Joep Wennemars heeft zaterdag in Hamar het onmogelijke gepresteerd met een enorme stunt op de 1000 meter. De rijder van Team Essent klokte 1.08,05 en hield de volledige wereldtop achter zich. Goud voor de man uit Dalfsen…
Wennemars versloeg zijn tegenstander Laurent Dubreuil in de zevende rit en mocht vanaf dat moment op het middenterrein toekijken hoe de andere ritten het ervan af zouden brengen. Die tijd – het was een verbetering van het baanrecord gereden door Thomas Krol – bleek heel wat waard. Cooper Mcleod, Kjeld Nuis, Jenning de Boo, Zhongyan Ning en zelfs Jordan Stolz: allemaal beten ze zich stuk op de 1.08,05 die Wennemars even daarvoor had gereden.
En dus was de ontlading enorm voor Wennemars, die dit seizoen geplaagd werd door fysiek malheur. “Ik had dit echt niet durven dromen”, zei Wennemars bij de NOS. “Hoe kan dit nou? Tweeënhalf rondje hard schaatsen, dat is goed gelukt vandaag. Ik dacht al dat het een goede tijd was, maar ik had echt niet gedacht dat het genoeg was om te winnen. Ik was dit seizoen nog niet zo fit geweest, een blessure heeft me heel lang in de weg gezeten. Eigenlijk voelde ik me vandaag voor het eerst een beetje normaal.”
Achter de suprise eindigde De Boo op de tweede plek. Hij hield lang gelijke tred met Wennemars, maar verloor het op de laatste kruising. Daar bleef Zhongyan Ning vanuit de binnenbaan lang naast de Groninger rijden, waardoor de man van Reggeborgh snelheid verloor. De Boo klokte af op 1.18,21. In de laatste rit haalde Stolz opnieuw zijn gebruikelijke niveau niet en was alleen in de laatste ronde minimaal sneller, maar het was niet genoeg. Met 1.18,26 eindigde Stolz op de derde plek.
De 1000 meter voor de vrouwen werd vanuit Nederlands opzicht eentje met twee gezichten. Femke Kok verraste enorm door op de tweede plek te eindigen, Jutta Leerdam stelde op haar beurt teleur. Zij kon in de eerste helft van de race niet het verschil maken ten opzichte van Miho Takagi, die even daarvoor 1.14,75 had gereden. Met een verval van 2,7 seconden kwam Leerdam niet aan de tijd van de Japanse, maar ook de tijd van Kok bleek onhaalbare kaart voor de Westlandse. Met 1.15,05 eindigde ze op de derde plek.
En dus was Kok, die gisteren al de wereldtitel op de 500 meter prolongeerde, de grote surprise. “What the f*ck”, was de krachtterm die de vrouw uit Nij Beets bij de NOS verbond aan haar zilveren plak. “Ik had het echt niet verwacht. Ik dacht dat die tijd niet genoeg was. Ik reed wel netjes, maar had geen richtpunt op de laatste kruising. Daardoor was mijn slotronde niet denderend en had zeker niet gedacht dat ik op twee tienden van de winnares zou zitten.”
Hoewel Kok haar geld had ingezet op de winst voor Takagi, was het lang geleden dat ze Leerdam nog eens versloeg op de kilometer. En zeker met de omstandigheden die niet in het voordeel waren van Kok: “Ik werd vanochtend wakker met nog meer pijn in mijn nek en was de hele ochtend kotsmisselijk.”
Het oordeel van Leerdam na afloop was duidelijk: "Ik heb het weggegeven..."
