De rijdster van Team Clafis was met haar gedachten bij de cooling-down, niet bij de prijsuitreiking. “Yvonne van Gennip kwam de kleedkamer binnen en zei: ‘ze zoeken je’. ‘Wie?’, vroeg ik.”
Ondertussen probeerde Schoutens ploeggenote Carien Kleibeuker, die het zilver zou krijgen, op het middenterrein de boel een beetje te vertragen. “Ik kreeg het met een dame aan de stok. Ze wilden huldigen zonder Irene. Maar dat kan natuurlijk niet, huldigen met zijn tweeën.”
Uiteindelijk kwam het toch in orde en was Schouten net op tijd voor haar medaille. Ze was erg tevreden met haar bronzen debuut op de vijf kilometer. Al voor de WK had ze ingeschat dat brons het hoogst haalbare was geweest. Martina Sablikova en Kleibeuker, daar kon ze niet aan tippen.
Ze schrok wel nog eventjes van de tijd van de Duitse veterane Claudia Pechstein. Zij zette 6.58,99 op de klok. En Schouten was nog nooit onder de zeven minuten gedoken. “Ik dacht dat het te hoog gegrepen zou zijn.”
De Andijkse begon daarom ook voorzichtig aan haar rit, maar dat zinde haar coach Jillert Anema allerminst. “De tweede ronde was niet goed. Jillert gaf me op mijn donder. Ik dacht daarna: ik ga ervoor en zie het wel.”
Ze vocht zich terug naar het kielzog van Sablikova, haar tegenstandster. Ze besefte dat ze zelfs met de Tsjechische in haar kielzog een aerodynamisch voordeel zou hebben en andersom – zij achter Sablikova – al helemaal. “Ik probeerde zo dicht mogelijk bij haar in de buurt te blijven.”
Ze moest ten slotte aardig wat terrein prijsgeven, maar met een nieuw persoonlijk record van 6.55,93 dook ze dik onder de tijd van Pechstein. De Duitse liep daardoor voor het eerst in haar zestien WK-deelnames een medaille mis.
Net als Schouten oordeelde ook Kleibeuker dat ze niet meer uit haar optreden had kunnen halen. “Ik zat er best wel ver vandaan, hè”, zei ze over de 3,87 seconden die ze achter Sablikova (6.51,09) eindigde.
“Ik heb mijn best gedaan en ben dus niet echt teleurgesteld. Ik wist eigenlijk al dat het niet veel beter zou gaan. Ik miste vermogen”, vertelde ze. Een griepaanval had drie weken voor de WK roet in het eten gegooid.
Dat maakte het tegelijkertijd moeilijk te accepteren dat ze verloren had. “Ik heb er wel vrede mee en ik vind het best mooi, maar in december had ik op meer gehoopt”, zei ze. In november was ze in de B-groep sneller dan Sablikova in de A-groep van de World Cup en tijdens de KPN NK Afstanden had ze zich heel sterk gevoeld.
Na de griep was haar vorm wat afgetopt. “Ik was nu fit genoeg om te presteren, anders was ik hier niet geweest. En voor mijn doen heb ik het zo goed mogelijk gedaan.”