Als we twee weken voor de feestelijke heropening een bezoek brengen aan het Amsterdamse sportcomplex Middenmeer is het een drukte van jewelste op en rond de ijsbaan. Niet vanwege enthousiaste sporters die langs de 400-meterpiste hun schaatsen aantrekken, maar van bouwvolk dat de verse betonvloer aanveegt en met klinkers een randje bestraat. Geen geluid van de speaker die een dweilpauze aankondigt, maar het motorgeronk van een shovel die nog wat zand verplaatst…
Het zijn de laatste werkzaamheden voor fase 1 van deze renovatie: het leggen van een nieuwe koelvloer voor de 400-meterbaan. Dat was hard nodig, want de oude was op en versleten. Enkele seizoenen terug lag de ijsbaan er enkele weken uit, vanwege corrosie in koelsysteem. Dat gaat niet meer gebeuren. De ruim dertig jaar oude, stalen leidingen zijn vervangen door kunststof buizen. Daar doorheen stroomt alkali als koelvloeistof, in plaats van ammoniak, dat goeddeels overbodig is geworden.
De piste is in vier sectoren verdeeld, zodat de ijsmeesters beter kunnen inspelen op het verschil in omstandigheden, bijvoorbeeld als de ene bocht in de schaduw ligt, terwijl de zon genadeloos op die andere bocht schijnt. “Met de hele koelinstallatie in bedrijf kreeg je in de schaduwbocht een dikke ijslaag, terwijl je in die zonnebocht het ijs er net in hield”, vertelt Joris Wouters, directeur van de stichting Jaap Eden. “Straks schakel je die ene sector af en schakel je de andere bij. Dat komt niet alleen je ijskwaliteit ten goede, je gaat ook efficiënter met je energie om. We verwachten straks makkelijker beter ijs te kunnen maken.”
In de slipstream van deze ‘Operatie 400 meter’ is de oude krabbelbaan, die in drukke tijden ook nog wel dienst deed als trainingsijs voor ijshockey en kunstrijden, een stuk opgeschoven. Om hiervoor ruimte te maken is het knusse chalet, dat dienst deed als vergader- en horecaruimte, gesloopt. Op de plek van de oude krabbelbaan komt een ‘opstapplein’ (beton met rubberen matten), zodat schaatsers vanuit de kleedkamers eenvoudiger het ijs op kunnen. Wouters: “We geven onze klant wat meer leefruimte.”
In 1961 was de feestelijke opening van ‘de Jaap Eden’, de eerste kunstijsbaan van Nederland. Sindsdien hoeven onze topschaatsers niet meer naar Noorwegen om te trainen op bevroren bergmeertjes. Ons land telt intussen 22 kunstijsbanen, de meeste voorzien van een gehele of gedeeltelijke overkapping. Als Geleen in 2025 van een dak is voorzien, heeft Amsterdam als enige nog een kunstijsbaan die nog geheel onoverdekt is. En dat is een bewuste keuze geweest van het Amsterdamse stadsbestuur, als nieuwe eigenaar van het complex.
Wouters: “Uit onderzoek bleek dat openlucht of (gedeeltelijk) overdekt voor het energieverbruik geen significant verschil betekende. Onze gebruikers gaven wel duidelijk aan dat ze een voorkeur hadden voor het behoud schaatsen in de buitenlucht. Dit is een unieke baan, met een uniek karakter, compleet met horeca bij Jaap en de sfeerverlichting buiten. Dat willen de schaatsers en ook wij als exploitant graag behouden. Het is fijn dat de gemeente uiteindelijk deze keuze heeft gemaakt.”
De Jaap Eden scoort elke winter ruim een half miljoen bezoeken en is daarmee een van de drukst bezochte ijsbanen van het land. Zo’n dertig schaatsverenigingen zijn hier actief. Maar het complex heeft meer dan alleen die nostalgische 400-meterbaan. Sinds 1973 staat hier ook een ijshal met een vloer van 30 x 60 meter. Dat is niet alleen de thuisbasis van ijshockeyclub Amsterdam Tijgers (ijshockey), hier ligt ook de bakermat van het Nederlandse shorttrack (in 1975 vond hier al de eerste Dutch Open plaats) én de hal is razend populair bij kunstrijders.
Maar de ijshal van Jaap Eden is te krap, blijkt al enkele jaren. De zeven clubs (ijshockey, shorttrack en kunstrijden samen) moeten vechten om beschikbare ijsuren. De vijftig jaar oude hal is, oneerbiedig gezegd, bovendien helemaal op. Uitgewoond en afgeleefd. Vervanging is dringend noodzakelijk, uitbreiding meer dan wenselijk. Plannen voor een tweede hal waren vergevorderd, maar toen kwam de Oekraïne-oorlog die leidde tot stijgende prijzen voor energie en bouwmateriaal.
Mede om die redenen moest de Amsterdamse wethouder Sofyan Mbarki nog eens kritisch kijken naar de renovatieplannen voor Jaap Eden, wetend dat elders in de stad meer sportaccommodaties aan vervanging toe waren. De wethouder noemde het belangrijk ‘dat de ijssport betaalbaar, toegankelijk en aantrekkelijk is en blijft voor iedere Amsterdammer’. “De gemeente investeert hierin, omdat sport een effectief middel is om Amsterdammers meer te laten bewegen en te laten meedoen in de maatschappij”, aldus Mbarki begin dit jaar in Het Parool. Hij wist toch nog 50 miljoen euro vrij te maken voor het schaatscomplex, maar de tweede ijshal ging de ijskast in.
Het plan is nu dat de bestaande hal in 2025 wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw, met faciliteiten die weer passen bij de eisen van deze tijd. Hiervoor moet de gemeenteraad van Amsterdam nog wel definitief groen licht geven. De verenigingen die bij Jaap Eden kunstrijden, shorttracken en ijshockeyen koesteren nog stille hoop dat die tweede hal er alsnog komt, maar de kans daarop lijkt klein. Wouters kan hierover niet veel kwijt, omdat de gemeente beslist. “Er wordt bij de werkzaamheden waarschijnlijk wel rekening gehouden met de eventuele bouw van die tweede hal, maar dat plan staat voorlopig on hold.”
Tussen de fases 1 (de 400-meterbaan) en 3 (ijshal, in 2025) staat stap 2 van de renovatie gepland. In de zomer van 2024 krijgen kleedkamers en kantoren een facelift én komt alle horeca onder één dak te zitten. Die zit nu verspreid over vijf plekken. Straks komt alles samen in café-restaurant Jaap, opvolger van de illustere Skeeve Skaes, dat wordt uitgebreid. De ouderwetse sfeer - een unieke combinatie van bruine kroeg, apres-ski-hut, koek en zopie - is daar aardig behouden gebleven. Dat is meteen ook de insteek voor de gehele operatie die nu gaande is. “Het hele complex is nu een lappendeken van gebouwen, die we deels gaan vervangen door nieuwbouw”, zegt Wouters. “Dat maakt het werk niet alleen efficiënter, je probeert zaken ook meer op elkaar te laten aansluiten, zodat het complex één sfeer uitademt. De opdracht aan architect Venhoeven is om het unieke karakter erin te houden. Dat is die echte Hollandse sfeer, die past bij buitenschaatsen, waarbij op het ijs iedereen gelijk is.”