Voor Kjeld Nuis was het WCKT al voorbij voordat het überhaupt begonnen was. Omdat de schaatser tijdens de training op donderdag geblesseerd raakte, moest hij het hele weekend noodgedwongen toekijken. “Als je de tijden ziet die er gereden zijn, dan is dat best frustrerend. Anderzijds is het wel in mijn voordeel qua beslissing van de KNSB.” Omdat Nuis zich niet op eigen kracht kon plaatsen voor de World Cups, moet hij hopen op een aanwijsplek. Als olympisch kampioen op de 1500 meter lijkt hij zeker kans te maken op een ticket.

Na zijn blessure was het afwachten hoe groot de schade was en of hij kon starten. “Ik hield hoop dat ik kon rijden. Op de echo en MRI-scan was niets te zien. Zit er wel een scheurtje, verrekking of bloeduitstorting, dan ben je verder van huis. Voor mijn herstel is dit gunstiger. Uiteindelijk heb ik zelf de knoop doorgehakt om niet te rijden, puur uit veiligheid, omdat ik het pas heel laat wist.”

Foto: Neeke Smit

“Natuurlijk wilde ik graag meedoen, maar de beslissing moet goed zijn. Mijn gevoel was uiteindelijk leidend. De spanning en onzekerheid die ik nu heb, zijn niet leuk. Liever plaats je je op eigen kracht, een plek bij de eerste vijf moet altijd lukken. Daarnaast had ik graag in een vol Thialf gereden. Aangekondigd worden als olympisch kampioen, dat mis je gewoon. Heel jammer.”

Nu is het afwachten of hij wordt aangewezen. “Het ligt eraan wat de KNSB beslist, ik probeer er niet te veel mee bezig te zijn.” Daarbij zal ook meespelen of Nuis op tijd weer fit is. Maandag maakte de schaatser van Reggeborgh al de eerste meters op het ijs. “Ik kan pijnvrij fietsen en mijn schaatshouding innemen. Woensdag ga ik met de groep lange duurblokken schaatsen en donderdag probeer ik snellere intervals te doen. Het gaat elke dag beter, dat is erg fijn. Als het nu zo doorgaat, zie ik het rooskleurig in. Maar die beslissing is niet aan mij. Ik doe wat ik kan en dat is goed voor mijn lijf zorgen en ernaar luisteren.”

Niet alleen Nuis zal met spanning wachten op het oordeel van de selectiecommissie, ook Wesly Dijs en Jordy van Workum doen dat. Als nummers vijf van de 1000 en 1500 meter zijn zij nog niet verzekerd van de wereldbekers. Voor Van Workum kunnen de druiven extra zuur zijn, want de rijder van het Development Team van Jumbo-Visma heeft zich alleen op de 1500 bij de top-5 gereden.