Niemand kon vooraf voorspellen hoe de 1000 meter van het WK zou verlopen, inclusief de hoofdrolspeler zelf. Hij durfde zich aan de vooravond van het toernooi geen medaillekandidaat te noemen, want hij had veel mindere resultaten behaald dan topfavorieten Jordan Stolz en Jenning de Boo. Toch had hij al stiekem over het baanrecord gesproken, met de oude eigenaar Thomas Krol. “Hij zei dat zijn baanrecord niet scherp stond. Dat vond ik een mooi doel. Al was ik daar vandaag totaal niet mee bezig”, vertelt Joep Wennemars.
Het lukte om Krols tijd uit de boeken te schaatsen. De 1.08,17 werd 1.08,05. Nog geen garantie dat hij een medaille zou pakken, want er stonden nog tien man aan het vertrek. “Mijn taak was volbracht. Ik moest afwachten wat het waard was. De ene na de andere rijder kwam niet in de buurt. Dan mag je langzamerhand hopen. Eerst op een podiumplek, daarna op goud. Net zoals altijd was ik een beetje misselijk na mijn race. Dat werd nu alleen maar erger. Ik viel bijna flauw van de spanning.”
Jenning de Boo (zilver) kwam 0,16 tekort en ook de tot voor kort ongenaakbaar geachte Jordan Stolz kon Wennemars’ tijd niet verbeteren. De Amerikaan werd ‘slechts’ derde met 1.08,26. En zo volgde Wennemars junior zijn vader op, 21 jaar nadat hij voor de tweede keer de wereldtitel op de 1000 meter pakte. Een innige omhelzing op het middenterrein van het Vikingskipet volgde. “Mooier dan dit moment samen met mijn vader te kunnen vieren, wordt het niet. Hij is mijn steun en toeverlaat.”
Het was Wennemars’ beloning na een zwaar seizoen. “Ik had echt een fantastische zomer, maar daarna kwam een enorme terugslag door mijn knieblessure. Tot op de dag van vandaag heb ik er last van. Al het reizen deze winter was niet bevorderlijk voor mijn knie en tijdens de hele wereldbekertrip in Noord-Amerika was ik ook nog eens ziek. Op een gegeven moment reed ik op de laatste plekken in de wereldbeker. Dat maakte het moeilijk om erin te blijven geloven.”
Het kantelpunt kwam in februari. Op het Daikin NK Afstanden troefde Wennemars in een rechtstreeks duel Kjeld Nuis af, bleef hij slechts 0,15 seconden achter Jenning de Boo en mocht hij als nummer twee naar het WK. “Uit het niets was ik er weer. Die tweede plaats maakte mijn hele seizoen al goed. Eindelijk wist ik dat ik het in me had.” Op dat moment kon Wennemars niet verwachten dat die zilveren plak slechts het voorgerecht was. “Ik weet nog steeds niet wat er gebeurd is. Voor het eerst dit seizoen voelde ik me goed. Ik was heel uitgerust. Ergens diep van binnen wist ik dat, mits alles zou kloppen, ik een van de besten was.”
Ook zijn coach Jac Orie, die Wennemars senior al naar WK-goud had geleid, zag de voortekenen deze week. “De tempo’s kwamen zo makkelijk. We zagen dat hij steeds beter werd. Maar er is nog een verschil tussen hard kunnen schaatsen en wedstrijden winnen. We dachten dat hij in de buurt van de medailles kon komen.”
Niet alleen op het ijs veranderde er iets bij Wennemars, ook in zijn gedrag. “Hij was zo rustig deze week. Zeker voor een Wennemars”, voegt Orie lachend eraan toe. “Joep voelde dat hij beter werd. Heel mooi dat ik zijn vader heb gecoacht en nu Joep. Maar ik blijf niet op zijn zoon wachten”, sluit de dolgelukkige coach af met een knipoog.
Het verloop van de mass start op het WK Afstanden leek volledig in het voordeel van sprinter Bart Hoolwerf. Geen enkel groepje kwam weg en zijn luxeknecht Jorrit Bergsma loste alle problemen op. De Fries bracht Hoolwerf zelfs in uitstekende positie door twee rondes voor het einde de sprint aan te trekken voor zijn landgenoot. Het bleek te vroeg, want Hoolwerf kon in het sprintgeweld niet tippen aan Andrea Giovannini, die hem tijdens de World Cup in Heerenveen ook al te snel af. De olympisch kampioen van 2010, Seung-hoon Lee kreeg het zilver omgehangen. In het gevecht om de derde plaats troefde de ene Bart (Swings) de andere (Hoolwerf) af.