Jan Dijkema had best aan kunnen blijven als voorzitter, mocht hij dat zelf hebben gewild. Ook al is hij de leeftijdsgrens van 75 jaar gepasseerd. “Internationaal is er behoorlijk wat druk uitgeoefend om er toch nog vier jaar aan vast te plakken. Ze wilden speciaal voor mij de regelgeving rondom de leeftijdsgrens aanpassen. Dat is fijn om te horen, want dan heb je het al die jaren blijkbaar goed gedaan. Maar ik heb heel bewust ‘nee’ gezegd tegen een nieuwe periode. Het is goed dat er een jonger iemand komt die het stokje overneemt. Mijn voorganger (de Italiaan Ottavio Cinquanta, red.) is net iets te lang doorgegaan, dat wil ik voorkomen.”
Voorzitterschap
In 2016 werd Dijkema (hij was op dat moment vice-voorzitter) op het congres in Dubrovnik benoemd tot president van de ISU. “Heel bijzonder en uniek, want ik ben pas de elfde voorzitter. Terwijl de ISU al 130 jaar bestaat.” De geboren Drent ('Ik ben opgegroeid in Schipborg, maar woon nu alweer 44 jaar in Twente') is na Pim Mulier (1892-1895) en Gerrit van Laer (1937-1945) de derde voorzitter uit Nederland. “Bij mijn aanstelling heb ik drie pijlers genoemd waar ik me op wilde richten: ontwikkeling, promotie & marketing en goed bestuur. Er is veel tot stand gebracht. Als je kijkt naar ontwikkeling, dan hebben we grote stappen gezet. Jarenlang domineerde ons land het langebaanschaatsen. Op de tien kilometer zagen we vaak een geheel Nederlands podium. Als Nederlander vind ik dat heel mooi, maar voor het internationale schaatsen is het killing. Op een gegeven moment hebben we de regels aangepast, zodat er op die afstand nog maar twee rijders uit hetzelfde land mochten starten.”
Daarnaast hebben we op mijn initiatief wereldwijd elf ‘Centers of Excellence’ aangewezen. Thialf is daar een voorbeeld van, maar ook de ijsbanen in Calgary, Salt Lake City en Beijing behoren daartoe. Zo delen we kennis, ervaring en faciliteiten met elkaar en hebben we de ontwikkeling van de schaatssport een extra impuls gegeven. Erin Jackson heeft zich daardoor succesvol kunnen omscholen van inlineskater tot langebaanschaatsster en won in Beijing goud op de 500 meter. Er waren op de Spelen bij het schaatsen trouwens medaillewinnaars uit twaalf verschillende landen. Dat is nog nooit eerder gebeurd. Die spreiding is heel belangrijk.”
Hoogtepunten
Negen keer was Dijkema aanwezig bij de Winterspelen. Tientallen keren stond hij bij EK’s, WK’s en wereldbekers langs de baan met supervisie van de organisatie en reikte hij de medailles uit. In al die jaren heeft de voorzitter van de ISU mooie dingen meegemaakt. “Het is een voorrecht dat ik bij zoveel prachtige toernooien aanwezig mocht zijn, zowel langebaan, shorttrack als kunstrijden."
"Vaak zijn het de onverwachte zaken die sport zo mooi maken. De 1000 meter van Gerard van Velde, tijdens de Spelen van Salt Lake City in 2002, is zo’n moment dat je niet snel meer vergeet. Van Velde had z’n carrière al beëindigd, maar keerde terug op het ijs en won vervolgens goud. Ook de gouden race van Marianne Timmer in Turijn 2006 staat me nog goed bij. In 1998, in Nagano, pakte ze al twee keer goud en acht jaar later wint ze opnieuw. Fantastisch! Eveneens de geweldige terugkeer van het Nederlandse shorttrack met Sjinkie Knegt en Suzanne Schulting. En Nederland opnieuw bij het kunstrijden aanwezig op de Olympische Winterspelen. Dat heb ik allemaal van zeer nabij mee mogen maken, heel bijzonder.”
Sven en Ireen
Een paar maanden voordat Dijkema aftreedt als voorzitter namen twee andere iconen uit de schaatswereld afscheid. Sven Kramer en Ireen Wüst werden in een volgepakt Thialf op schitterende wijze uitgezwaaid door de fans. Dijkema maakte het ‘tijdperk Sven en Ireen’ van dichtbij mee. “Ik heb ze zien komen en gaan, heel bijzonder. Tijdens hun afscheid in Heerenveen heb ik gezegd: het waren jullie gouden jaren, maar ook de gouden jaren van de Nederlandse schaatssport. Het is uitzonderlijk wat die twee kampioenen allemaal gepresteerd hebben.”
“Neem Ireen Wüst, die een paar maanden geleden in Beijing op de 1500 meter haar zesde gouden medaille won. Zo ontzettend knap! En Sven Kramer, die jarenlang de vijf kilometer domineerde en op die afstand drie keer olympisch kampioen is geworden. Het is heel moeilijk om zo lang aan de top te staan, maar Sven en Ireen hebben het gedaan.” Dan pakt Dijkema z’n mobiele telefoon erbij en laat twee videoboodschappen zien die hij van het tweetal gekregen heeft. Daarin bedanken Kramer en Wüst hem voor de prachtige jaren die ze met elkaar hebben beleefd. “Is toch supergaaf? Ja, dat heeft me wel geraakt.”
Sportieve dieptepunten zijn er ook zeker geweest in al die jaren. “De verkeerde wissel van Kramer in 2010. Maar ook de val van Sverre Lunde Pedersen in 2018, tijdens het WK Allround in Amsterdam. Die jongen was op weg naar de wereldtitel, maar ging nota bene op de tien kilometer onderuit. Patrick Roest won uiteindelijk de titel, maar eigenlijk had Pedersen hem verdiend. Net zoals Kramer het olympisch goud in Vancouver verdiende. Aan de andere kant hoort dat ook bij sport hè. Dat maakt het in veel gevallen ook weer zo mooi.”
Corona
De coronacrisis heeft de ISU hard geraakt. “Financieel hebben we daar veel onder te lijden gehad. Meer uitgaven en minder inkomsten. Dat gaat om miljoenen. Ja, dat heeft er flink ingehakt. In 2020 moesten we bijvoorbeeld het WK kunstrijden afgelasten, daardoor liepen we veel tv-gelden mis. Gelukkig hebben we een goede financiële positie, we konden wat klappen opvangen.” Om in 2021 de WK Afstanden wel door te kunnen laten, werd er in Heerenveen een speciale ‘schaatsbubbel’ opgezet. Schaatsers uit diverse landen leefden zes weken volledig van de buitenwereld afgescheiden. “Iedereen die aan de bubbel heeft meegewerkt ben ik heel dankbaar. Het is dankzij de ISU-financiering dat we in die periode trainingen konden faciliteren en wedstrijden konden organiseren. Als dat niet gelukt was, hadden sommige landen om ons heen grote achterstanden opgelopen.”
Toekomst
Als Dijkema straks weer terug is van het congres in Thailand zal het leven er heel anders uit zien. “Ik zal wel even moeten afkicken. Jarenlang ben ik met veel verschillende dingen bezig geweest. Dat heeft veel energie gekost, maar gelukkig ben ik gezond gebleven. Door de liefde voor de schaatssport heb ik het zo lang kunnen volhouden.” Tijdens het congres in Phuket wordt er een opvolger voor Dijkema gekozen. Er zijn vier kandidaten: Slobodan Delic (Servië), Jae Youl Kim (Zuid-Korea), Susanna Rahkamo (Finland) en Patricia St. Peter (Amerika). “Het is niet te voorspellen wie het zal worden. In mijn ogen zijn er sterke kandidaten, ik sluit niet uit dat er voor het eerst in de geschiedenis een vrouw wordt verkozen als voorzitter.”
Volgens Dijkema is het is ook heel belangrijk dat er weer een Nederlander in het dertienkoppige bestuur van de ISU komt. Ook daar wordt tijdens het congres over gestemd. De KNSB heeft Albert Hazelhoff voorgedragen als kandidaat. “Nederland heeft de afgelopen jaren niet te klagen gehad, want ik zit al sinds 1994 in het bestuur. Albert maakt een goede kans, maar het is absoluut geen zekerheid.” Mocht Hazelhoff niet verkozen worden, dan zou Douwe de Vries nog in het bestuur kunnen komen. Vanuit de atletencommissie krijgt iemand namelijk een volwaardige positie. Diegene heeft dan ook stemrecht. “Het is cruciaal dat er in elk geval een Nederlander in het bestuur komt. Want daar worden toch de belangrijke beslissingen voor de toekomst genomen."
"Voor mij zal het even wennen zijn, het is een gekke gedachte dat ik straks niet meer in het bestuur zit. Maar het is mooi geweest, ik kijk met veel voldoening terug op de afgelopen jaren. Het was een voorrecht om voorzitter van de ISU te zijn. Met een gezonde ISU voor mijn opvolger en voor Nederland onder andere een nieuw contract met het sportmarketingbureau House of Sports. Uiteraard blijf ik betrokken bij het schaatsen. Ik zit nog in de coördinatiecommissie van het IOC, ter voorbereiding op de Winterspelen van 2026. En zo lang m’n gezondheid me niet in de steek laat, blijf ik de toernooien bezoeken.”