Olympisch kampioene. Dat had Jutta Leerdam al in Beijing willen worden. Nu is er sprake van een loopbaan oprekken om de ontbrekende parel in de schaatskroon te grijpen. Dat is een tamelijk gecompliceerde opdracht voor iemand die ‘een heel ander leven leidt’ dan alle andere Nederlandse schaatssters en voor wie het een soort ijsschotsspringen is totdat ze wel/ niet op de hoogste trede van het ereschavot in een of andere Italiaanse expositiehal waar een bevroren vloer is neergelegd, kan springen.

Leerdam houdt van moeilijke trajecten, van de mensen verbazen, ze misschien ook wel een beetje te provoceren, maar ze is vooral verzot op glitter, glamour, exposure, geld en de excentrieke Amerikaan Jake Paul die als een boksende influencer het universum bestookt. Een sportbestaan of een leven in de wereld van jetset? Zeg het maar, de meningen zullen verdeeld zijn totdat ze er een punt achter zet.

Op de laatste ijsschots van 2024 maakt Jutta een bescheiden dansje, want ze heeft weer een nationale sprinttitel in haar modieuze designer-bag kunnen steken. “Die wilde ik halen. Als ik aan de start sta, wil ik winnen”, zegt ze, alvorens ze net als zaterdag inzoomt op de verwikkelingen en problematische keuzes van schaatsschoenen. Alles staat in het teken van het feest van de vijf ringen, dan moet het van A tot Z kloppen.

Jutta Leerdam NK Sprint
Winnen: overal waar Leerdam start, wil ze de eerste plaats opeisen. | Foto: Soenar Chamid

Een andere ijsschots: het EK Sprint, wederom in Heerenveen. Dezelfde toernooivorm als van het Daikin NK. Er zullen enkele buitenlandse meiden meedoen die enigszins in de buurt van haar basisniveau komen. Kortom, niet al te uitdagend. Daarna wordt de 500 meter geparkeerd. “Die is wel leuk, maar als ik een podiumplaats behaal op dat nummer maar op de 1000 meter net tekortschiet, vind ik het zonde. De 1000 is het onderdeel waarop ik wereldkampioene en olympisch kampioene kan worden. Die tellen. Het wordt een week waarin ik hard wil schaatsen en tegelijkertijd bepaalde dingen kan toepassen. Er zal geen superhoge druk op staan, zodat ik bijvoorbeeld kan oefenen op het ingaan van de bochten. De races zijn perfect om volgende stappen te zetten in het proces.”

Suzanne Schulting: 'Drie keer stabiel, een ongelooflijk slechte rit'

Niets van zichzelf sparen. Suzanne Schulting was zondagmiddag heel uitgesproken over haar Daikin NK Sprint, waarop ze zich keurig kwalificeerde voor het EK door als tweede te finishen. “Ik heb drie stabiele afstanden gereden en een echt ongelooflijk slechte.” Dat betrof de tweede 1000 meter. “Technisch heel slecht. Dan kun je werken wat je wilt, maar als het allemaal verkeerde richtingen opgaat, dan krijg je zo’n slechte tijd. Of het vermoeidheid is? Geen idee. Ik zat er vanaf meter een niet goed in. Ik heb moeite om de eerste buitenbocht door te trappen, aangezien er weinig valbeweging in zit. Vanaf dat punt merkte ik vandaag direct dat ik achter de feiten aan reed. Als je technisch een keer minder bent, wordt dat op de langebaan afgestraft. Loopt het met shorttrack technisch wat minder, dan kan ik het op andere manieren oplossen.”

Suzanne Schulting NK Sprint
Keihard werd Schulting afgestraft door haar eigen fouten. | Foto: Soenar Chamid

Gerard van Velde, hoofdcoach van Reggeborgh, hield zondag een warm pleidooi voor een aanwijsplek die Kok zou moeten ontvangen van de Selectiecommissie. Schulting: “Ik vind het vooral jammer voor Femke. Haar medische situatie ken ik niet, maar het zal een overwogen beslissing zijn geweest om haar terug te trekken van dit toernooi. Zonder dat ik het op Femke betrek, ben ik van mening dat er niet te gemakkelijk moet worden omgegaan met het uitdelen van startplekken voor EK’s en WK’s. Kok reed een fantastische 500 meter zaterdag en eveneens een supergoede 1000, maar er moet kritisch naar gekeken worden.”

Toch even terug naar het NK. Niet het meest inspirerende agendapunt van Leerdam, dus de vraag is gerechtvaardigd of ze zich heeft kunnen opladen. Nadat Femke Kok (leeggereden) halverwege opgaf, is de tegenstand nog minder geworden. “Toen ben ik andere doelen gaan stellen voor mezelf. Oké, op de 500 meter wil ik openen met een 10,5. Dat lukte. Die 1.13 lukte niet helemaal, maar ik probeerde mezelf als concurrente te zien."

"Wat Femke betreft: ik zou het terecht vinden als ze er op het EK bij is. Dat is natuurlijk niet aan mij om er uitspraken over te doen. Het zou leuk zijn voor het publiek als ze rijdt. Is het niet aan de orde, dan ben ik mijn eigen concurrente.” En hoe is dat dan wanneer ze tegenover Miho Takagi staat, de Japanse die haar in de Aziatische World Cups elke keer de baas is geweest? “Ik blijf altijd mijn eigen tegenstandster, wie er ook op de startlijst staat. Miho doet haar ding, ik doe mijn ding. Met haar erbij voel ik wel de spanning die er er in de lucht hangt. Ontbreekt die, dan leg ik mezelf de druk op. Het maakt niet uit of het van buiten afkomstig is, of van binnenuit; ik verplaats de druk. Anders zou ik vandaag toch ook niet sneller zijn geweest op de 500 meter dan zaterdag, omdat er minder concurrentie was. Nee, ik schaatste harder omdat ik mezelf die druk opleg. Snap je?”