De 66-jarige Teije Wolbers uit Eelde was zelf altijd een fervent schaatsliefhebber en ging als supporter naar EK’s en WK’s in Europa. In 1985 is hij begonnen met vrijwilligerswerk voor de KNSB. ‘Eerst gewoon wat jurywerk, wat klokken, en al snel ben ik toen scheidsrechter geworden.’

IJsbaan Kardinge in Groningen is zijn thuisbaan en gedurende tien jaar (tot 2004) was Teije Wolbers voorzitter van de Gewestelijke Technische Commissie. Als eigenaar van een aannemersbedrijf was hij een druk bezet man, maar toch wist hij dit te combineren met al zijn vrijwilligerswerk.

Hoe bent u in dit vrijwilligerswerk gerold?

‘Zoals bijna iedereen; mijn dochter ging op schaatsen en ik ging regelmatig mee naar de ijsbaan. Toen zij begon was de ijsbaan van Groningen nog in het Stadspark. Onoverdekt. En op zaterdag ’s morgens rond half acht / acht uur werd de eerste wedstrijd gereden en dan was de kantine nog niet open. Af en toe regende het en dan vroeg men: ‘Wie wil er klokken?’. Ik was altijd één van de eersten die ‘ja’ zei, want dan zat ik lekker droog. Bovendien kon ik de wedstrijd goed volgen. Mijn dochter haakte op een gegeven moment af en ik ben door gegaan.’

Wat is precies de taak van een scheidsrechter?

‘Als scheidsrechter leid je de hele wedstrijd. Met gewestelijke of clubwedstrijden ga je ernaar toe en wordt op dat moment geloot, maar bij een NK moet je de dag van tevoren al aanwezig zijn. Mijn laatste NK was het afgelopen NK sprint, dat begon op donderdag. Samen met mijn collega’s was ik op woensdagochtend om 10 uur al in het ijsstadion. Dan hebben we eerst wat voorbesprekingen, overleg met de ijsmeester en ’s avonds rond zes of zeven uur begint de loting. Daar zit dus wel wat meer voorbereiding aan vast.’

Tijdens de wedstrijden staat u op het middenterrein. Wat doet u daar zoal?

‘Daar geef ik leiding aan de jury en kijk ik of alles goed gaat. Er gebeurt natuurlijk wel eens wat, bijvoorbeeld een gat in het ijs wat gerepareerd moet worden, en daarover moet ik een beslissing nemen. Tijdens de wedstrijd moet ik ervoor zorgen dat de vaart erin blijft. Daarnaast moet ik natuurlijk rijd(st)ers die de fout ingaan diskwalificeren. Heel jammer, maar het is niet anders. Vaak gebeurt dat bij een foute wissel in een split second en dan moet ik wel even goed opletten.’

Er zijn wel eens mensen die het niet eens zijn met uw beslissing.

‘Bijna altijd. Dat weet je als scheidsrechter. Het is bij mij maar één keer voorgekomen dat ik een beslissing naar aanleiding van televisiebeelden heb teruggedraaid. Dat was tijdens een NK sprint. Ik vind het jammer wanneer ik iemand moet diskwalificeren, maar ik zeg altijd: ‘Al was het mij eigen moeder. Als ze het verdient, gaat ze eruit.’ Heel simpel. Daar moet je ook niet bij twijfelen. Ik heb er ook geen moeite mee wanneer iemand het daar niet mee eens is. Dat heb ik in al die jaren wel geleerd.’

Wat vindt u van de lijnenregel?

‘Die heb je niet alleen bij het schaatsen. Bij atletiek hebben ze die ook, daar mag je zelfs niet op de lijn stappen, want dan lig je eruit. Waarom zou dat bij het schaatsen anders moeten? Die lijnen liggen er niet voor niks. Er wordt tegenwoordig heel soepel mee omgesprongen en daar heb ik wel eens moeite mee.’

Een schaatser rijdt het liefst internationale wedstrijden op hoog niveau. Geldt dat ook voor u als scheidsrechter?

‘Nee hoor, er zijn daarnaast nog zoveel andere mooie wedstrijden. Ik heb wel een paar leuke internationale wedstrijden gehad, maar dat was nooit mijn streven. Ik heb twee keer een Universiade gedaan, in Innsbruck en Turijn. Daar ben je dan wat langer voor onderweg, want dat duurt een dag of 10-12. Zo langzamerhand doe ik een stapje terug.

Ik ben ruim tien jaar internationaal scheidsrechter geweest, maar toen ik 65 werd moest ik van de internationale lijst af. Nu doe ik nog zo’n 4-5 grote wedstrijden per seizoen en daarnaast heb ik ook een aantal keer Special Olympics gedaan. Daar ben je dan scheidsrechter, maar moet je natuurlijk ook een heleboel door de vingers zien. En op 16 en 17 maart was ik scheidsrechter bij de Viking Race, dat is ook altijd een mooie wedstrijd.’

Wat zijn uw leukste wedstrijden?

‘De Special Olympics en ook een NK junioren vind ik prachtig. Maar goed, als je in een vol Thialf stadion staat, is dat natuurlijk ook hartstikke leuk. Bij juniorenwedstrijden zie je vaak alleen vaders, moeders, opa’s en oma’s en dat vind ik zo jammer, want daar zitten heel veel leuke talenten tussen.’

Volgt u dat ook tijdens een wedstrijd?

‘Ik merk het wel op als ik iemand leuk zie schaatsen, maar daar heb je weinig tijd voor doordat je zoveel andere dingen hebt waarop je moet letten. Als iemand écht goed schaatst, valt dat wel op. Bovendien is het natuurlijk leuk om iemand die ik 10 jaar geleden bij de junioren zag, als ze 25 zijn op een NK  terug te zien.’

Wat geeft u als vrijwilliger voldoening?

‘Het contact met mensen. Met collega juryleden, maar ook met de rijd(st)ers. Dat brengt mij een heleboel plezier. Ook vanuit de periode dat ik voorzitter van de GTC in Groningen was, heb ik nog hele leuke contacten overgehouden. Ik zou iedereen willen aanraden vrijwilligerswerk te gaan doen. Helaas zie je tegenwoordig steeds vaker dat kinderen bij de ijsbaan gedumpt worden en dat ouders weer weggaan en ze later weer ophalen. Je moet wat dat aangaat toch ook zelf wel een schaatsliefhebber zijn om dit te gaan doen.’

Hoelang wilt u dit werk nog blijven doen?

‘Zolang ik plezier erin hou, blijf ik het doen. Maar ik ga niet tot het oneindige door.’

Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!