1 - De stap naar Jong Oranje
"Dit is weliswaar een oud moment, maar voor mijn carrière wel een heel belangrijke. Als B-junior had ik eerder in het seizoen al het NK Sprint gewonnen, maar een sprintklassement winnen was in die tijd nog niet zo belangrijk. Als je in Jong Oranje wilde komen, moest je goed presteren op het NK Allround voor junioren. Mede dankzij mijn goede 500 meter (al was ik ook niet beroerd op de andere afstanden) eindigde ik als tweede in het klassement achter Wouter olde Heuvel.

Door deze prestatie verzekerde ik mij samen met Wouter voor een plekje in Jong Oranje. We kwamen in een geweldig team met onder meer Sven (Kramer), Ireen (Wüst) en Annette (Gerritsen). Het gaf echt een boost om in deze ploeg te komen en daarnaast was het een belangrijke leerschool richting latere successen. Als je er nu op terugkijkt, heeft iedereen uit dat team de internationale top bereikt. Of ik toen al wist ik dat ik wilde gaan sprinten? Ja, dat idee had ik wel enigszins. De lange afstanden waren niet echt mijn pakkie an."

Foto: Martin de Jong

2 - Nationale doorbraak
"Tijdens het NK Sprint van 2006 in Assen behaalde ik mijn eerste podiumplaats bij de senioren. Ik won als junior de tweede 500 meter en reed onder meer Gerard van Velde en Erben Wennemars eraf. Het gaf zo'n goed gevoel om er ineens tussen te staan. Als junior probeerde je door te stoten naar de nationale top en je in de kijker te rijden. Dat het zo snel zou gaan, had ik nooit voor mogelijk gehouden. Uiteindelijk ging ik het jaar erna naar TVM en durf ik wel te zeggen dat deze rit daar zeker aan heeft meegeholpen."

Foto: Martin de Jong

3 - De eerste 34'er
"Mijn eerste 34'er hoort ook absoluut in dit lijstje thuis. Als kleine jongen droom je ervan om ooit een 34'er te rijden en als dat dan gebeurt, ben je superblij. Het gebeurde tijdens de World Cup van Calgary in 2007. Voordat ik daarheen ging, stond mijn persoonlijk record op 35,16, een tijd die ik een jaar eerder als junior had gereden (deze staat nog steeds als Nederlands juniorenrecord). Ik wist dat er een kans was dat ik voor het eerst onder de 35 seconden zou rijden, maar tijdens de eerste 500 meter maakte ik de fout dat ik veel te graag wilde.

Ik kwam niet verder dan 35,73 en dat was een goede les voor mezelf: ik moest me bij mijn taken houden en veel meer vanuit het gevoel rijden. Tijdens de tweede 500 meter deed ik dat en reed ik een seconde sneller dan de eerste dag. Ik reed 34,72 en kwam zelfs heel dicht in de buurt van het Nederlands record (34,5). Voor mij was dit een mooie mijlpaal en dat is ook het mooie aan schaatsen: je kijkt altijd naar tijden van vroeger en van jezelf. Schaatsen is een sport waar je objectief naar cijfertjes kan kijken."

4 - Eerste World Cup-overwinning
"De Olympische Spelen van Vancouver in 2010 (Smeekens werd zesde) waren een opmaat naar een mooi laatste deel van het seizoen. Na de Spelen zat ik er lekker in en leek het allemaal vanzelf te gaan. Meedoen aan een wedstrijd is mooi, maar pas bij de World Cup in Erfurt leerde ik wat winnen was en hoe je dat moest blijven doen. Ik won voor het eerst in mijn carrière een World Cup over 500 meter en dat was een heel vet moment! Een dag later won ik opnieuw en een week daarna won ik beide 500 meters bij de World Cup in Heerenveen. Hoewel winnen voor eigen publiek heel cool is, blijft de eerste World Cup-overwinning toch het mooist."

5 - World Cup-klassement
"Sinds ik ben begonnen met schaatsen, was het een droom en een doel voor mij om als eerste Nederlander het World Cup-klassement op de 500 meter te winnen. In het seizoen 2012/2013 haalde ik een superhoog niveau en vocht ik meerdere mooie battles uit met Joji Kato. Ik won dat jaar zeven World Cups en bij twee daarvan (allebei in Calgary) verbeterde ik het nationale record. Ik was het hele seizoen consistent en dat leverde mij als eerste Nederlander en eerste Europeaan sinds Uwe-Jens Mey het overall klassement op. Dat was heel gaaf, zeker door de manier waarop!"

6 - Het OKT in 2013
"Het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) eind 2013 was voor mij heel bijzonder. Ik werd in de week voorafgaand aan het plaatsingstoernooi voor de Olympische Spelen verschrikkelijk ziek, lag drie dagen met 39 graden koorts in bed en kon dus niet trainen. Het was een mentale en fysieke uitdaging om op tijd fit te raken voor het OKT. Even leek het alsof alles tegen ging zitten, maar ik trok het ticket op mijn tandvlees binnen. De eerste 500 meter was goed en na de tweede 500 meter was de opluchting en ontlading héél groot.

Voor elke schaatser is het OKT een wedstrijd waar gigantisch veel op het spel staat. Bij zo'n kwalificatietoernooi win je verder geen prijzen, maar om überhaupt voor de prijzen te mogen strijden, moet je eerst zorgen dat je je plaatst. In Nederland zijn slechts tien plekken te verdelen voor de Spelen, dus als je dan je missie weet te volbrengen, komen er heel veel emoties los. Het was een supermooi moment en voor mij voelde dit echt als een topprestatie."

7 - De Olympische Spelen van Sotsji
"Ik heb drie keer aan de Spelen mogen deelnemen, maar Sotsji is voor mij en voor iedereen het meest memorabel. Geluk, verdriet, alles kwam bij elkaar tijdens deze wedstrijd. Welk beeld me nu als eerste binnenschiet? Gewoon de hele dag. Vanaf de fout die ik maakte in de laatste rit tot aan het Medal Plaza waar ik de zilveren medaille omgehangen kreeg. Ik stond daar met mixed feelings: aan de ene kant was ik trots en vond ik het bijzonder om allemaal mee te maken, maar aan de andere kant zat ik met mijn hoofd bij die gouden medaille. Als sporter kom je voor het hoogst haalbare en dat was net niet gelukt.

Het is een herinnering die me altijd zal bijblijven. De pijn van het mislopen van goud heb ik allang afgesloten, maar ik kan niet ontkennen dat ik er wel even mee gestruggled heb. Nee, ik neem het niemand kwalijk dat het gegaan is zoals het gegaan is. Michel heeft goud gewonnen, ik zilver en Ronald brons. Het was een hele intense periode waar ik nu met een hartstikke trots gevoel op terugkijk. Dat we met drie Nederlanders op het podium van de 500 meter stonden, was een hele overwinning. Dat had niemand kunnen denken toen ik begon met sprinten!"

8 - De wereldtitel in Gangneung
"Dit is de mooiste van het lijstje. Om jezelf écht de beste van de wereld te kunnen noemen, is toch wel heel cool. Zeker nu ik gestopt ben, is dat mooi om op terug te kijken. Op die dag klopte alles. Zowel fysiek, mentaal als technisch liep het eigenlijk de hele week al goed. Ik voelde aan alles dat ik scherp was om de strijd aan te gaan en mezelf te revancheren voor dingen die ik in andere wedstrijden nog weleens verknalde. Het lukte me eindelijk op het moment suprême en heel veel mensen gunden me de titel. Prestaties kun je nooit zien als opzichzelfstaand. Het is een geheel van pieken en dalen dat eraan vooraf is gegaan. Door het verhaal van Sotsji is deze titel nog net iets mooier."

Dit waren jouw acht eigen gekozen momenten. Prestaties die je bijvoorbeeld niet genoemd hebt, zijn je zes nationale titels op de 500 meter. Hoe kijk je daarop terug?
"Elke titel die ik heb gewonnen, is mooi: de eerste is mooi, de hattrick is mooi, maar eigenlijk zijn al die podiumplekken mooi. Het NK was vroeger vaak de eerste wedstrijd van het seizoen, dus dat waren hele spannende wedstrijden. Van de vijftien NK's die ik heb gereden, heb ik dertien keer op het podium gestaan van de 500 meter. Dat is best uniek."

De Spelen van Sotsji springen er voor jou natuurlijk bovenuit, maar je hebt ook aan de Spelen van Vancouver (2010) en Pyeongchang (2018) deelgenomen. Hoe heb je deze toernooien beleefd?
"Dat ik drie keer aan de Spelen heb mogen deelnemen, is überhaupt al een hoogtepunt. Vancouver was gigantisch mooi om als rookie mee te maken. Ik werd zesde op de 500 meter en op de tweede 500 meter eindigde ik zelfs als vierde. Ik lag op de kamer met Stefan Groothuis en Mark Tuitert en ik zag het verlies bij de één (bij Groothuis) en het succes van de ander (Tuitert won goud op de 1500 meter). Voor mijn carrière was het belangrijk om zoiets van dichtbij mee te maken.

De Spelen van Pyeongchang waren sportief gezien niet bijzonder (Smeekens werd tiende), maar dat ik de vlag tijdens de openingsceremonie het stadion mocht binnendragen, vond ik heel gaaf. Het was een verdienste van de voorgaande jaren waarin ik tegenslagen heb overwonnen en daarna niet van me afgeschopt heb. Het was tevens een mooie erkenning voor de manier waarop ik mijn sport altijd heb beleefd."

We kunnen wel stellen dat jij het sprinten – en met name de 500 meter – in Nederland op de kaart hebt gezet. Wat maakte die 500 meter nou zo mooi?
"In Nederland moet je winnen om mensen te laten inzien welke facetten bij elkaar komen voor een mooie 500 meter. Het is mooi als je de mensen het hele mentale aspect, fysieke aspect, de snelheid en de g-kracht in de bochten kunt laten meebeleven. Het is zó spectaculair om mee te maken en te voelen, die passie deel ik graag met anderen. Sprinten is mijn grote liefde en dat zal altijd zo blijven."