Ruim een week geleden schaatste de sprinter zijn eerste trainingswedstrijd (1.46,30 op de 1500 meter), afgelopen weekend volgde de tweede (1.09,61 op de 1000 meter). Zijn snelle herstel is niet vanzelfsprekend. “Ik voel me bijna weer de oude. Het is bijzonder dat het schaatsen zo snel vooruitgaat. Er is een aantal andere dingen dat moeizaam gaat, zoals schaatssprongen, planken en dribbelen. Eigenlijk lukt dat nog helemaal niet. Misschien ben ik toch geboren om te schaatsen, want dat gaat goed”, vertelt Wennemars met een glimlach. “Natuurlijk moet ik ook op het ijs alert blijven, want er zit nog wel wat vocht in de knie.”
Na de operatie was het niet direct duidelijk of het herstel een kwestie van weken of maanden was. “De arts kon geen garanties geven. Die vertelt je niet hoe lang je er last van zult hebben, dat vond ik moeilijk om te verwerken. Ik moest er zelf in gaan geloven dat snel herstel mogelijk was, en dat bleek ook zo te zijn. Mijn eerste trainingswedstrijd viel me erg mee. Er waren wat slordigheden, maar conditioneel voelde ik mij sterk. Afgelopen weekend reed ik een heel slechte 1000 meter, een van de beroerdste sinds ik prof ben”, aldus de nummer twee van het Daikin NK Sprint vorig seizoen.
Of dat te wijten is aan klachten aan zijn knie? “Nee, dat denk ik niet. Ik heb wel een andere voorbereiding dan de rest. Ik wil dit resultaat snel vergeten en de focus leggen op het feit dat het fysiek weer goed gaat. De trainingen wijzen ook uit dat alles redelijk in orde is. Ik doe nu weer met de andere jongens mee en moet alleen oppassen dat ik niet te veel explosieve dingen doe. Maar: mindere wedstrijden horen erbij en ik heb eerder ook niet zulke snelle wedstrijden gereden aan het begin van het seizoen – en toen was ik volledig fit”, licht Wennemars toe.
De zoon van schaatsheld Erben Wennemars moet leren doseren. Hij staat erom bekend graag risico’s te nemen, maar dat zal zijn herstel niet bevorderen. Dat herkent het sprinttalent: “Het is vooral key om niet te enthousiast te worden. Komend weekend rijden we nog één trainingswedstrijd, dat zie ik als de generale repetitie. Als ik mijn niveau weet te halen, wat vorig jaar ook lukte, durf ik het vertrouwen uit te spreken dat ik mij bij het WCKT weet te plaatsen voor de World Cups. Het is een lastige tijd geweest, dus ik hoop dat het goed uitpakt. Het is een mooie test voor mij; een keer niet te veel risico nemen. Ik moet niet te veel willen. Als ik aan de start ga, ga ik wel all in, want met 99% inzet eindig je gewoon onderaan de lijst”, besluit Wennemars.
Ruim vijftien jaar geleden is de KNSB atletenvereniging in het leven geroepen zodat de rijders formeel een stem kregen binnen de bond. De langebaandiscipline is vertegenwoordigd door twee vertegenwoordigers per topteam. Vanuit Team Essent is Joep Wennemars aangesloten. De groep komt enkele keren per jaren samen om de gedachten te peilen die er leven binnen de teams, of zaken te bespreken die niet goed gaan. De voorzitter van de atletenvereniging, Douwe de Vries, blijft zo beter op de hoogte van wat er speelt in alle geledingen van de langebaan en kan dit meenemen naar belangrijke meetings.
Volgens De Vries is Wennemars een van de jongens die zich hard maakt voor de sport. “Hij is een voorbeeld van iemand die niet alleen bezig is met zijn individuele prestaties, maar ook kijkt naar het bredere plaatje. Hij bekommert zich om de de vraag: wat is goed voor de sport? Grootheden als Ireen Wüst en Sven Kramer deden dat ook. De input en betrokkenheid van Joep is zeer welkom, net als die van de andere rijders”, vertelt de voorzitter.
De sprinter vindt het belangrijk dat de schaatsers worden betrokken. “Ik merk vooral dat er soms keuzes worden gemaakt vanuit de ISU en de KNSB die niet helemaal in lijn zijn met wat wij als sporters zelf fijn vinden. Het is belangrijk om daarvoor op te komen. Ik probeer te vertalen wat de schaatsers fijn vinden.” Er zijn voorbeelden genoeg, vertelt de 21-jarige, maar hij treedt het liefst niet te veel in detail. “Dat zijn interne kwesties. Maar je kunt bijvoorbeeld denken aan de selectiecriteria voor de World Cups of de Olympische Spelen. Waar wordt dat op gebaseerd? Ook al houden uiteindelijk de KNSB en de ISU het eindoordeel, ik ben blij dat wij wat te zeggen hebben.”
“Ik denk dat ik best een geschikte kijk heb op wat belangrijk is voor rijders zoals ik. Ik ben opgegroeid in het topsportklimaat, met mijn vader (Erben Wennemars) als professioneel schaatser. Daardoor weet ik hoe het wereldje in elkaar zit, beter dan de meeste mensen van mijn leeftijd. Het is leuk om met de rijders van de andere ploegen te spreken over ideeën om de sport te verbeteren”, aldus Wennemars.
Wil jij Joep Wennemars in actie zien tijdens het WCKT? Er zijn nog enkel tickets te verkrijgen via schaatsen.nl/tickets.