kampioen werd en Ronald brons won op de 500 meter, is Nano groot fan. De Japanse is zelf ook een helft van een tweeling; wat de band extra speciaal maakte.
Tsjechisch schaatskampioene Martina Sáblíková keerde met drie olympische medailles op de Spelen van Vancouver in 2010 huiswaarts – waarvan tweemaal goud en eenmaal brons. Ze werd als een heldin onthaald op de luchthaven Ruzyně in Praag, waar driehonderd fans klaarstonden om een blik te vangen van hun Tsjechische ijskoningin. Tijdens de persconferentie – die op het vliegveld werd belegd en op tv werd uitgezonden – gebeurde er iets ‘memorabels’, aldus Radio Praque International. Eén van haar fans vroeg onverwacht om haar hand. Sáblíková, die normaal wat verlegen en rustig overkomt, reageerde gewiekst en maakte een grapje over het helpen landen van het Tsjechisch vliegtuig nadat ze was uitgenodigd in de cockpit.
Na de persconferentie kregen alle Tsjechische medaillewinnaars van de Winterspelen een jaar lang gratis bier aangeboden, terwijl degenen met meer dan één medaille, zoals Sáblíková, bier kregen tot de volgende Olympische Spelen. Ook overhandigde beeldhouwer Josef Nálepa een bronzen beeldje van haar in actie als schaatsster. De kampioene kreeg zelfs een eigen postzegel en iemand had het plaatsnaambordje van haar woonplaats veranderd in Sáblíkov.
Irene Schouten had tijdens haar succesvolle schaatscarrière ook een trouwe fanclub. Jaren organiseerde een groepje enthousiaste supporters, onder wie haar schoonvader Peter Mak, regelmatig busreizen naar Heerenveen om Irene aan te moedigen tijdens haar wedstrijden. "We organiseerden twee keer per jaar een reisje naar Thialf als Irene moest rijden," legt Mak senior uit.
De betrokkenheid van deze groep ging verder dan alleen het aanmoedigen vanaf de tribune. Zo’n twee jaar voor de Olympische Spelen van Pyeongchang in 2018 richtten ze de stichting ‘Support voor Irene’ op, met als doel Irene te ondersteunen op haar weg naar de wereldtop. "Toen was Irene met het langebaanschaatsen nog een subtopper en had ze de ambitie om wereldtopper te worden," vertelt Jos Kieftenburg, één van de andere vier initiatiefnemers van de stichting. Door middel van sponsoring door zo'n zestig bedrijven en particulieren slaagde de stichting erin om jaarlijks zo'n tienduizend euro in te zamelen. Dit geld werd gebruikt om Irene te voorzien van de benodigde trainingsmaterialen, zoals een racefiets of mountainbike.
De inspanningen van de stichting wierpen hun vruchten af. Schouten groeide uit tot één van de beste schaatssters ter wereld. Na de successen in 2018 was financiële steun niet langer nodig en werd de stichting opgeheven. De band tussen Irene en haar fans bleef sterk, en de traditie van de busreizen naar Thialf bleef bestaan.
De busreizen, met soms wel vijftig supporters die Thialf bezochten, waren volgens Kieftenburg altijd 'geweldig gezellig'. Met catering aan boord en een mix van oude en nieuwe fans creëerden ze een unieke sfeer waarbij iedereen welkom was. "Het was geen businessclub. Iedere fan die zich aanmeldde kon mee," voegt Irene’s schoonvader toe.
Schouten zelf kijkt ook met veel plezier en een warm gevoel terug op haar trouwe achterban. “Zoals velen weten is de kermis bij ons in het dorp nogal een ding. Voor veel mensen uit Wervershoof is dit hét hoogtepunt van het jaar. Tijdens de Olympische Spelen van Beijing besloot de werkgroep om gezamenlijk – met familie, vrienden, bekenden en schaatsliefhebbers - in het café van Wervershoof naar mij te kijken.” Ze werden door de schaatskoningin getrakteerd op drie keer goud en eenmaal brons. Het liep uit op één groot feest, zowel binnen in het café als buiten op het plein. Schouten: “Er zijn nog steeds mensen die me bedanken en me vertellen dat ze dit leuker vonden dan de kermis.”
Bekijk hier de videoreportage ‘Met de bus naar Thialf: ‘Juichen voor Irene Schouten’: