Iets na tienen betreden op woensdagochtend vier mannen met helm het ijs: Chris Huizinga, Beau Snellink, Bart Hoolwerf én Marcel Bosker. De viervoudig wereldkampioen op dit onderdeel kwam deze winter niet voor in de plannen van bondscoach Rintje Ritsma, maar vijf voor twaalf - een week voor het WK kunnen we daar wel van spreken - is hij er toch bij gevraagd. En niet om in vierde positie als reserve mee te rijden. De gehele training schaatst hij op de derde plek achter de mannen van Essent. Hij duwt zijn voorganger en vormt een gestroomlijnde trein met Huizinga en Snellink, terwijl Hoolwerf in vierde positie het drietal volgt.
Huizinga en Snellink hebben deze winter de basis van de Nederlandse achtervolgingsploeg gevormd op de eerste twee posities. De functie van derde man werd door wisselende rijders ingevuld. Was het bij het eerste optreden Joep Wennemars die het mocht proberen, in Milwaukee zagen we Bart Hoolwerf aan het vertrek en afgelopen weekend keerde Jorrit Bergsma na een lange afwezigheid terug.
De vierde wedstrijd van deze winter zou dus door weer een nieuwe naam ingevuld kunnen worden, zeker als het aan de hoofdrolspeler zelf ligt. “Vandaag ging beter dan iedereen verwacht had”, vertelt Bosker lachend over zijn eerste training van dit seizoen. “Het was ook beter dan tijdens de World Cups. Ik ben benieuwd wat de opstelling wordt, maar ik ga er in principe vanuit dat ik de derde man ben. Ik hoor ertussen. We gaan zo de beelden bekijken en dan weten we meer. Het is aan Beau, Chris en Rintje”, houdt Bosker nog een kleine slag om de arm. Ook hij weet dat de oefenrondes anders zijn dan een wedstrijd op volle snelheid met druk.
Wat voegt Bosker toe aan het trio? “Ik zit dichter op mijn voorgangers, heb meer ervaring en kan makkelijker mijn slag aanpassen. Bart kan het ook prima, maar hij heeft niet de voorwaarden gekregen het te doen. Hij heeft een of twee keer meegetraind en werd vervolgens voor de leeuwen gegooid. Dat is moeilijker dan je denkt”, neemt hij het op voor de rijder van de marathontak van Reggeborgh.
Voor de eerste World Cup deze winter uitte Bosker zijn ongenoegen dat hij aan de kant geschoven was, zonder uitleg. Ook in het vervolg van het seizoen werd hij niet betrokken bij de trainingen. Tijdens de laatste oefenrondes voor het WK werd hij alsnog opgeroepen. “Net op tijd, maar ook veel te laat”, is zijn oordeel. “Ik had graag alle team pursuits gereden en in de zomer meegetraind. Daar heb ik inmiddels een streep ondergezet. Ik kijk nu vooruit. Altijd heb ik gezegd mij honderd procent in te zetten voor het team. Als het goed gaat, hoop ik volgend jaar de lijn door te trekken en niet weer zomaar aan de kant geschoven te worden.”
Ritsma erkent dat het vinden van een geschikte derde rijder een zoektocht is, mede door het eerst deels en later volledig afhaken van Patrick Roest. Hij legt uit waarom hij op dit laatste moment nog een extra man aan de training heeft toegevoegd. “Ineens is de wereldtitel haalbaar. We zitten zo dicht bij de top, dichter dan we verwacht hadden. Dat komt omdat Beau en Chris steeds beter worden. Zij zijn stabiel. Nu moeten we die stabiliteit ook op de derde positie hebben. We zoeken dat kleine beetje extra, zodat we mee kunnen strijden om de eerste plek. Marcel kan net de laatste schakel zijn. Hij brengt een bak ervaring mee. De andere jongens doen het niet slecht, maar die derde positie is een lastige.”
“Tijd is onze vijand nu”, beseft Rintje Ritsma. “Die hebben we niet meer.” Desondanks wilde Ritsma op dit laatste moment Bosker een kans geven. “Wij hebben alle data al van Bart. Vandaag wilden we Marcel in derde positie laten rijden om hem daarmee te kunnen vergelijken.” Ritsma moet nu de knoop doorhakken. Marcel of Bart? Of toch terugvallen op Jorrit? De training lijkt het te verklappen, maar de bondscoach zelf laat nog niets los.
Wordt spoedig vervolgd, als deze week de definitieve selectie bekend wordt.