Niet topfit zijn, toch in de prijzen vallen. Da’s een prettige bijkomstigheid na een verplaatsing van dik 9000 kilometer, die gepaard gaat met een stevig tijdsverschil (acht uur later) en het gegeven dat concurrenten intussen de nodige wedstrijdmeters in de benen hebben. Joy Beune blijkt het aardig te kunnen managen, is de conclusie aan het slot van de openingsronde van de wereldbeker. Er bungelt een bronzen medaille om haar nek, de oogst van een evenwichtig gereden schaatsmijl waarop ze alleen in de eerste ronde iets te veel tijd heeft moeten toegeven op winnares Miho Takagi: 25,3 om 26,1.
De Japanse klokt na 1500 zware meters 1.55,02, Beune laat de tijdwaarneming stilstaan op 1.55,58. “Als je nagaat hoe ik er een week geleden bij lag, vervolgens ben gaan reizen en proberen op te krabbelen, dan ben ik blij dat deze inspanning een derde plek blijkt waard te zijn. Mijn basisniveau is dus best behoorlijk”, oordeelt de Twentse kopvrouw van Team IKO-X2O, na de huldiging met Takagi en de Chinese Mei Han, allebei schaatssters van Team Gold. Ze vertelt aan de NOS hoe beroerd ze wegens koorts heeft moeten afhaken na de eerste avond van het WCKT.
“Het is goed mogelijk dat ik daar al last van had op donderdag of vrijdag voor het toernooi. Ik heb het niet gemeten, probeerde het ook weg te stoppen, omdat ik graag de kwalificatiewedstrijden wilde rijden en niet afhankelijk wilde zijn van de Selectiecommissie. Hoewel het de hele week voor het WCKT al niet lekker liep, deed ik tegen beter weten in mee. Daarna kon ik niet meer en moest ik me afmelden voor de rest van mijn programma. En hier doet de wereldtop nu mee; als je dan derde wordt, kun je blij zijn. En tevreden.”
Op het WK Afstanden in Calgary won Beune eveneens brons op de 1500 meter, en had ze Takagi en Han voor zich. “Toen reed ik eerder op de dag de vijf kilometer, dus misschien had ik die nu ook beter eerst kunnen schaatsen”, klonk het gevat. “Nee, serieus, met dit resultaat kan ik verder. Zaterdag is de drie kilometer, dan ga ik opnieuw voor de top-3, want ik denk dat het erin zit. Technisch schaatsen lukt me momenteel heel goed. Alleen op de 1500 meter kon ik niet m’n rust vinden. Daar werk ik erg hard aan, en in de training verbetert dat al.”
Over dat aspect van de sport hoef je met Kjeld Nuis geen boom op te zetten. Of toch wel: hem horen vertellen hoe euforisch de geboren Leidenaar kan worden wanneer hij voor z’n gevoel de perfectie op het ijs benadert, blijft altijd een genot. Zijn 1500 meter in Nagano spreekt tot de verbeelding, al hebben er drie een veel beter eindschot in de benen gehad, en niet de minsten in de wereld. Jordan Stolz (eerste) en de Noor Sander Eitrem leggen een beest van een slotronde op het ijs (beiden 27,6), Zhongyan Ning geeft ruim toe (28,8) en Nuis moet het doen met 29,1. Een schande? Welnee. Hij heeft nauwelijks serieuze competitie achter de rug, terwijl van het trio in de eerste twee maanden van jaargang '24-'25 respectievelijk zeventien, vijf en nog eens vijf ritten staan genoteerd in de mondiale logboeken.
“Het ging de hele tijd goed”, zo verbetert de gewiekste Nuis de verslaggever meteen bij zijn eerste opmerking van de nabeschowuing dat het ‘heel lang heel goed ging’. “0,15 sneller en ik zou net als Joy een podiumstek hebben verdiend. Dat is het enige waar ik een beetje van baal. Ik heb in elk geval laten zien dat ik de beste Nederlander ben. A-l-s-j-e-b-l-i-e-f-t”, zegt hij gedecideerd. Een goed verstaander snapt de klemtoon die hij op dat woord legt: het is een soort lange neus trekken naar de criticasters die vonden dat hij geen recht had op een startbewijs nadat hij had moeten bedanken voor het WCKT vanwege een liesblessure.
Nee, Nuis straalt tevredenheid uit en benadrukt dat in woorden. “Ik voel me goed. Van mijn lies heb ik geen last gehad. Maar je vecht voor dat podium, zoals Stolz, Ning, die kerels. Als je die gasten ziet vlammen in de slotrit…., hoe Ning na 700 meter supermooi op Jordan inrijdt, dat is wat je wilt. Of zoals Stolz de laatste ronde doorvlamt, echt, fenomenaal. Ning rijdt zich stuk, net als ik. Nee, niet erg voor mijn eerste wedstrijd van het jaar: ik ben superhappy. Stolz is nu niet te kloppen. Tenminste, niet door mij.”
Verderop in dit seizoen zal hij ongetwijfeld een poging wagen. Nuis, de wereldrecordhouder op het nummer, weet wat hem te doen staat. “Die 1500 meter is een trucje – zonder denigrerend te willen zijn naar de afstand. Ik moet tussen de tachtig en negentig procent starten, heel hard doorrijden en dan een temporonde doen. Tweede ronde steady state. Volhouden. Vandaag was het tankje al leeggelopen. De slotronde wordt bepaald door de vorm van de dag. Hoeveel zit er nog in de batterij?
"Nou, die was nu vrij snel leeg. Je lijf moet elk jaar wennen aan die afstand, aan het zuur in je benen. Vandaag kon ik niet meer overstappen op de laatste tweehonderd meter. Het was op.”
De uitslagen van Nagano, dag 1 staan hier