“Ik wist niet hoe de rest van de deelnemers er voor stond, dus ik had geen idee wat ik kon verwachten”, zei Jade Groenewoud na afloop van de eerste junioren-World Cup van dit seizoen. Met twee gouden en een zilveren medaille om de nek was het antwoord na twee dagen van schaatsen op topniveau wel duidelijk. “Een geslaagd weekend, zeker!”, voegde de Hengelose er ten overvloede tevreden aan toe. Geslaagd, met die winst, maar ongetwijfeld ook door de manier waarop. Ze won de 3 kilometer met ruim elf seconden voorsprong op Sophie Kraaijeveld, de nummer twee op deze afstand. De marge op de 1500 meter was met een kleine drie seconden misschien wat minder groot, maar nog steeds indrukwekkend.
“Ik begon best hard, er stond best wel veel wind. Ik had een stuk meewind, daardoor had ik veel snelheid en ging ik de eerste ronde iets te hard”, vertelt ze over de omstandigheden in het stadje dat nog geen 500 kilometer van de Poolcirkel ligt. Het was aanvoelen en aanpassen, maar dat is de kleine Hengelose wel toevertrouwd. “Ik vind dit soort wedstrijden op buitenbanen altijd wel wat hebben. Je moet met dingen als wind, sneeuw en kou rekening houden. Het is heel belangrijk dat je daar je niet gek door laat maken. Je moet jezelf er een beetje op aanpassen, diep blijven zitten en zorgen dat je niet te veel wind vangt. Ik vind dat altijd wel leuk hoor, dat je die omstandigheden hebt.”
“Qua wind viel het me alles mee”, relativeert Stijn van de Bunt de weersinvloeden op zijn presteren. Hij had het net even anders ervaren dan zijn vrouwelijke ploeggenoten en wekte niet de indruk er veel last van te hebben. “Er was niet heel veel wind en het verschilde ook niet per rit, dus de omstandigheden waren gelijk. Het waaide wel hoor, maar je moet er toch doorheen.” Ook hij won zijn drie kilometer en deed dat met zeven seconden voorsprong op Remco Stam, de nummer twee op die afstand. Met overmacht dus, maar hij maakt daar wel een grote kanttekening bij. “Mijn concurrent van vorig jaar, Sigurd Henriksen, staat niet aan de start omdat hij senioren-World Cups rijdt. Dat blijft wel in je achterhoofd zitten, de tijden die hij dit seizoen al heeft gereden. Ik ga er eigenlijk vanuit dat hij nog wel een stapje beter is.” Henriksen reed vorige week in Thialf met 6.17.67 een wereldrecord voor junioren, dus de lat ligt hoog. “Maar dat blijft mij ook wel motiveren om hard te blijven werken. En wie er niet is, kan je ook niet verslaan op zo’n weekend.”
Stijn kreeg ook het nodige onverwachte malheur voor de kiezen. “In de halve finale dacht ik bij mezelf: wat doet die linkerschaats nou raar? Toen bleek dat m’n hele brug gebroken was. Ik moest helemaal schakelen, met een nieuwe brug en reserve-ijzers onder mijn schaatsen. Als ik een dobbelsteen had gehad met dertien erop, dan had ik die zeker gegooid vanochtend. Desondanks kon ik het goed uit m’n hoofd zetten en heb ik nog wel twee goede ritten neergezet.” De 1500 meter sloot hij op een derde plek af, achter Tim Prins en de sterke Japanse winnaar Kotaro Kasahara. De finale van de mass start moest hij alleen rijden, want ploeggenoot Remco Stam was in de halve finale gediskwalificeerd. Met nog drie ronden te gaan demarreerde een sterk Japans tweetal en Van de Bunt moest in z’n eentje in de achtervolging. “Ik was simpelweg te laat”, zegt hij kritisch als hij naar dat beslissende moment terugkijkt. “De race ging tactisch goed. Alleen kwamen de Japanners er in een keer overheen en was ik al te laat.” Van het Japanse tweetal wist hij er nog één in te halen en stelde daarmee een tweede plek veilig.
Dat Jade Groenewoud met TalentNED-ploeggenoot Chloé Hoogendoorn de mass start volledig naar de Nederlandse hand wist te zetten, was de bekroning van haar weekend, maar ook dat van haar teammaatje. Hoogendoorn pakte de winst, na een slim tactisch spel waarbij ze met z’n tweeën wegreden en wegbleven. “We hadden dat van te voren besproken”, vertelt Groenewoud lachend. “Bij de halve finales merkten we al dat het bij de tussensprints helemaal stil viel en dat iedereen aan het afwachten was. Wij dachten: als we weg kunnen rijden dan is dat het moment.” Met deze deelnemers was dit het meest voor de hand liggende plan.” Het was voor Hoogendoorn een hele opluchting, nadat ze een dag eerder niet helemaal fit aan de 1000 meter was begonnen. “Ik had er meer van verwacht, maar ik had best last van m’n buik. Dat zat wel tegen en kwam ook vanwege de zenuwen voor zo’n grote wedstrijd. Ik had beter willen rijden en verloor veel in het eerste rondje. Dat had sneller gekund. Ik ben dus niet helemaal tevreden, maar onder deze omstandigheden vond ik een achtste plaats wel prima”, zegt ze, doelend op haar fysieke ongemak. Want de buitenomstandigheden in het hoge noorden bevallen haar net als ploeggenote Jade Groenewoud prima. “Ik vind het wel bijzonder. Op een binnenbaan rijd je in Nederland altijd al, dus het heeft wel iets speciaals. Het is alleen wel effe wennen, met die wind.”