“Ik vind het geen probleem als ik op zondag een wedstrijd moet rijden. Liever heb ik het niet, maar God heeft me het talent gegeven om goed te kunnen sporten. Dan moet ik dat ook gebruiken.”
We spreken de twintigjarige schaatser in het huis van zijn ouders in Rouveen, middenin de Bible Belt. Jordy wil professioneel marathonschaatser worden en combineert dat vooralsnog met een baan bij een schaatsfabrikant. Hij woont nog thuis en in huize Harink staat het geloof centraal; de familie is Gereformeerd Vrijgemaakt. “Als sporter ben je soms best onzeker en uit het geloof haal ik vertrouwen. Dat neem ik mee naar wedstrijden; het maakt me sterker.”
“Heel Rouveen is gelovig. Vroeger mocht ik op toernooien van drie dagen op zondag niet meedoen. Later wel, maar dan moest ik met gewone kleren de auto in. Mijn ouders wilden niet dat de mensen uit het dorp zouden zien dat ik een wedstrijd had op zondag. Zodra we Rouveen uit waren, deed ik mijn sportpak aan.”
Jordy schaatst sinds dit jaar tussen de A-rijders. Samen met ploeg- en regiogenoot Jan Korenberg strijdt hij om de Jan Maarten Heideman Prijs, de titel voor de marathonschaatser die de meeste progressie heeft geboekt. “Van de jongere garde steek ik er als nieuwkomer bovenuit, samen met Jan. Juist het afzien maakt deze sport zo mooi. Nadat ik twee jaar geleden de Weissensee had gereden, wist ik het écht: dit is mijn sport. Ik hou meer van het man-tegen-man-gevecht, dan schaatsen op tijd. Geweldig als je later in de kleedkamer tegen elkaar zegt: ‘Wat was het zwaar, hè.’”
Volgens Jordy is de nieuwe generatie marathonschaatsers uit de Bible Belt minder afhankelijk van het geloof, maar speelt het zeker een rol in hun leven. “Jan Korenberg en Ruben Wieberdink geloven ook. We zijn vrienden. Je hebt meer gelovigen in het marathonschaatsen, maar het stikt er niet meer van. De documentaire Zwart IJs, over de rol van het geloof in het marathonschaatsen, geeft een reëel beeld, maar het is vandaag allemaal wel minder streng. In onze kerk in ieder geval. Vroeger zei mijn oma: ‘Je mag wel goed worden, maar niet té goed want dan moet je op zondag sporten.’ Ze zou het niet leuk hebben gevonden als ze mij nu had gezien, dat paste niet in haar beeld van geloven.”
“Voor mij gaan sport en geloof prima samen, al denk ik dat er veel mensen in Rouveen zijn die vinden van niet. Als mensen uit de buurt me op mijn fiets weg zien gaan op zondag, denken ze misschien: hij is van God los. Maar dat is niet zo. Ik groei meer naar God toe als ik op zondag door de natuur fiets, dan als ik verveeld op de bank zit. Ik heb niet elke zondag een kerkdienst nodig; mijn ouders hebben daar wel behoefte aan. In een klein dorp als Rouveen is de sociale control groot en vinden mensen het erg belangrijk hoe anderen over hen denken, belangrijker dan hoe ze zelf met God bezig zijn. Ik denk andersom; als ik zelf maar met God bezig ben. Mijn ouders vinden het geen probleem dat ik het geloof op mijn eigen manier invul. Ik doe het op mijn manier mét God.”
In de zomer heeft Jordy de overstap gemaakt naar CRV Interfarms. Daarvoor reed hij bij Team Van Werven, de ploeg van Geert Plender. Plender, gelovig en vroeger zelf ook succesvol marathonrijder, bracht onlangs het boek Geloven in topsport uit. Daarin legt Plender uit hoe topsport en geloof elkaar kunnen versterken als je maar de juiste prioriteiten stelt.
“Ik ben het boek nu aan het lezen”, vertelt Jordy. “Geert was al snel bewust dat hij met God wilde leven. Ik ben nog zoekende en denk soms: bestaat hij wel? Nu begin ik steeds beter mijn weg te vinden samen met God, maar ik vind het moeilijk te bevatten dat dit leven er niet toe zou doen. Sport is een uitlaatklep voor me en belangrijk in mijn leven. Aan de andere kant; een medaille winnen moet niet het enige doel zijn van het leven, daarmee kom ik niet in de hemel. Je moet niet willen winnen voor erkenning, maar voor jezelf. Uiteindelijk is het échte doel in de hemel komen nadat ik ben gestorven. En zijn er belangrijkere dingen dan een schaatswedstrijd op de zaterdagavond.”
Binnen CRV Interfarms speelt geloof ook een rol. “Jan Korenberg komt uit een strengere gemeente, waar Zwart IJs ook is opgenomen. Hij benadert de sport en het geloof op dezelfde manier als ik. Jan wil echt met God leven, maar ook op zijn manier. Ik heb het daar best vaak met hem over.”
“Tijdens trainingsweekenden bidt Jan voor het eten. Ik doe niet altijd mee; bid vaak op andere momenten, ook als het minder gaat. Twee weken geleden bijvoorbeeld ben ik gevallen tijdens de KPN Marathon Cup. Dan denk ik wel even: wat heb ik verkeerd gedaan? Meestal bid ik dan ’s avonds en vraag ik Hem om vergeving. Ik vraag of het de volgende keer beter kan gaan en of Hij daarbij kan helpen, want alleen kan ik dat niet. En als ik goed heb geschaatst bedank ik God voor zijn hulp.”
Jordy is blij met zijn overstap naar CRV Interfarms. “Bij Team Van Werven wilden ze me behouden, maar de sfeer paste niet bij me. Ik las laatst dat ik de druk niet zou aankunnen; dat is niet zo. Ik zit nu op mijn plek. We zijn een jonge ploeg, willen ons bewijzen en zijn allemaal wat minder haantjes dan bij Van Werven.”
“Op dit moment rijd ik mee in de middenmoot. Mensen zien me nog niet als favoriet, maar een podiumplek is zeker haalbaar als ik in de kopgroep terechtkom. Dit jaar wil ik in de top tien eindigen op het NK en op de Weissensee. Twee jaar geleden reed ik daar al goed. Ach, uiteindelijk wil ik gewoon de beste worden. Alles winnen en de boeken in, net als Jorrit Bergsma en Gary Hekman.”
Net als alle schaatsliefhebbers hoopt Jordy dat er eindelijk weer een Elfstedentocht komt. Hij glimlacht. “Die wil ik winnen, ja. Ook op zondag.”