Van kop af aan domineerde Knegt de finale van de 1500 meter. De andere mannen kwamen er in Amsterdam nauwelijks aan te pas, konden slechts in het spoor volgen. De mooie resultaten in de wereldbeker hebben zijn zelfvertrouwen gesterkt.

“Alles op kop, dat deed ik vroeger ook niet”, lachte Knegt na de race. “Je moet het wel aandurven en er ergens mee beginnen. Met vijf ronden te gaan kon ik er mooi elke ronde tweetiende van een seconde afsnoepen. Ik wist eigenlijk wel dat ze er dan niet meer aan konden komen.”

Ook op de sprint toonde Knegt zijn klasse. Van zijn explosiviteit en eerste snelle meters heeft hij het nog nooit moeten hebben. Van die ‘trage’ start was in de Jaap Edenhal echter weinig te merken. Tegen sprinters Freek van der Wart en Daan Breewsma pakte Knegt direct de eerste positie om deze niet meer af te geven. “Twee keer een 41-er, dat is niet slecht”, aldus Knegt.  

Van der Wart baalde ervan dat hij het Knegt niet moeilijker had kunnen maken op de kortste afstand. “Ik had het idee dat ik de 500 meter kon winnen. Dat is mijn ding. Sjinkie rijdt erg sterk. Ik baal dat ik hem niet heb kunnen verslaan”, zei Van der Wart, die de hele race ploeggenoot Daan Breeuwsma in zijn nek voelde hijgen.

“Je weet Daan rijdt ook goed, dus het is aanvallen en verdedigen tegelijk. Het moeten lukte vandaag wel, maar het willen niet”, doelde Van der Wart op het afhouden van Breeuwsma en het genoegen moeten nemen met plaats twee.

Het verlies op de 500 meter lag wat Van der Wart betreft bij de start. “Pak je daar de kop, dan zijn de rollen omgedraaid. Sjinkie ving mij op in de race en schaatst op een vervelende manier door. Dat is het mooie van deze sport.”   

Met het dubbele goud op de openingsdag gaat hij ruim aan de leiding. Dat Knegt op weg lijkt naar zijn derde Nederlandse titel is voor de Fries mooi meegenomen. Belangrijker vindt hij het opdoen van wedstrijdritme met het oog op de Europese kampioenschappen over drie weken in Dordrecht. “Ik zie het meer als training. Deze horde moet gewoon genomen worden.”

Voor de mannen van bondscoach Jeroen Otter valt het NK midden in het laatste zware trainingsblok richting het Europese titeltoernooi. “Mijn benen zijn niet supergoed, ook niet slecht”, stelt Knegt. Om nuchter te vervolgen: “Mijn benen voelen nou eenmaal zo, als we vandaag hadden moeten trainen dan schaats ik er ook mee.”