In Montreal pakte Knegt wel een Olympische nominatie (achtste op de 500 meter), maar de echte scherpte was er nog niet. Inmiddels is de Europees kampioen beter in vorm. “De echte topvorm is er nog niet, maar het schaatsen gaat me makkelijker af.” Het geeft Knegt meer rust in de race. “Ik kan wat er om me heen gebeurt beter in de gaten houden.”

Het was één van de redenen waardoor Knegt naar het brons schaatste op de 1500 meter. “Ik zag Gilday al ruim van tevoren aankomen en mooi opvangen.” Met die actie hield de 23-jarige Fries de derde plaats vast en kon hij in de slipstream van de Zuid-Koreanen, winnaar Jinkyu Noh en Da Woon Sin, mee naar de finish.

Dat niemand, ook niet shorttracklegende Victor Ahn, hem in de laatste ronde meer kon bedreigen verbaasde Knegt. “Noh bouwde hem netjes af. Ik kon perfect meeglijden in hun slag en zat nog makkelijk.”

Op de aflossing scoorde Knegt zijn tweede medaille van de dag. De laatste rondes verliepen moeizaam voor de slotrijder, die op de hielen werd gezeten door China en Rusland. De eerste bocht waaierde hij iets teveel uit, waardoor zijn linkerschaats de boarding raakte. “Mijn schaats was ineens kaarsrecht. Ik had maar één optie: kijken wat de jongens achter me doen.” Snelheid maken ging moeizaam, toch sleepte hij het zilver eruit.

Liever had Knegt de jacht ingezet op de Zuid-Koreanen, maar het verdedigen van zijn positie is voor de ervaring ook  belangrijk. “Zelf vind ik dat ik minder sterk ben in blokken. Dus het was een mooie oefening, al had ik liever de aanval geopend. Ik had nog dichtbij kunnen komen.”