Net zoals zijn fascinerende gevechten met William Dandjinou blijft de zeldzame reeks van vier valpartijen van Jens van ’t Wout in World Tour 3 in Beijing stevig in het geheugen plakken. Waar ploegmaten of concurrenten meestal even slecht slapen door zo’n nachtmerrie, zegt ’s lands beste shorttracker slechts: “Ach, het zat deze keer een beetje tegen. De World Tour is oefenen voor het wereldkampioenschap en de Olympische Spelen van Milaan.”
Shorttrack leeft van de analyses, rondetijden en terugdraaien van videobeelden. Reken maar dat Jens van ’t Wout (23) uit Sint Johannesga zich vooral op die laatste bezigheid heeft gestort; niemand die zo maniakaal in zijn sport opgaat als deze kerel. Wie goed oplette, zag hem al tijdens de wedstrijden langs het ijs in Beijing voorovergebogen staan kijken naar de opnames van zijn races. Vier keer onderuit schuiven is veel, dat erkent-ie onmiddellijk. “Maar komend weekend zal het niet gebeuren, want in Korea kun je niet zoveel leunen op het ijs als in China.” Dat schreeuwt om uitleg. De ijsvloer die de rijders afgelopen weekend kregen voorgeschoteld in het Capitol stadion, behoort tot een van de beste in de wereld. De messen hebben veel grip en dat daagt de shorttrackers uit nog extremere kunsten uit te halen in de bochten. Van ’t Wout, met zijn karakteristieke O-benenstijl, durft op grippig ijs zijn linkerschaats zo schuin neer te zetten dat hij soms met zijn schoen het ijs toucheert.
“Ik gebruik mijn linkerknie om te ‘hoeken’, en ja, een enkele keer loopt dat verkeerd af”, verklaart de nummer drie in de overall ranking van de Crystal Globe, het klassement van de drie individuele afstanden. “Maar qua houding wat m’n benen betreft staat het heel goed. Ik heb naast de medailles gegrepen. Dat boeit me niet zo. Dit is oefenen voor het wereldkampioenschap (in maart, ook in Beijing, red.) en de Olympische Spelen. Dat het me in het weekend overkwam was jammer op het moment. Zo wil ik in 2026 op de Spelen wel schaatsen, door complete controle te hebben. Op de lange termijn weet ik precies wat me staat te doen.”
Geen langste afstand voor de zussen Xandra en Michelle Velzeboer. Op eigen verzoek laten de twee de 1500 meter voor wat die is, om zich te kunnen concentreren op de sprintnummers (500 en 1000 meter). Dat biedt de Brabantse Bibi Arts (20) de kans haar debuut te maken in de World Tour. Ze rijdt de 1500 meter, net als Diede van Oorschot en Zoë Deltrap. Vorige week in Beijing bleef Arts het hele weekend op de bank. Bij de mannen zijn er geen grote verschuivingen. Jens van 't Wout is de enige die voor alle onderdelen is aangemeld.
Waar hij in dat streven nog meer op let, zijn de messen (de ijzers, red.). “Daarnaast heb ik schoenen die nu een paar maanden oud zijn en die wat moeten worden ingewerkt. Dat is puur gewenning door veel wedstrijden te rijden. Op het ijs in Beijing train ik heel anders dan in Thialf. De dingen die ik de voorbije dagen deed, zijn onmogelijk in Heerenveen omdat het ijs er veel minder is.”
Toch even terug naar zondag in China, de afsluiting van het programma: de mannenrelay. TeamNL reed in riante positie op acht, zeven ronden van het eind, toen Daan Kos de bocht uitvloog. Kansen op de zege waren verkeken. Mogelijk goud werd zo uiteindelijk brons. “Het ging perfect, ik denk echt dat we ’m zouden hebben gewonnen. De een-na-laatste keer dat ik in de baan kwam, reed ik rustig met beide handen op mijn rug. Op dat ogenblik zag ik Shaoang Liu, die had moeite op het ijs, terwijl ik nog geen negentig procent van mijn kunnen gaf. Ik zat te wachten op de laatste wissel. Itzhak de Laat reed supergoed, hij duwde me steeds perfect op gang en Teun de Boer zou Sun Long van de Chinezen hebben gelost. Op die manier waren we weg geweest. Tot Daan viel; hij werd volgens mij aangetikt. Daar kon hij niets aan doen, dat hoort er ook bij.”
Niet getreurd, het volgende station van de World Tour is Seoul. “Met superslecht ijs, daar wordt het weer aanpassen. Ik denk dat sommige mensen die een beetje zoals ik schaatsen, bijvoorbeeld William Dandjinou die ook heel lang op links blijft hangen in de bochten, er meer moeite mee krijgen. Is niet belangrijk”, zo zei Van ’t Wout na aankomst in de Koreaans metropool, “ik heb vier dagen om te wennen. Waar ik vooral zin in heb zijn de heerlijke duels met de Canadezen en de Koreanen. In China zat ik gelukkig meer dan ooit in dezelfde heat met die jongens. Het kan me niet dikwijls genoeg zijn dat ik Dandjinou tref, want als ik de olympische finale op welke discipline ook haal, grote kans dat hij er dan ook bij is. Ik wil hem dan definitief uitspelen. Door alle wedstrijden leer ik hem beter te kennen als schaatser en rijzen er gaandeweg meer ideeën om William de baas te kunnen zijn. Het mooie was dat hij zondag na de 1000 meter, met drie herstarts, zei dat ik hem had gef@#ckd. Hij wist niet meer wat hij moest doen om me te passeren. Dat is mooi!”