Uiteraard kon Kolder de keuze van Daleman, nog altijd slechts 17 jaar, begrijpen. “Zij heeft bij de junioren al twee keer gewonnen. Voor haar ontwikkeling is het ook beter dat ze nu andere doelen heeft gesteld.” Haar afwezigheid betekende alleen niet dat de Nederlanders in het Italiaanse Collalbo niet voor de prijzen konden rijden. “Die druk hoefden wij ze niet op te leggen, dat deden ze zelf wel”, aldus Kolder. “Met name op de ploegenachtervolging maakten we veel kans en dat hebben we laten zien met goud bij de vrouwen en zilver bij de mannen.”

Toch vond de Groninger de prestaties niet het belangrijkste. “Het gaat erom dat ze met spanning om leren gaan en zoals dit weekend ook soms buiten wedstrijden rijden. Op die manier helpen we ze met de aansluiting bij de senioren.” En naast de ervaring met het buiten schaatsen, soms met een zonnetje, soms in een zware sneeuwbui, gingen de rijders ook met prijzen naar huis. “Sil van der Veen reed met een hele goede 5000 naar brons, echt een toptijd. Hoe hij dat deed was heel knap. Verder hadden we een paar net-niet plekken, op maar een paar tienden van de medailles. En natuurlijk reed Jasmijn een heel sterk weekend.”

Sil van der Veen, Mats Bendijk en Mika Kolder pakken zilver
De zilveren mannen: Sil van der Veen, Mats Bendijk en Mika Kolder (zoon van) | Foto: International Skating Union (ISU)

Kolder doelt op Jasmijn Veenhuis, 17 jaar en afkomstig uit het Drentse Gieten. Intussen woont de schaatsster van het KNSB Talent Team Noord alweer anderhalf jaar op zichzelf in Heerenveen, waar ze onder leiding van Kolder hard heeft gewerkt om afgelopen weekend optimaal aan de start te verschijnen. “Tot ik twee weken geleden ineens ziek werd”, vertelt ze vanuit haar hotel. “Daarom ben ik later ingevlogen en heb ik maar drie dagen kunnen wennen aan de hoogte voordat ik de World Cup moest rijden. Dat ging natuurlijk niet super, want ik was nog niet voldoende hersteld. Daarna ging het gelukkig beter, al had ik mezelf zeker niet bij de favorieten gerekend voor dit WK.”

Die underdogpositie was misschien ook wel een gevolg van een wisselvallig NK. Een matige eerste dag maakte ze destijds goed op dag twee, waarmee ze derde werd achter Rosalie van Vliet en Britt Breider. Op het WK kende ze die dip op dag één gelukkig niet. “De eerste drie afstanden waren heel steady, waardoor ik voor de slotafstand zevende stond. Ik wist dat ik het podium kon halen, maar stond er open in. De 3000 meter ging gelukkig heel goed en toen werd ik ineens derde. Heel bizar.” Naast de derde plek in het klassement pakte ze ook nog brons op de 3000 meter.

De gouden medaille is voor Team NL
De vrouwen vieren hun gouden medaille | Foto: International Skating Union (ISU)

Het goede gevoel dat ze aan die race overhield nam ze mee naar de slotdag, waarop de teamonderdelen op het programma stonden. Als beoogde kopvrouw van de oranjetrein liep de spanning vooraf hoog op. “Zeker toen het ook nog begon te sneeuwen”, aldus de jonge allrounder. “Gelukkig ging het goed en reden we harde rondjes voor deze omstandigheden. We zaten in de laatste rit, dus wisten meteen dat we gewonnen hadden.” Op het podium daalde het besef in. “Het is een magisch gevoel dat je de beste van de wereld bent.”

Als eerstejaars A-juniore heeft Veenhuis nog een jaar voor de boeg voordat ze eventueel de stap hogerop kan maken. Ervaring op het hoogste niveau heeft ze al wel opgedaan bij het World Cup kwalificatietoernooi, maar op een internationaal debuut is het logischerwijs nog even wachten. “Volgend jaar hoop ik bij de junioren nog een kans te krijgen op het WK, maar natuurlijk wil ik daarna heel graag naar een commerciële ploeg. Daar ben ik nu alleen nog te jong voor.”

Commerciële schaatsploegen mogen immers geen junioren onder contract hebben. In het prestatiedichte Nederland maken junioren ook weinig kans om zich voor de wereldbekers of toernooien te plaatsen. Alleen rijders als Daleman, of daarvoor Femke Kok, konden zich als junior al meten met de top. Buitenlandse concurrenten bij de junioren, zoals Metodej Jilek, Finn Sonnekalb en Jeannine Rosner, hebben die internationale ervaring al wel.

Jasmijn Veenhuis
Jasmijn Veenhuis op weg naar de bronzen plak op de 3000 meter | Foto: International Skating Union (ISU)

Bondscoach Kolder is dan ook content met de manier waarop de Nederlanders zich weerden. “Die buitenlandse jongens en meiden zijn gewoon net een stap verder in hun ontwikkeling. Dat komt bij ons ook wel en dat verschil zie je wel vaker bij de junioren. Gelukkig zit er veel potentie in deze groep en is de oogst van dit weekend al meer dan we op gehoopt hadden vooraf. Voor mij als bondscoach ligt de focus vooral op de teamonderdelen, maar het is bijvoorbeeld ook mooi om te zien dat de investeringen in de allround en lange afstanden bij de jongens zich nu beginnen uit te betalen.”

De winnaars op een rij

Naast de Nederlandse medailles waren de ogen voornamelijk gericht op de Tsjechische sensatie Metodej Jilek. De kersverse houder van het wereldrecord junioren op de 10.000 meter greep in het allroundklassement echter naast de zege. Die ging naar de Duitse spierbonk Finn Sonnekalb. Jilek pakte wel de titels op de 5000 meter en de mass start. Sonnekalb won de 1000 en 1500 meter. Op de kortste afstand ging de overwinning naar de Canadees Jalen Doan.

Bij de vrouwen was de Oostenrijkse Jeannine Rosner ongeëvenaard, met overwinningen op de 1000, 1500 en 3000 meter. In het klassement had ze een straatlengte voorsprong. De 500 meter werd een prooi voor de Japanse Shizuko Okuaki, terwijl op de mass start de Portugese Jéssica Carolina Santos Rodrigues toch ietwat verrassend met de overwinning aan de haal ging.

Zoals gezegd wonnen de Nederlandse vrouwen zondagochtend overtuigend de ploegenachtervolging. Bij de mannen was dat weggelegd voor de Japanners. De teamsprint werd bij de vrouwen gewonnen door Polen, bij de mannen waren de Noren de beste. De Canadezen wonnen de mixed gender relay.

Bekijk hier alle uitslagen.