Wie Jeen Wester - van 12 maart 1938 - kende, zal altijd vertellen dat het leven met de Fries nooit saai was. De man uit Earnewald was een eigenzinnig en kleurrijk figuur, precies eigenlijk in de traditie van de andere grote schaatsers uit zijn tijd. Zijn oude rivaal Jeen van den Berg, Marten Hoekstra, Bennie van der Weide en vooral de iets jongere Dolle Dries van Wijhe. Allemaal mannen die hun krachten op het ijs wilden meten, maar ook naast het ijs voor leven in de brouwerij zorgden.
Over Jeen Wester gaan ook de mooiste verhalen. Natuurlijk over zijn prachtige overwinningen, en dat waren er echt nogal wat. Maar ook over zijn chaotische karakter, waardoor hij regelmatig bij een wedstrijd stond met maar één schaats in de tas omdat hij halsoverkop van huis was vertrokken. Of gewoon een achterwiel was vergeten voor een wielerkoers. Het zijn verhalen die bijdragen aan de beeldvorming, verhalen ook die de mensen bijblijven.
Op het ijs was Jeen Wester natuurlijk een geweldenaar. De koers die het meest met hem verbonden zal blijven, is uiteraard de 100 van Eernewoude. Of, zoals Wester het zelf liever zag, de 100 van Earnewald. Dat was zijn koers, in zijn achtertuin, van zijn ijsclub Lyts Begjin, waarvan hij trots erelid was. Wester won de allereerste editie in 1963. Vele jaren later was hij er ook nog bij. Zag hoe van de huidige generatie achtereenvolgens Arjan Stroetinga en Simon Schouten ‘zijn’ wedsrrijd wonnen. En Jeen Wester glom van trots bij de onthulling van de plaquette met de namen van de winnaars. Zijn naam prijkte bovenaan. Zoals het hoorde.
Dat jaar 1963 was voor Jeen Wester zonder twijfel het beste uit zijn loopbaan. Hij reed maar liefst 44 wedstrijden, en won het fenomenale aantal van 31 koersen. Daarbij ook de allereerste marathon op kunstijs, op de toen net geopende Jaap Edenbaan. Een paar dagen na de Elfstedentocht verzamelden alle helden zich daar. Het verhaal achter de zege van Wester paste precies bij hem. Wester had last van zijn lijf. Rug, stuitje; alles deed hem zeer. Hij bungelde een beetje achterin, leek geen rol van betekenis te spelen in de sprint. ,,Tot ik iemand hoorde schreeuwen: 'Bist du verdomme yn Fries?' Ik kreeg gelijk de geest, vloog naar voren en won de sprint voor Klaas Kalis uit Stompetoren’’, vertelde Wester later in geuren en kleuren.
Maar ook de geweldenaar Wester viel uiteindelijk ten prooi aan fysiek verval. Het lijf wilde niet meer, was op na alle inspanningen die het jarenlang pleegde. Jeen Wester moest uiteindelijk stoppen met schaatsen, maar dat wilde niet zeggen dat zijn liefde voor de sport bekoeld was. Integendeel. Als het even kon, was Wester er nog bij. Een reünie, onthulling, of zoals een paar jaar geleden de opening van de tentoonstelling over zijn loopbaan. Wester bleef tot het einde een icoon van zijn sport.
Dat einde kwam zondag, 19 maart. Precies een week na zijn 79ste verjaardag. Die werd gevierd, al was wel duidelijk dat het niet goed meer ging met Jeen Wester, die net een paar weken verbleef in een verzorgingstehuis. Zijn lijf wilde niet meer, was geen schim meer van de krachtpatser die Nederland ooit leerde kennen.
Als hij niet op het ijs stond, was Jeen Wester meestal te vinden in het café dat hij jarenlang samen met vrouw Alie dreef in Earnewald. Daar, in datzelfde café, neemt de schaatssport straks afscheid van Jeen Wester. Niet met een plichtmatige condoleance. Dat paste niet, vond de familie. ,,Pa was eigenzinnig, deed alles liefst net even anders. Daarom doen we dit ook op zijn manier’’, vertelt zijn dochter Renske.
Donderdag 23 maart wordt er vanaf 15.00 uur afscheid genomen van Jeen Wester, in café Wester aan de Wiidswei 32 in Earnewald.