“Twee jaar heb ik bij het Gewest geschaatst. Ik heb hier de tijd van mijn leven gehad. Veel geleerd en vooral mezelf persoonlijk ontwikkeld, volwassen geworden. Ik ben bij mezelf gebleven en erachter gekomen wat bij me past. Ook een stukje zelfstandigheid kwam daarbij kijken, want er staan minder mensen om je heen dan bij een commerciële ploeg. Nu vind ik dat ik ver genoeg gegroeid ben voor een volgende stap”, klinkt de 21-jarige schaatsster.
“Waar ik heen ga, weet ik echt niet. Ik heb net het NK achter de rug en mag naar het WK. Op dat toernooi wil ik me eerst vol op focussen. Daarna zal ik misschien ploegen benaderen of eventueel doen ze dat bij mij. Ik heb geen idee hoe dat werkt”, vertelt Grevelt, die in tegenstelling tot de meeste podiumkandidaten van het NK geen management achter haar heeft. Hoewel verwacht mag worden dat de Nederlands kampioene Sprint onderdak kan vinden bij een topteam, is Grevelt zich er ook van bewust dat het geen vanzelfsprekendheid is. “In het verleden is al gebleken dat het voor Nederlandse sprintvrouwen toch altijd moeilijk is een plekje te krijgen, dat zullen we zien.”
Met het goud op het Daikin NK Sprint heeft ze zichzelf in ieder geval een goede dienst bewezen. Na de eerste dag ging ze al aan de leiding en liet ze weten ontspannen toe te leven naar de slotdag. “Vandaag wilde ik inderdaad de zenuwen zo lang mogelijk weghouden, maar na de 500 meter voelde ik ze zeker. Daar had ik moeite mee. Zeker toen ik zag dat Marrit zo’n goede tijd voor me reed. Zij zorgde voor extra spanning.” Fledderus zette 1.15,08 op de klokken en was daarmee een halve seconde sneller dan Grevelt op zaterdag was geweest. “Ik dacht: Het gaat niet lukken. Maar ik corrigeerde mezelf, ik moest niet zo denken terwijl ik er zo goed voor had gestaan. Bij het horen van het startschot ging ik er vol voor. Eigenlijk kan ik me ook niet meer herinneren hoe ik schaatste.”
Wat Grevelt wel scherp op het netvlies heeft, is het scorebord in Thialf. “Ik kijk altijd stiekem op dat bord tijdens mijn race en zag na mijn eerste ronde rode cijfers bij mijn naam staan. Dit ga je toch niet menen? Maar ik heb een ontzettend goede slotronde, daar vertrouwde ik op. Ik kon nog even mee in de slipstream van Dione (Voskamp). Keihard doorschaatsen met de handjes op mijn rug en toen zag ik dat de cijfers groen waren. Ik was erg blij.”